home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Silk Road 2015
::
china-yunnan
  • algemeen
  • prologue
  • china-yunnan
  • china-tibet
  • china-xinjiang
  • kyrgyzstan 1
  • kyrgyzstan 2
  • tajikistan
  • uzbekistan
  • turkmenistan
  • iran
  • armenia/georgia
  • turkey/europe
::
reisverslag
Silk Road 2015 :: china-yunnan :: reisverslag

 

 


Route (1.605 km, 8 days): border (Laos) - Menla - Pu'Er - Linchang - Dali - Lijiang - Shangri'La - Deqin - Markam

 

Donderdag 14 mei 2015 (126 km) - Hi Hi China, een Koffieloze Kennismakingsdag

 

We zijn vroeg wakker. Maar eigenlijk ook weer niet. Onze klokken gaan op China-tijd en dan wordt kwart over zes ineens kwart over zeven. Een ontbijt zit er niet in. In de lobby nemen we nog even wat internettijd. Op naar de grenspost. Laos uit.
Zo, en dat gaat me toch snel. De man die onze paspoorten uitstempelt, wil best ook een stempel op het carnet zetten. Zo eenvoudig hadden we het nog nooit.

 

Oprijden naar de Chinese grens. Sm-essen met Frank, de ons toegewezen en van overheidswege verplichte Chinese gids. ("Frank" is zijn aan de Westerse toerist aangepaste naam.) Een snel TOY's ontbijtje. Geen koffie!
Naar binnen voor het instempelen van de paspoorten. Het kost een heleboel gefrons, geraadpleeg, en vertaalwerk. De mensen achter ons in de rij kiezen wijselijk een ander loket. Als G's paspoort eindelijk klaar is, zou je denken dat het sneller gaat met het mijne. Nee dus. Het begint van voren af aan. Staat er onder mijn naam ook nog een tekstje waar beambte en collega en supervisor niets van snappen. Ik besluit mijn diensten aan te bieden. Oh dat!! Daar staat dat ik de echtgenote van die meneer van daarnet ben. Opgelucht knalt ie de nodige stempels op de juiste plekken. G is ondertussen met TOY aan de gang. Het goed (door G) zichtbaar ingeslagen motornummer was een makkie.
Het ging gesmeerd, want Frank had een en ander al goed voorbereid. Binnen een uur zijn we China binnen.

 

In Mohan pikken we de bagage van Frank op. En een half uur later wisselen hij en ik van plek. We zijn in Mengla. Frank gaat weer even voorin, zodat hij naar de verkeerspolitie in Mengla kan navigeren. TOY moet worden goedgekeurd en wij ook. De technische keuring van TOY, d.i. een remtest, is snel rond. Ook hier heeft Frank goed voorwerk gedaan.
En dan is het half twaalf. Wat jammer nou! Lunchpauze... tot drie uur!

 

Tijd en gelegenheid voor de aanschaf en installatie van simkaartjes voor iPhone en iBet. Kost een uur. De lunch (rijst en een groentevlees-mengsel) neemt minder tijd in beslag. Terug bij het station van de verkeerspolitie kunnen we nog een half uur dommelen, rommelen en lezen.

 

We hoeven niet in de rij. Goed zo Frank! Jammer nou toch dat de bewuste beambte toevallig veel later komt opdagen. Gelukkig is er gratis wifi. En dan jawel, daar zijn onze Chinese rijbewijzen! En het Chinese kenteken van TOY. Nu mogen we dan echt!

 

 

Getest worden we niet. Maar na een plechtig welkom worden we geïnstrueerd over de Chinese verkeersregels:

 

- niet rijden onder invloed
- niet rijden als je moe en slaperig bent
- je aan de snelheidsbeperkingen houden
- de instructies van de verkeerspolitie opvolgen
- niet tegen het verkeer inrijden
en
- niet rondrijden zonder de Chinese gids.

 

Zo! Frank tolkt en wij doen ons best om niet in de lach te schieten als we keurig naast elkaar gezeten aan een tafeltje, bij iedere regel braaf knikken...

 

Door een slingerend dal rijden we over de vrij nieuwe en goede expresseway naar Menglun. In het dal stroomt de Mekong (in het Chinees: Maclang). Het oerwoud heeft plaats gemaakt voor eindeloze kilometers rubberplantages op de steile hellingen van de karstbergen.

 

In Menglun vinden we een hotel waar de kamers niet naar rook ruiken. Voor vijftien euro hebben we alletwee een twijfelaar. Niet verkeerd in een niet koel te krijgen kamer. En wifi, gewoon op de kamer! Uurtje bijkomen en dan op stap naar een van de vele kleine eethuisjes. In een vitrine kies je vlees en groenten en mevrouw maakt er dan iets moois van. Wij willen gebakken rijst met ei en twee groentes apart. Eten met stokjes uiteraard!

 

We zijn toe aan de rust van onze kamer. Nou ja de ronkende vrachtwagens buiten niet meegerekend, en de douche van de buren en het luide gepraat aan de andere kant. En oh, ik vergeet het krijsende kind op de gang. Maar toch, lekker even samen en bijtijds slapen. (Hoogte 545 m).

 

Vrijdag 15 mei 2015 (281 km) - Groen slingeren van Menglun via Pu'Er naar Junggu

 

Verkwikt wakker. TOY-dak omhoog en we genieten een goed in-TOY-ontbijt voor het hotel. Mét koffie! Ons merkwaardige voertuig en dito mensen trekt de aandacht. Maar gelukkig worden we niet steeds besprongen. Hier wonen nauwelijks Han-Chinezen, maar de Dai, een volkje dat meer verwant is aan de Birmezen en Vietnamezen.

 

Iets ten noorden van Menglun rijden we van de weg af naar een Dai-dorpje. Prachtig zijn de oude houten traditionele huizen op poten. Op de verdieping woont het gezin en de ruimte eronder is voor het vee. De Dai zijn dus boeren en dat is te ruiken ook. Kleine tuintjes, afgeschermd voor de rondscharrelende zwarte varkens en boomgaardjes met prachtige tropische vruchten. Ook zijn er sporen van rubber. Later zien we langs de weg de mannen op hun brommertjes met achterop twee bakken waarin ze het rubber hebben verzameld.

 

Na deze bevredigende start van de dag is het genieten van de rit. De mooi aangelegde weg volgt het slingerende riviertje tussen de kegelvormige bergen. Door tunnels en over hoge viaducten rijden we door eindeloos groen. Aanvankelijk zijn de hellingen bedekt met rubberplantages, maar dan verschijnen delen met de oorspronkelijke junglebegroeiing.
Borden waarschuwen niet te toeteren bij een oversteekplaats (onder de weg door) van wilde olifanten. We zien ze niet, maar er zijn ook verwijzingen naar de pandabeer, die in dit gebied leeft. Bamboe is er in ieder geval genoeg.

 

Pu'Er naderend worden de bergen heuvels met theeplantages. Pu'Er is beroemd om zijn thee. Niet van die gewone thee. Nee, hier wordt de thee bewaard, soms jarenlang. Net als wijn schijnt gerijpte thee steeds lekkerder te worden.
In Pu'Er vinden we de Bank of China en een restaurantje. In de schaduw van een zeiltje zitten we op krukjes aan een laag tafeltje. (Reden genoeg overigens om af te vallen...) Voor ons zijn twee vrouwen in alle rust bezig met het sorteren van groenten. Een mooi tafereeltje.
Voor de afwisseling bestellen we noedelsoep. Heerlijk issie. Frank heeft geen honger. Hij had onze koffiestop aangezien voor lunch. En bij het tankstation waar we stonden kocht hij dus in arren moede een paar pakken koekjes. Dat was zijn lunch dus!

 

Langs de Highway vinden we een servicestation met een theewinkel. Frank is blij met zijn aankoop, een pak Pu'Er thee voor zijn vrouw. Wij kopen ook iets.

 

Een stukje noordelijker verlaten we de Highway en slaan af op de 323. Het is een schitterende kleine bergweg. Diep in het dal stroomt een rivier die nu weinig water heeft. Rondom zijn er bergen en onaangetast groen. De hele route mag er niet harder dan 40 km/u gereden worden. Gelukkig vindt G met regelmaat een mogelijkheid om de trage grote jongens te passeren.

 

Om vijf uur zijn we in Jinggu, zomaar een plaatsje op de route. Tijd voor een hotel. Een bivak overwegen we niet eens meer. Te warm, geen plek en met zulke goedkope hotels...! Voor 17 Euro hebben we een hele goeie kamer. Heerlijk de dag nagenieten, douchen en om zeven uur kuieren we tot we een eettentje gevonden hebben. Het wordt weer rijst, gebakken rijst met het nodige er doorheen. (Hoogte 914 m).

 

Zaterdag 16 mei 2015 (377 km) - Snelle route via Lincang naar Janian

 

TOYs ontbijt op de kamer. Makkelijk, er is altijd een waterkoker om koffie te zetten. De stad uit. Frank noemt dit geen stad. Dit is het platteland. Ach, wat wil je van iemand die bij Beijing is opgegroeid.
De kleine oude huizen komen danig in de verdrukking door de hoogbouw die overal uit de grond wordt gestampt. Brede allee's, grote rotondes, maar weinig verkeer en nauwelijks mensen op straat. Verbazingwekkend. Dit is het beeld dat we vaker zagen. Behalve in die kleine "etnische dorpjes", zoals van de Dai waar we gisteren waren.

 

Vandaag schiet het harder op. De weg is breder. Nog steeds de groene hellingen. Koffiepauze en een stop bij een van de vele hamhuizen. Onder een afdak hangen alle delen van het varken te drogen.

 

 

Om een uur of een zijn we in Lincang. Ook hier brede wegen, veel hoogbouw en er tussendoor oude straatjes met de kleine winkeltjes en veel autotechnische zaakjes. Het stinkt er naar olie en rubber. En juist daar zitten ook de eettentjes. Tja: gebakken rijst met een schotel gewokte wortel. De thee is gratis (soms is dat bouillon of sojamelk). Bij de fruitkarren met aardige dames kopen we fruit.

 

De weg daalt en de bebouwing en bedrijvigheid neemt toe. Om een uur of vijf hebben we een gloednieuw hotel in Nanjian gescoord. Voor een deel is het nog een bouwput. Vijf verdiepingen zijn er maar merkwaardig genoeg geen lift.
Voor het avondeten schuiven we aan in een "Moslim" restaurant. Inderdaad, mevrouw draagt een hoofddoek en varkensvlees ligt niet in de vitrine. Maar het vlees is niet halal en er is zelfs een biertje.

Vanavond lukt het. We doen met succes alle Chinese keukentradities geweld aan. We willen gebakken rijst om te beginnen en dan een mix van gehakt en twee soorten groenten. Gewoon huppa in de pan en samen bakken. Oh, wat is dit fout. Frank moet praten als brugman om het voor elkaar te krijgen. Knap hoor, want het druist ook voor hem in tegen alles wat Chinees eten is. Het is dat hij ons van dienst wil zijn, maar anders... En laten wij er wel heel lekker van eten!
Terug op onze kamer met gescheiden bedden, kijken we terug op een heerlijke rijdag door prachtige natuur. (Hoogte 1.359 m).

 

Zondag 17 mei 2015 (113 km) - Drentelen in Dali 

 

TOY's ontbijt op de kamer en om negen uur zijn we klaar om te vertrekken. Het eerste stuk slingert door een kloof tot de hellingen rondom lager worden. Als we de de snelweg op gaan, denken we met een half uurtje in Dali te zijn. Jammer, helaas! File. Het kost een uur, maar levert wel een gezellig koffie-onderonsje en de nodige foto-sessies op.
Vervolgens is de aansluiting van de snelweg in onze richting afgesloten. Ommetje dus. En dan komt al het opgehoopte verkeer gezellig samen bij de tolpoortjes. Dat telt nog eens een half uur bij het file-uurtje.

 

Bij het oude Dali bezoeken we eerst het Pagode park. Prachtig aangelegd. Het is er heerlijk wandelen en rondkijken. We rijden om het oude stadje heen en komen uit bij de westpoort van Oud-Dali.
We nemen onze intrek in het backpackershotel "de Vijf Elementen". Frank gaat op slaapzaal en wij nemen een eigen kamer met matrassen op de grond. Voor het eerst in China kunnen we eten in het hotel en is er een gemeenschappelijke ruimte. Gezellig, want er zijn Engels sprekende medewerkers en gasten. Als late lunch genieten we van een ei/bacon sandwich. Zo!

 

Zonder Frank verkennen we het eeuwenoude stadje. In de oude pandjes zijn volop winkeltjes van het soort dat bij een toeristische plaats hoort. En er is volk, veel volk. Het is goed rusten op een bankje. We bekijken de voorbij kuierende mensen en fotograferen. Of worden gefotografeerd, want hier zijn wij de exoten. En braaf poseren we met duimpie-op of met V-teken.
Leuk om het grote verschil tussen de boodschappende plattelanders en de stadse flanerende Chinees te zien.
De poorten van het stadje zijn mooi en fotogeniek. En de jonge beheerder van het oude en eenvoudige Katholieke kerkje is totaal verguld met ons bezoek.

 

Begin van de avond gaan we op weg naar het hotel. Pardoes belanden we in het straatje, dat beschreven was in onze gids. Restaurantjes met terrasjes in westerse stijl en met westers voedsel. We genieten intens van een heul mals stukje Yakvlees, frietjes, salade, fruitsalade en espressootje toe. Hehehe, hier waren we aan toe. Ook de temperatuur van begin twintig is comfortabel. Geweldig, wat een luxe!

 

Ook nieuw en leuk is het om weer eens andere reizigers te ontmoeten. Op het eerder beschreven terrasje en ook in de "Vijf Elementen" is dat het geval. (Hoogte 2.061 m)

 

Maandag 18 mei 2015 (167 km) - Een kleurrijke dag in Shaping en Lijiang

 

De dag begint met een hotelontbijtje en goeie (Yunnan-)koffie! En da's nodig. Pratende jongelui op de binnenplaats en het voorbij razende verkeer op de weg denderden tegen de gevel en knalden onze kamer binnen. Dat sliep niet echt lekker!

 

Twintig kilometer noordelijker zoeken en vinden we de maandagmarkt van Shaping. Minder groot dan onze reisgids beschreef, maar evengoed prachtig.
Dit is het gebied van de Bai, een etnische minderheid. Op maandag komen ze uit de hele omgeving om hun waar op de markt aan te bieden en inkopen te doen. Groenten, fruit, vis, vlees, maar ook kleding, schoenen, bezems, van alles. Er wordt eten gemaakt dat gretig aftrek vindt. Er zitten dingen tussen die we totaal niet thuis kunnen brengen. We zwerven rond en maken foto's. Soms wenden de vrouwen zich af, maar meestal niet. Oh wat zijn ze mooi, de oude vrouwen met hun getaande koppen en kleurige kleding. De wonderlijkste hoofddeksels zijn er te bewonderen.
Zo'n markt is altijd weer een totaalervaring van beelden, geuren, kleuren, geluiden en beweging. We krijgen er niet genoeg van.

 

 

Frank weet er niet goed raad mee. Hij is er zo prat op dat China een economische grootmacht aan het worden is. Dit hier past niet in dat, in zijn, beeld.

 

Via de mooi aangelegde snelweg rijden we naar Lijiang, het centrum van de Naxi, ook weer een etnische groep. Hier en daar scharrelt er een authentiek oud vrouwtje in klederdracht rond. Meestal zijn er mooie meisjes in schitterende kleding die poseren voor iedere (selfie-)lens.

De oude binnenstad is befaamd vanwege de traditionele huizen en keienstraatjes. Net als in Dali zijn al die huisjes veranderd in souvenirwinkeltjes. Het is er vol met toeristen. Overigens vooral Aziaten. Uren wandelen we er rond, afgewisseld met een terrasje voor een cappuccino en een hapje. Tjonge, en wat is dat duur! "Venetiaanse prijzen", noemen we dat. De kleine zijstraatjes zijn nog het minst aangetast door het toerisme.

 

Om zeven uur treffen we Frank bij TOY. Terug in het hotel aan de rand van de stad bespreken we het programma. Twee nachten zijn hier gepland, maar zoals verwacht waren deze uren voor ons genoeg. Morgen dus op weg voor de Tijgersprongkloof en Shangri'La. Kunnen we de afstand van hier naar Deqin (op de grens met Tibet) in twee stukken hakken en een paar uitstappen doen.
De permits voor Tibet zijn aan boord! Door de gevolgen van de aardbeving, waren ze nog altijd niet afgegeven. Vanmorgen heeft Frank ze eindelijk bij een postpakketdienst op kunnen halen.

 

Het wordt weer een gescheiden nacht. Het is al veel frisser 's nachts en als het zo door gaat, kan saampies in een twijfelaar wel eens heel lekker worden. De donsdekken zijn dikker en de matrassen zijn voor het eerst redelijk zacht maar kraken onbedaarlijk bij iedere beweging... Heerlijk geslapen. (Hoogte 2.406 m).

 

Dinsdag 19 mei 2015 (272 km) - Op naar het echte Shangri'La

 

De badkamers in China hebben steeds iets bijzonders. In de ruimte staat een wc, een wastafel en een douche. Die douche is niet afgeschermd. En meestal is de tegelzetter ijverig bezig geweest, maar heeft de afwatering niet in aanmerking genomen. Resultaat, een zondvloed die de kamer in stroomt. Maar ook is het gokken waar warm en koud zit of duurt het heel lang voor er warm water komt, als het überhaupt komt.
Afijn, dit keer lijkt alles meer dan in orde. Ik draai de kraan open, het warme water is er in no time. Draaiknopje om en dan sproeit de douche ongeveer net zo veel water naar boven als naar beneden.... Toch lekker gedoucht! En gedweild natuurlijk.
Eigen kamerontbijt met schitterend uitzicht op de snowy mountain.

 

Terug naar de tolweg. Getankt. Van wegenaanleg hebben de Chinezen goed verstand. Hij ligt en loopt geweldig. Mooie uitzichten, prima tunnel en dan eraf in de richting van Shangri'la. Op de inmiddels vertrouwde 214 reizen we samen met de Jangtze noordwaarts. Bij Qiaotou scharrelen we door een klein straatje waar een markt gaande is. Het bekende beeld en weer vrouwen in prachtige klederdrachten. Sommigen met een enorme kap als hoofddeksel. We vinden de toegang vaar de Tiger Leaping Gorge. Helaas, we zijn te jong voor seniorenkorting!

 

Over een redelijk goeie asfaltweg rijden we de kloof in. Imposant zijn de diepte en de steile bergwanden. Bij het uitzichtpunt met enorme parkeerplaatsen voor de bussen en de kleinere auto's is het een drukte van belang. Er zijn trappen diep de kloof in. Hordes komen naar boven en degene die het niet redt kan een drager inhuren. In een zitje met zonnedak sjouwen schriele mannekes hun goed betalende uitgetelde last naar boven.
Wij nemen een rustigere afdaling. Halverwege geloof ik het wel. Onder een afdak met lekker windje geniet ik van de rust en het uitzicht. Gerard komt best wel fris terug, maar Frank zijn tong hangt op zijn schoenen.

 

We besluiten op deze weg verder te gaan naar Shangri La. Het is een nederige asfaltroute. Smal, zonder afzetting slingert het langs de steile kloofwand. Duizelingwekkend is de diepte pal naast het asfalt, Niks berm, zelfs geen streepje kan eraf. Geen route voor mensen met hoogtevrees. Hebben wij gelukkig geen last van.
We genieten intens van het indrukwekkende landschap van ruige bergen. Erboven uit piept de snowy mountain. Steeds dieper en smaller wordt de kloof.
Op het smalste stuk en op het goeie moment zijn we bij Nina's Guest House, een overnachtingsplek voor de sportieve trekkers. We eten er prima.
Langzaam opent de kloof zich. Op plateaus zijn dorpjes en akkers. Witte wolken trekken met ons mee in de helblauwe hemel. Urenlang toeren we door dit schitterende gebergte. Hier en daar rustig bewegende mensen, oude tanige mannen en de vrouwen met enorme kappen.

 

 

Verkeer is er nauwelijks. Hoger en hoger gaat het tot bijna 4,000 meter. Dat we in veel ijlere lucht zijn, dat voelen we. Frank nog het meest. Stilletjes zit hij achterin en zegt dat we in Shangri La flessen zuurstof gaan kopen. In Tibet zijn die veel duurder. Boven de 4.000 krijgt hij last van hoogteziekte.

 

 

Adembenemend zijn de uitzichten. Diepe dalen, besneeuwde toppen en ruisende geurende lariksen. Een regenboog geeft een extra kleurtje aan dit plaatje.
Afgedaald naar 3.000 meter. In een vallei grazen yaks en stroomt een helder beekje. We kijken elkaar aan. Even zijn we in Mongolië. Het ontroert ons.

 

Dat we aangeland zijn in een Tibetaans gebied (deel van de provincie Yunnan) is vooral te zien aan de huizen. Opvallend anders dan alles wat we gezien hebben. Groot, vuilwit met een ommuurde binnenplaats voor het huis. Boven een indrukwekkende open schitterend bewerkte en beschilderde houten balustrade met dikke houten pilaren net als de ramen rondom.
We begrijpen beter waarom deze route en dit gebied wordt aanbevolen (door het Capitool) voor reizigers die niet naar Tibet gaan.

 

Dan rijden we het dorp binnen dat Jiantang heet, maar sinds 2002 als Shangri La door het (toeristische) leven gaat. Althans...
Omdat we door de verschillende informatiebronnen steeds weer in verwarring worden gebracht over waar en wat Shangri La nu precies is, gaan we uit van Wikipedia. En die zegt:
"Shangri-La is een arrondissement in China, dat tot 2001 de naam Zhongdian voerde. De hoofdplaats van het arrondissement is Jiantang, maar ook deze plaats wordt als Shangri-La aangeduid."

 

Shangri'La is Paradijs in het Tibetaans. Een begrip dat uit een roman is opgedoken en door dit gebied stukje bij beetje geannexeerd werd. De route was in ieder geval paradijselijk!

 

Het tweede hotel heeft prima kamers voor elf euro. Gescheiden bedden weer en een elektrische (onder)deken. Want frisjes is het wel. Maar niet zodanig dat we het prikken van de warmtespiralen ervoor over hebben. Eraf met die dingen.
Happie eten aan de overkant, beetje internet, foto's kijken, lezen, schrijven en slapen. Op de 3.400 meter hoogte, moeten we wel nu en dan naar adem happen. Rustig bewegen is het devies. En onze badkamer? Deze keer heeft die een glazen wand rondom. (Hoogte 3.297 m).

 

hoogteprofiel van vandaag

 

Woensdag 20 mei 2015 (135 km) - Heftige dag met Rood Fontein op 'n Toppie... AUW

 

G bergt om te beginnen de zuurstof (kleine spuitbussen) op. Het is toch al behelpen met Frank en al zijn bagage achterin TOY.
De G214 vervolgt schitterend. Een brede goede nieuwe weg. Het open dal vernauwt zich en we klimmen en klimmen. Adembenemend. Halverwege zigzaggen we weer op de oude versie van de G214. Klauteren naar duizelingwekkende hoogte. Dat is, duizelingwekkend zijn de uitzichten naar beneden. Bruine ruige rauwe bergen en beneden een snel stromende Jinst (Yangtze).

 

Een checkpoint. Paspoorten en autoregistratie. Ongemerkt raken de bergen bekleed met mossig gras en lariksen. Bij een dorpje hebben we oponthoud. Er is een ceremonie geweest en eindeloos veel auto's staan geparkeerd langs de smalle bergweg. Het is blijkbaar afgelopen. Groepen fraai aangeklede mensen en mensen in klederdracht wandelen naar hun vervoermiddel langs de berghelling. Politie-agenten zijn er genoeg. Ze kijken toe, niet wetend wat ze met deze chaos aan moeten.

 

Op een mooi uitzichtpunt lunchen we. Bloedheet brandt de zon. Enthousiaste passanten fotograferen de kloof, de wegwijzer en ons.

 

Het klimmen gaat door. Opgewonden zien we dat we naar de 4.000 meter stijgen. Op een pas op ruim 4.300 meter staan motorrijders en het konvooi LC200's met begeleiding. Het wordt een happening met fotosessies en uitwisseling van allerlei. G gunt de mannen en blik onder de motorkap.

 

 

Een hele kluit buigt zich over het wonder van de Toyotamotor. Totdat... G bedenkt dat hij het koelvloeistofpeil nog steeds moet controleren. Het is er steeds bij ingeschoten sinds het ververst werd in Vientiane. Juist! Even vergeten dat er een paar duizend hoogtemetertjes zitten tussen toen en nu. Een rood fontein hete koelvloeistof spuit de lucht in. De groep deinst achteruit. Ik schrik me kapot.

 

Een flinke open brandwond en heftig rood sieren G's pols aan de binnenkant. Afijn, behandelen en van de schrik bekomen. Gelukkig hebben we het nodige aan boord.
We besluiten om bivak te maken op deze schitterende plek met uitzicht op besneeuwde toppen. Het waait hard en Frank is bang dat zijn tent zomaar zal wegwaaien. Nee, een doorgewinterde kampeerder is hij niet.

 

What a view! We hebben opvallend weinig last van de hoogte. Totnutoe en zolang we rustig bewegen tenminste. Pasta-hapje en weer eens een glaasje wijn. Een koekoek laat zich horen en verhoogt de bijzondere sfeer. 
Als de zon onder is, koelt het snel af. In ons knus verblijf pellen we alle laagjes weer af en oh wat is het heerlijk om eens niet op een hard Chinees matras te hoeven liggen. (Hoogte 4.328 m).

 

Donderdag 21 mei 2015 (250 km) - Op de Hoogte

 

De hoogte heeft ons alledrie flink parten gespeeld. Hoofdpijn, slecht geslapen. Veel meer dan gisteren voelen we die hoogte. Gelukkig zit het verband van G nog goed en heeft hij helemaal geen pijn.
Ontbijten met dit uitzicht is geweldig.

 

De route blijft nog lang op hoogte. Stops bij de kleine heiligdommen met de kleurige gebedsvlaggetjes. En nog steeds die eindeloze uitzichten. Langzaam dalen we en een uur later ronden we Deqin dat ingeklemd zit in een berghoek. Veel kolossen van vrachtwagens staan er.
De weg maakt een ronding om een berg en duikt dan een dal in. Hier zoekt de Lancang (de Mekong!) haar weg omlaag in een roestbruine kolkende stroom. Het dal vernauwt tot een kloof van steile ruige wanden in alle tinten bruin. Uren lang rijden we zo. De weg blijft aan de wand gekleefd hoger of lager. En van de kou op hoogte loopt de temperatuur op naar dertig graden als we dalen.

Voor ons zien we ergens hoog een stofwolk. Dichterbij gekomen blijkt er, gelukkig niet aan de wegkant, een landslide gaande. Ergens hoog beginnen stenen en zand te rollen en nemen steeds meer materiaal mee in die vaart. We duiken de stofwolk door en hebben weer zicht.

 

 

Al heel lang is de sfeer onderweg heel Tibetaans. In de valleien met de groene akkers zijn overal de huizen in Tibetaanse stijl te zien. Ook hier. De teksten zijn ook al een poosje tweetalig.
Met regelmaat passeren we fietsers en verder is er amper verkeer op deze weg richting Tibet. Het is heerlijk rijden zo. In een dorpje houden we halt bij een restaurantje.

Honderd meter voorbij het restaurant is een politiecheckpoint. Het kost deze keer veel meer tijd dan eerder. Telefoontjes, paperassen, controle dit, controle dat... Afijn, uiteindelijk is alles in orde. We krijgen een briefje mee voor de resterende route naar Markam. Eerder dan tien over vier mogen we er niet aankomen, wat neerkomt op 40 km/u. Dit is een snelheidscontrole, volgens Frank, want hier zijn geen elektronische metingen.
In het vervolg van de route blijkt het ook nauwelijks harder te kunnen. Over grote delen wordt aan verbetering van de weg gewerkt. Het resultaat is dat er soms flinke afstappen vanaf het asfalt gemaakt moeten worden en hele stukken onverhard te rijden zijn. Nog steeds zijn er de nodige haarspelden te nemen. Zoetjesaan is er meer verkeer.

 

Bij binnenkomst in Markam is er de politiepost. Het kost weer veel tijd. Een auto van de vreemdelingenpolitie komt ons halen voor het vervolg van de procedure. Vanaf dan start een tijdrovende ondoorzichtige en ingewikkeld procedure en probleem.
We hebben de permit voor Lhasa, we mogen door county X, maar daarvoor moeten we vijftig kilometer door prefectuur Y en die laten geen vreemdelingen toe. Ofzo...
TOY mag, Frank mag. Nu wij nog. De permit zou gehaald kunnen worden in Qamdo, maar daarvoor moeten we door verboden gebied.
Ongeveer zo, schijnt het probleem in elkaar te steken. En laten wij nou de eerste buitenlandse reizigers zijn die hier van oost naar west reizen.
Afijn, de baas van Frank is op hoog niveau aan het bellen. Morgen verder...

En wat we pas nu door krijgen is, dat die politiepost na de lunch in Muxixiang op de (provincie-) grens van Tibet lag! We reden dus al 104 Tibetaanse kilometers! Uh...

 

De politie begeleidt ons naar het (vreemdelingen-)hotel, dat door de organisatie gereserveerd is. (Toelichting: in Tibet mogen buitenlanders alleen logeren in door de staat goedgekeurde hotels.)

 

 

TOY trekt onmiddellijk de aandacht van wat mannen. Ze vergapen zich en betasten dat rare monster voorzichtig hier en daar.
Frank is aan het eind van zijn latijn en duikt vroeg het bed in. In het buurrestaurantje eten we in gezelschap van een troepje fietsers. Vroeg naar bed, moe als we zijn van de hoogte en de slechte voorgaande nacht. Maar niet nadat G TOY heeft laten poetsen bij de buurt autowas.

 

En we slapen heerlijk in gelukzalige onwetendheid over de bizarre dag die ons te wachten staat...
(Hoogte 2.595 m).

 


Nawoord Yunnan

 

Onze verwachting was dat het landschap in zuidelijk Yunnan ongeveer hetzelfde zou zijn als in Laos. En dat klopte. De economische welvaart van China maakt het ook heel anders. Het ongerepte van Laos is in Yunnan zo goed al verdwenen. Brede goede wegen, plantages, betere bebouwing zijn er dan ook volop. Maar dat we noordelijk al in het imposante gebergte zouden komen dat we associeerden met Tibet, dat was ons ontgaan.
Op een roadtrip als deze, is het contact met de lokale bevolking beperkt. Temeer, omdat weinig mensen Engels spreken. Gelukkig hebben we Frank, onze tolk, papierbeheerder, regelaar en hulp in alle opzichten. Handig, maar het betekent ook een stukje onvrijheid waar we aan moesten wennen.
Tja, en het eten. Chinees eten hier is heel wat anders dan thuis een "chineesje halen". De kwaliteit en gevarieerdheid wisselt. Maar wat kun je snakken naar een westers happie!
Yunnan is voor ons vooral: het imposante gebergte, de kloven, onstuimige rivieren, de mooie etnische dorpjes. de markten en de oude stadjes Dali en Lijiang.