home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Iceland 2016
::
iceland 1
  • algemeen
  • iceland 1
  • iceland 2
::
reisverslag
Iceland 2016 :: iceland 1 :: reisverslag

 

 

Route (3.900 km, 21 days): Utrecht - Hirtshals (DK) - Seydisfjördur - Pórshöfn - Reykjalid - Askja - Husavik - Laugafell - Varmahlid - Sprengissandurroute - Landmannalaugar - Hekla - kerlingarfjöll - Kjolurroute - Blonduos - Holmavik - Patreksfjordur

 

Zaterdag 9 juli 2016 (220 km) - We gaan weer!

 

Half zes. We trekken de deur achter ons dicht en starten TOY. Inclusief een omleiding in Duitsland zijn we om half acht bij Burkhard en Bärbel (vlakbij Osnabrück). Burkhard is druk met klussen voor een veeleisende Slowaakse klant. Met Bärbel eten we in het dorp in "the Old Farmhouse". Gezellig en lekker kunnen we tot laat buiten doorbrengen. Terug duiken we snel ons TOY-bed in. Moe!

 

Zondag 10 juli 2016 (423 km) - Duits Vakantieverkeer, de Airco en Denemarken in 

 

Eind van de ochtend zwaaien B&B ons uit. We storten ons in het drukke vakantieverkeer. Gelukkig komen we nooit helemaal stil te staan.

Het is warm. Wat is dat? Geeft de airco er de brui aan? Getraumatiseerd als we op dit punt zijn, proberen we het een poosje te negeren. Radio aan, raam open. Heel even met succes. Maar toch, op een P-plaats duikt G onder de motorkap. En jawel, er is een stekkertje los!

 

Vlotjes Denemarken in. Het weer? Het begon warm en zonnig. Inmiddels is het betrokken en buiig. Zo'n kleine 400 kilometer voor Hirtshals slaan we af naar een camperplek. Er staan een paar Duitse en Nederlandse campers. Een overmoedige rijdt zich vast in de drassigheid van het veldje. Met rijplaatjes en wat duwwerk komt er beweging in de bak. De moeheid is nog niet volledig bestreden en om half elf lokt het dons.

 

Maandag 11 juli 2016 (329 km) - Hirtshals

 

Pas om kwart over acht begint onze dag. Half elf rijden we weer door het niet bijster enerverende Deense landschap. Als lunch eten we een overheerlijke smörrebröd in een wegrestaurant.

 

 

Een groep NL-Defenders, tot de wieldoppen in expeditie-outfit, is ook onderweg. Op een P maken we kennis met Moeder (Defender) en dochter Sanne (oude Nissan), ook op weg naar IJsland.

 

Op de Hirtshalscamping is het goed toeven. Aardige receptie, gratis wifi, zicht op de zee en een arsenaal aan kampeerders en kampeermiddelen. Het weer blijft wisselvallig zonder dat het echt koud wordt. Onder het luifeltje redden we ons prima. En anders wel in de (warme) internetruimte waar iedereen over het wereldwijde web surft.

 

Dinsdag 12 en woensdag 13 juli 2016 (18 km) - Vaar-Vertraging, Defenders en Woelige Baren

 

Goed ontbijt met verse harde bolletjes. En koffie natuurlijk. Bij de Smyril pier staat de parkeerplaats vol. De veerboot is vertraagd.

Om een uur of half een (half twaalf "ship-time") laten we het Europese vasteland achter ons. De boot beweegt genoeg om een reistabletje te nemen. De binnenhut  zorgt voor donkere nachten. Iets wat we voorlopig niet meer zullen meemaken.

 

Donderdag 14 juli 216 (200 km) - Mooie eerste IJslanddag

 

Met een paar uur vertraging legt de boot aan in Seydisfjördur, een nietig en mooi dorp aan een fjord in het oosten van IJsland. Als de autodecks open zijn, begint een bijzondere uitdaging, namelijk je auto zien te bereiken. Nooit zagen we een zo strak beladen ruim. Er wordt geklommen, geklauterd, gekropen en benauwd gekeken als iemand beklemd dreigt te raken. Pffft, om één uur precies zitten we in TOY dankzij een welwillende buurman. Vijftig minuten geduld. Tegen twee uur (IS-tijd, twee uur vroeger dan in NL) rijden we de eerste meters op IJslandse bodem.

Vijfentwintig mooie kilometers rijden we naar Eglisstadir. Groene heuvels met plakken sneeuw, glinsterende beekjes, stroomversnellingen, kleine watervalletjes en twee grotere (Gufufoss, Mulafoss).

 

In Egilsstadir pinnen we, doen boodschappen en eten we een burger. Vanaf de ringweg (de 1) slaan we af op een gravelweg naar het noorden richting Vopnafjördur. We trekken door een prachtig baai en kronkelen  omhoog naar de Hellisheidi (heidi=pas). Genieten van uitzichten op zee, de vlakte met de kronkelende rivier en de besneeuwde toppen in de verte. Vanuit zee rolt een wolkendek naar boven tot het ons omringt. De waterval waar meeuwen nestelen in de rotswand is daardoor grijs en grauw. Bij Bakkafjördur zien we het oudste kerkje van IJsland.

 

Om een uur of zeven strijken we neer op de nederige camping van Pórshöfn, een grasveld, een paar struiken en een keurig toiletgebouwtje. Onze buurman is een oudere Duitse heer. Hij slaapt in zijn auto, die ingenieus is ingericht. Trots vertelt hij dat en hoe hij alles zelf heeft bedacht en gemaakt.

 

 

Het gezelschap is internationaal, de voertuigen divers en voor een deel bekend van de boot. Althans de auto's, want daar heeft G een neus en oog voor.

Lekker is (het blik) Deense ossenstaartsoep met broodjes en bietensalade. De harde wind houdt ons niet uit slaap. Ook niet het licht. Om een uur of twaalf gaat de zon onder en de lange avondschemer verandert in ochtendgloren tot de zon om drie uur weer boven de horizon verschijnt. 

 

Vrijdag 15 juli 2016 (280 km) - Vogelrotsen, een Heerlijke Oversteek en Watervallen 

 

Koffie, ontbijt en inpakken voor een tocht op het schiereiland Laganes. Het is zwaar bewolkt en grijs. Langs de hele kust ligt het drijfhout op de grindstrandjes en hippen schichtige vogels rond.

Een eerste stop maken we bij het vogeleilandje en de steile rotsen waar het een vogeldrukte van belang is. Het is akelig koud (tien graden) en de wind waait stormachtig. Prachtig zijn de nestelende zeemeeuwen en de grote Jan van Genten. En yes, we zien onze eerste papegaaiduikers! Het pad houdt op bij de vuurtoren. De snijdende kou jaagt ons snel TOY weer in. Terug bij de vogelrotsen lunchen we knus binnen.

 

Vanaf Pórshöfn rijden we over asfalt (85) tot aan de afslag van een pad. Over de Öxarfjardargheidi steekt het over naar de andere kant. Het zou de mooiste route van heel IJsland zijn volgens onze routegids (Iceland, Offroad - Routes). Het trekt door ruige lavavelden met watercrossings. Zinin.

Genieten is het. De temperatuur daalt nog verder op de grillige lavavlakte op een kleine 400 meter hoogte. Halverwege is een Refuge. Volgens het gastenboek zijn er vandaag twee auto's gepasseerd en gisteren één. Het pad is hobbelig, stijgt en daalt stevig, er zijn riviertjes en stroompjes te kruisen, maar het is goed te doen. 

Van de doorgaande asfaltweg (85) slaan we zuidelijker af op de gravelweg waaraan een paar watervallen te vinden zijn. Eerst wandelen we naar de Hafragilsfoss (foss=waterval). Zuidelijker ligt de imposante Dettifoss, die de grootste in volume van Europa heet te zijn. Veertig meter breed stort het water naar beneden in een gordijn van mist. Prachtig is het. 

 

Het is akelig koud en de wind waait op volle kracht. Op naar Reykjahlid. Een warm restaurant willen we. In de lokale bistro is te zien dat veel meer mensen dat verlangen hebben. Twintig minuten moeten we wachten. Maar dan zitten we midden in de warme drukte die iets weg heeft van een berghut in het hoogseizoen. Ik geniet van de IJslandse specialiteit, de lamssoep en G van een vispotje. Doorgewarmd en wel melden we ons op de mooi gelegen camping (Bjarg) aan het meer (Myvatn). Heel veel tentjes en heel veel vouwwagens staan er.

Tja, die vouwwagens! We zagen ze onderweg, op de campings en in de dorpjes stonden bij de meeste huizen vouwwagens geparkeerd. Ze zijn er in soorten en maten, maar de grotere hefdakwagens met uitschuifbare delen zijn vooral populair.

Nog even schrijven en lezen en dan slapen we weer een IJslandse nacht.

 

Zaterdag 16 juli 2016 (122 km) - De Askja: daar doe je het voor!

 

De ochtend is half om als we vertrekken. Een klein beetje zon hield ons vast. Informeren bij de Toeristeninfo en boodschappen. Dan op naar de Askja, een rit naar het binnenland. De beschrijvingen en de waarschuwingen van de toeristenman maken van de route een spannend vooruitzicht.

Koffiepauze zonder koffie maar mét croissantjes houden we bij het sulphurveld, Namaskard. De prachtig gekleurde aarde blubt, kookt en stoomt.

 

Veertig kilometer oostelijker op de ringweg slaan we af. Borden geven allerlei waarschuwingen en instructies hoe de rivieren overgestoken moeten worden. En, dat het ten strengste verboden is van het pad af te gaan. De doorwadingen zijn simpel. Voor ons in ieder geval. Maar er zijn ook mensen zonder ervaring die met hun huur-Suzuki's overmoedig de rivier in duiken. En dan gaat er wel eens iets mis.

 

De weg is riant gravel en het landschap indrukwekkend. Enorme lavavelden rondom. De bijna 1.700 meter hoge tafelberg Herdubreid hult zich in nevelen. Hier en daar schemert blauw door het wolkendek. Bij de tweede rivieroversteek ontmoeten we een gezin. De zoon installeert zijn drone en zo filmen zij hun overtocht. G weet meteen weer wat hij op zijn verjaardag en sinterklaas wil hebben... Dikke pret als de familie vanaf de overkant de drone nog even terug stuurt en ons een groet brengt door heen en weer te wiebelen.

We genieten. Ook al omdat het landschap heel erg des woestijns is, zij het dat er meer verkeer is dan wij op dit soort wegen gewend zijn.

 

Halverwege de middag staat TOY in bivakstand op het kampeerveld bij de Drekagil vlakbij Askja. Behalve twee berghutten zijn er chalets en een toiletgebouwtje. We kijken uit op de vlakte en op de mooi gekleurde bergwand. We wandelen en klauteren in de kloof langs het riviertje.

 

Veel mensen zijn hier om te bergwandelen en -klimmen. De wind gaat liggen waardoor de negen graden beter te verduren zijn. We zijn inmiddels dik ingeduffeld. Uitgebreid tijd voor een TOY-maaltijd. Salades, wijn, rijst met chili-con-carne. Port met kaas en druiven toe. Het uitzicht wordt nóg mooier als de besneeuwde toppen van de Herdubreid ineens in de zon komen te liggen. Nog lang kunnen we genieten van sfeer en uitzicht. Tja, en daar doe je het toch voor...

 

Zondag 17 juli 2016 (134 km) - Kratermeren, Nieuw Lava en de Hoogst gelegen Boerderij

 

Heeee? Geen wind, geen regen en geen wolkendek? Yes! Op het gravelveld zijn gezellige bedoeninkjes gaande rondom  voertuigen van allerlei soort en maat. Zo maken we kennis met August en Johanna uit Reykjavik. Ze slapen in hun Toyota 80 met grote banden. Zomerbanden, legt August uit, want in de winter gebruiken ze nog grotere om over de sneeuwvelden te crossen. Hij geeft zijn telefoonnummer voor als er een probleem zou zijn. 

 

 

In de zon genieten we van uitzicht en ontbijt. Dan rijden we naar de Askja met de Viti (een caldera in de Askjakrater) waar je in het mineraalrijke water kunt zwemmen.

Vanaf de parking wandelen we door weids landschap van gitzwart lavazand met sneeuwvelden en stroompjes. Mooie blauwe lucht met witte wolken. Soms zakken onze voeten diep weg in smeltende sneeuw.

Vanaf de rand kijken we in de Viti. Een paar moedigen zwoegen langs de steile en glibberige 60 meter hoge wand. Melkblauw is het water. Erboven ligt het grote kratermeer van de Askja, de Öskjuvatn. Het is windstil en het heldere water weerspiegelt de kraterwand en de lucht erboven.

 

Over de vlakte naderen plukken mensen. Teken voor ons om terug te gaan. Op de parkeerplaats staan inmiddels vier bussen. Soms is de gemiddelde leeftijd van de passagiers tamelijk hoog. Op het grind van het beginpad hebben ze elkaars steun al nodig. Dat wordt nog wat op de gladde drapperige sneeuwhellinkjes.

Terug naar Breki (de overnachtingsplek). G informeert bij de receptie naar de route die we in gedachten hebben. Ik neem een heerlijke warme douche. Jammer, de weg die we wilden nemen, is gesloten. Nog te nat. Dan op weg naar de "nieuwe lavavelden".

 

De lava is van 18 kilometer ver aan komen stromen na de uitbarsting van de Bardabunga (een vulkaan onder de grote ijskap de Vatnajökull) in 2014. Deze vulkaan is onderdeel van een stelsel van meerdere vulkanen die op de breuklijn tussen de Noord-Amerikaanse en Euraziatische plaat liggen, Deze platen drijven uit elkaar waardoor er veel seismische activiteit en vulkanische hotspots ontstaan.

 

Om er te komen, rijden we over grote vlaktes van zwart zand. We genieten van het zand-rijden en het landschap. Op de parking lunchen we. Dan klauteren we op het scherpe gesteente. Ongepolijst nog wacht het gitzwarte gestolde lava op weer en wind om te eroderen. Een  ranger bevestigt de gesloten routes en vertelt enthousiast over de uitbarsting.

 

Terug langs Breki en terug op de route van gisteren door het vulkanisch woestijngebied. (Het ligt in de regenschaduw van de Vatnajökull-ijskap.) Bij de afslag van de F88 gaan we rechtdoor. Via een oostelijk gelegen route (F910, F905) rijden we richting de ringweg. We wanen ons weer alleen op de wereld. Een heerlijke rit door een omgeving van zand en zandkleurige rotsblokken.

 

Door het voortdurende licht vergeet je makkelijk hoe laat het is. Maar onze magen trekken zich daar minder van aan. Etenstijd, melden ze om een uur of zeven. Bivak maken is echter vrijwel onmogelijk. Van het pad afgaan is ten strengste verboden. Er zijn maar een paar plekken waar je kunt en mag staan. Dus hobbelen we door, hopend op.... iets!

En jawel, vlak na de aansluiting op de 901 is een piepkleine nederzetting. Een tankstationnetje, kerkje, paar huizen en "de hoogst geleden boerderij van IJsland", de Mödrudalur. Nu doet het dienst als B&B, camping en restaurant met alle mogelijke IJslandse traditionele gerechten.

Binnen is het simpel, knus en warm. Op een grasveld staan de trekkers met hun diversiteit aan kampeermiddelen. Frisgroen gras, een glinsterend stroompje, geitjes, bruggetje en met gras bedekte hutjes en in de verte nog steeds de Herdubreid. Heerlijk zijn de lamsgerechten en goed is de wijn.

 

Om een uur of tien gaat ons dakkie open. We lezen nog wat voor we weer aan een mooie Nordic nacht beginnen na een superdag die de 12 graden van de afgelopen tijd ver overschreed. Bijna steeds was het 17 graden. 

 

Maandag, 18 juli 2016 (158 km) - Basaltrotsformaties (Hljódaklettar) en Mist in Husavik

 

Weer schijnt de zon volop. Ontbijt gaat over in koffiepauze, zodat we langer kunnen genieten van het highlanduitzicht. Over de smalle grindweg rijden we door de weidsheid van heuvelend grasland naar de ringweg .

IJsland is een land met ruimte. Meer dan twee keer zo groot als Nederland met ruim driehonderdduizend inwoners waarvan de helft in en rondom Reykjavik woont.

 

Vanaf de ringweg slaan we af in noordelijke richting. De weg is geasfalteerd tot aan de afslag naar de Dettifoss. Iedere toerist bezoekt deze waterval. Wij hebben hem vanaf de andere kant bewonderd. Dus trekken we nu verder door de toendra over de stofweg. Vanaf vierhonderd meter hoogte zien we in het oosten de kloof van de rivier. Het lava is oud en verweerd en begroeid met tanige mossen en plantjes.

Noordelijker slingert een weggetje een kloof in naar Hljódaklettar, een verzameling bijzondere basaltrotsen. Na de lunch op de P gaan we aan de wandel. Over de basaltformaties en rotsen is het klimmen en klauteren geblazen. Prachtig zijn ook deze door de natuur gevormde sculpturen in dit geologisch jonge land. 

 

 

Terug en door naar de asfaltweg. Ook dat is des TOY's. We rijden langs de kust naar Husavik. Uitzichten op blauwe zee en groen boerenland. In Husavik bespreken we de walvissafari en installeren we ons op de camping naast het voetbalveld.

In de uren erna stroomt het vol. Van een IJslandse buurvrouw horen we dat er dit weekend een festival is. Daar komen de Noordelijke IJslanders massaal op af. Wat het is, wordt niet helemaal duidelijk. Het heeft iets met snoep en chocolade te maken.

Ook hier weer de bonte verzameling kampeertuig: tentjes, vouwwagens, campers en een hotelbus. We hebben gratis 4G-wifi tot onze beschikking. Zo!

Uit eigen keuken genieten we van een prima nasi. Als de afkoeling is ingezet en de mist zich over de camping heeft genesteld, kruipen wij onder het warme dons.

 

Dinsdag, 19 juli 2016 (92 km) - Walvis Spotten en een Top-Eén-Waterval

 

Half negen, de mist hangt als een dikke deken over de wereld. Voor de walvissafari maakt het niet uit, vertelt de dame van de de "Gently Giant", waar we geboekt hebben. Je kunt onder de mist door kijken.

 

Kwart voor elf hijsen we ons in enorme pakken. Ter bescherming tegen kou en water en voor de veiligheid legt de Kroatische gids uit. We zijn met negen mensen. Vier gezellige Amerikaanse dames genieten met volle teugen. Twee weken reizen ze rond met een camper zonder hun mannen ("die houden niet van reizen, ze golfen liever").

Bij een eilandje waar papegaaiduikers nestelen, houden we een eerste stop. Dit is de tweede grootste kolonie papegaaiduikers (puffins) van IJsland. Deze leuke vogels duiken tot wel 60 meter diep. Begin mei komen ze naar dit rotseiland. Ze vinden hun (levens-) partner én het oude nest terug. Ze paren, broeden en brengen hun jongen groot. Begin augustus verdwijnen ze naar de noordelijke oceaan waar ze de hele winter rond dobberen.

 

Dan gaan we op zoek naar "something bigger". In een baai vermaken dolfijnen zich en wij dus ook. We hebben geboekt op een snelle boot en kunnen overal snel op af. Zo zien we nog net de rug van een dwergvinvis (minke whale).

Ook de bultrug (humpback whale) laat zich zien. Verschillende keren en best dichtbij. We profiteren van een Slowaakse onderzoeker. Hij weet precies waar er de bultrug boven gaat komen. Zijn enorme lens richt zich en wij weten in welke richting we moeten kijken. Hij fotografeert vinnen en staart om individuen te identificeren. Mooie ervaring.

 

Na twee en een half uur zijn we terug in het vriendelijke haventje. In een restaurantje eten we (vis en lam) weer voortreffelijk. Op de camping maken we ons klaar voor vertrek. In de koude mist hier blijven, zien we niet zitten. Over het asfalt gaan we zuidwaarts. Weer op de ringweg bezoeken we om te beginnen de Godafoss, een grote waterval die veel bezoek trekt. En ze is mooi! Iets verderop slaan we af op een stofweg. Zuidelijker is ligt de Aldeyjarfoss. Op de parkeerplaats staan een paar auto's. Twee tentjes proberen zich staande te houden in de harde wind. Via een zigzag-paadje dalen we te voet af in de kloof. Deze waterval is beroemd vanwege de bijna figuratieve basaltwanden. Schitterend beeldhouwwerk van Moeder Natuur!

 

We rijden verder over de F26. Hier en daar zijn boerderijtjes en op het land liggen ook hier de hooibalen in plastic. Het pad wordt smaller en slechter en klimt de hoogvlakte op. Een klein hobbelspoortje leidt naar een onbekende waterval, de Hrafnabjargafoss.

Over scherpe lavarotsen klauteren we tot midden in de cirkelvormige waterval. Een juweeltje is het. Deze "Iguacu-in-het-klein" steelt meteen ons hart.

 

 

Er is niets en niemand en dus een uitstekende bivakplek. Borrel, stokbrood en een heerlijke nasikliek. Wat een mooie dag weer.

Mijn nachtrust wordt gehinderd door het geluid van denderend water. Maar, who cares!

 

Woensdag 20 juli 2016 (183 km) - Een Heerlijke Rit en een Warm Bad

 

Laat wakker. Het weggetje is nog steeds stenig en grinderig en stijgt tot zeshonderd meter. Over de grote grijszwarte glooiende vlakte is nog net de witheid van de gletsjers te zien. Een paar auto's en een groep ruiters met een reservepaard aan de hand komen ons tegemoet. Hier en daar hebben we uitzicht op de meanderende rivier met het bijbehorende groen. Een paar kleine doorwadingen zijn er te nemen en we hebben koffie mét gebak!

 

Meer westelijk stijgt het kronkelende pad naar negenhonderd meter. De temperatuur schommelt nog steeds tussen 12 en 14 graden, maar het wordt iets lichter. Om een uur zijn we bij de oase Laugafell waar een hut met overnachtingsmogelijkheid is.

Na de TOY-lunch is het dan eindelijk badtijd. Met veertig graden stroomt het bronwater een poel in en een paar graden lager stroomt het aan de andere kant weg. Even zijn we in gezelschap van twee motorrijders. En dan zijn we alleen in dit paradijsje. Genieten van de stilte, het warme water, het uitzicht op kleurige bermbloemen, bergen, blauwe lucht en zon.

 

Het vervolg van de rit leidt aanvankelijk over dezelfde vulkanische hoogvlakte als eerder. Maar dat verandert als het pad zich stukje bij beetje een steil dal in kronkelt. Smaller en steniger weerstaat het de vele vele stroompjes op hun weg omlaag. Sneeuwplakken op de hellingen en waar water stroomt is er het prachtige lichtgroengele mos. Genieten.

In het dal wordt het pad een brede grindweg en uiteindelijk is er asfalt. We bekijken een schitterend turfkerkje (Saurbaer, een van de zes in IJsland). Lager in het dal (in Grund) bezoeken we een kerkje dat volgens onze gids het mooiste van IJsland zou zijn. Een zoekactie naar de sleutel bij een paar boerderijen loopt op niets uit. Het interieur blijft voor ons verborgen.

 

In de bewoonde wereld van Ukeyreri vinden een prima stek bij een mooie rotswand. De ruim opgezette camping (Hamrar) heeft schitterende speelmogelijkheden voor kids. En .... jawel, daar zijn ze! Op het voorste veld staan zo'n twintig NL-campers in twee nette straatjes opgesteld. De NKC-rondreis! Het is koud en niemand laat zich buiten zien.

Onze TOYse binnenruimte mag dan minder riant zijn, knus is het wel. We lezen en eten pasta. De laptop gaat voor het eerst open.

 

Donderdag 21 juli 2016 (199 km) - Haring- en Haai-Happen

 

Het is negen uur als ik de moed opvat om de kou te trotseren. De kletterende regen gaat over in een gestage miezer. Eind van de ochtend vertrekken we voor een rit langs de kust van het Tjörnes schiereiland. De uitzichten zullen ongetwijfeld fantastisch zijn. Normaal gesproken. Vandaag strijden regen en mist om de voorrang. Ons uitzicht is dus vooral grijs. Gelukkig is op deze route het Haringmuseum in Siglufjördur te vinden. Een absolute must voor G die een fervent haringhapper is.

 

Het kleine dorp heeft betere én zware tijden gekend in de vorige eeuw, zo ontdekken we in het erg leuke museum. Het is ondergebracht in het houten gebouw waar lang geleden de visvangst verwerkt werd. Ervoor staan de werktafels waar de haring werd gekaakt en in zout ingelegd. Een film laat zien hoe dat toeging. Het waren vooral jonge vrouwen die hier werkten. In het gebouw waar ze werkten, waren ook de kamertjes waar de meisjes verbleven. Alles is nog intact en het ziet er uit alsof de dames even zijn weggelopen. Ernaast is een fabrieksruimte waar de haring machinaal tot olie verwerkt werd.

 

In een restaurantje ronden we (Gerard!) deze haringexcursie af met een haringproeverij. Naast de haringhapjes liggen op zijn bord ook stukjes haai. Het meegeleverde glaasje "brennivin" is inderdaad heel erg nodig om de sterke ("ammoniak", volgens G) smaak ervan weg te spoelen.

 

We toeren verder in de natte grijsheid. Zoeken en vinden een tweede turfkerkje, dat lang niet zo mooi en authentiek is als de eerste die we zagen. Het hout lijkt net gelakt, het kleeft nog. Dat ondervonden ook de honderden vliegen die vastgeplakt zitten aan het hout.

 

 

 

In Varmahlid vinden we om zeven uur een warm onderkomen bij een benzinestation annex supermarkt annex restaurant. Kalig en simpel. Zelfs hier stoort de natheid ons. Het serre dak lekt. Maar er is stroom en we installeren ons voor schrijf- en leeswerk. De wifi is gratis en het eten redelijk.

Om tien uur kijken we bij een kirkja (kerk) buiten het dorp waar je volgens de NKC gratis zou kunnen kamperen. Nu maakt een streng bord duidelijk, dat het verboden is. Maar jawel, daar is wel ons derde turfkerkje! Terug naar het dorp waar we op een prima camping terecht komen. De regen klettert terwijl wij een slaapmutsje nemen.

 

Vrijdag 22 juli 2016 (201 km) - Verrassende Ontmoeting en het natte Hoogland in Fifty Shades of Grey

 

De dag begint mooi. Geen regen en een aarzelend zonnetje! Bij het tankstation annex annex doen we een paar boodschappen en tanken we. En dan ineens is daar Laurence, de Belgische vriendin van onze schoondochter Eva. Hilariteit! Eva wordt gebeld en we drinken samen koffie.

 

Zuidwaarts door het dal. Eerst over asfalt en dan verschijnt de zwarte lava weer onder de TOY-banden. Vanuit het dal met de boerderijtjes klimmen we naar de hoogvlakte. Nog net voor de hemel dicht trekt, lunchen we buiten met fraai uitzicht.

Aanvankelijk rijden we door de toendra. Bekleed met mossen en piepkleine stoere plantjes heuvelt de vlakte om ons heen. Heerlijk toeren is het in die lege rauwe wereld. Waterdoorwadingen te over. Dat zijn ook de plekken waar kleur is. Gele mossen en bloemetjes fleuren de grijze omgeving wat op.

Na een laatste grote wateroversteek zijn we terug bij de hut van de Laugafell-oase. Geen bad vandaag, we willen verder op de route die tussen twee ijskappen, de Vatnajökull en de Hofsjökull, door trekt. Zelfs door de wolken heen zien we het stralende wit. De lucht is verder betrokken geraakt en voor we het weten barsten de buien weer los.

Rustig cruisen we door een wereld in "vijftig of meer grijstinten". Het antracietgrijs van de bodem en de lichtere varianten van regen en lucht. Hoe dit landschap er bij volle zon uit al zien, laat zich raden.

 

 

Als de F 752 oostelijk trekt, kleurt de horizon witter door het naderen van de Vatnajökull. Het pad trekt  hobbelig en stenig door eindeloze lavavelden. Het zwart wordt doorbroken door veel kleine meertjes en plakken sneeuw. Behalve de doorwadingen spettert TOY door enorme gelige waterplassen op het pad. Want de regen blijft vallen.

Om half acht zijn we bij de onbemande Versalir-hut. Een wielspoor verdwijnt achter heuvels. Zo vinden we een mooi lavabivak. We eten heerlijk (pasta, salades). Het is steenkoud (8 graden en wind), maar met de autoverwarming redden we het nog een paar uurtjes.

 

Zaterdag 23 juli 2016 (129 km) - Zwarte Woestijn-Weg en Warme Sauna

 

Stilte heerst op de vlakte. Geen regen en geen wind is te horen. We worden laat wakker. Ontbijt gaat over in koffietijd.

Op de kaart hebben we een rondje ontdekt dat ons dichter bij de Vatna-gletsjer zal brengen. Het navigeren is zelfs even een uitdaging. Een pad voert langs een klein stuwmeer waarna het een bandenspoor wordt. Bij de grens van het N.P. (Vatnanajökulspjódgardur) staat een handige kaart van het gebied. Foto gemaakt, want Mien weet van niets en de IJsland-kaart laat het traject alleen grof zien.

 

En wat wordt dit een geniettocht. We rijden door zwart lavazand, over zwarte grindvelden en zwarte rotsen. Nog net voor onze trouwe gezel de regen zich meldt, maken we foto's en video. Ook hier staan in het ongenaakbare zwart met regelmaat frêle bloempjes, piepkleine tuintjes van roze overlevingsdrift.

 

 

Afgezien van de kleur is de overeenkomst met Saharatrips sterk. Zand en heuvels die op zandduinen lijken. Een flinke zandhelling halen we zelfs niet in één keer. Maar natuurlijk zetten we dat recht. Heel even is er het kicken van écht 4-WD-en.

Om drie uur bereiken we de Jökulheimar-hut. Ook hier heerst een overdonderende stilte en verlatenheid. Niemand is er die ons kan vertellen of er een pad is, dat ons dichter bij de lokkende Vatnajökull kan brengen.

 

De Vatnajökull, de tweede grootste gletsjer van Europa qua oppervlakte (8.100 km2) met een ijskap tot 1.000 meter dik, bedekt ze 8% van IJslands bodem. Sinds 2008 is de ijskap onderdeel van het N.P. Vatnajökull, dat één van de grootste nationale parken van Europa is. 

 

We lunchen en via een ander spoor (F229) gaan weer richting F26. Om 'n uur of vijf zijn we op de inmiddels geasfalteerde F26 en om half zes zijn we bij het Hrauneyjar Hotel. Net als alles hier is het lage houten gebouw eenvoudig en functioneel. Een kamertje met kleine bedjes kost evengoed 170 Euro. Gelukkig beschikken wij over ons TOY-bed op de parkeerplaats. Voor 800 ISK (zes euro) pp warmen we ons in de sauna en onder de douche. In het restaurant is er naast prima eten ook warmte, ruimte, stroom en gratis wifi.

 

Zondag 24 juli 2016 (80 km) - Landmannalaugar en (te) Lang-Wandelen

 

Buffetontbijt in het hotel. Zo kan het gebeuren dat we vroeg op weg zijn. Van de 26 slaan af we op de F208 die na een stuk asfalt een slechte weg wordt met gigaplassen na de regens van gisteren. 

Om elf uur is de koffie gezet (B) en een klusje geklaard (G) op de parkeerplaats van Landmannalaugar, een oude krater. We hebben pech. Door de regen en het ontbreken van zon schitteren de kleuren van de kraterwand minder mooi. De verregende tentjes van wandelaars op de drassige veldjes bieden een troosteloze aanblik.

 

Na de koffie gaan ook wij aan de wandel voor een rondje dat volgens de informatie-man anderhalf à twee uur zou duren. Bergje over, het lavaveld door en terug door lava en dal. We hoeven dus niets mee te nemen. Als we terug zijn kunnen we lunchen.

 

We lopen door het oude ruige lavaveld dat in een dal ligt. Ondanks de omstandigheden zijn de kleuren van wanden toch nog goed te zien. Na een stroomveld vermaken we ons bij de stomende aarde met zwavelgeur. Als ik op een rots ga zitten, blijkt hoe vriendelijk de aarde is. Lekker warm is het steen.

Het pad klimt hoger en hoger over steile hellingen. Op hellingen van 45 graden sleep ik mezelf naar boven. Is dit een "wandelingetje"? Na nog heftiger klauterpartijen over een sneeuwveld beginnen we te twijfelen. Na iedere bergrug verwachten we het dal met de camping te zien. Maar nee, na iedere top komt een volgende in beeld. Bovendien hebben dagrugzakken plaats gemaakt voor grote trekkingrugzakken. Een Belgisch stel helpt ons uit de droom. We zitten op een route naar de volgende hut. Twee uur te gaan nog maar.

Zo! Met hun biscuits en water krijgen we weer genoeg energie om terug te gaan. Gelukkig gaat het vooral omlaag. Zoals een gids later zal zeggen: je kunt je beter vergissen bergop dan bergaf. En zo is't maar net!

 

Bij de stomende aarde pikken we de juiste route weer op. Door het lavaveld moeten we dit keer klauteren en onszelf tussen de rotsblokken door wurmen. In het beekdal kunnen we weer min of meer gewoon lopen. Maar dan grijpen de weergoden in. Een flinke stortbui begeleidt ons tot we bij TOY zijn. Doorweekt, koud, dorstig en hongerig zijn we. Kachel, water en bananen brengen ons weer een beetje op krachten. En we weten het weer. Ook voor een korte wandeling altijd een rugzakje met eten, drinken en (extra) regenkleding mee nemen.

Maar wat was het een indrukwekkende wandeling met fantastische uitzichten!

 

 

De TOY-verwarming is hard nodig om alles, inclusief onszelf, te drogen. Dus rijden we door naar het Eldgja N.P. Het is een trip met imposante uitzichten. Grillige zwarte rotsen en heuvels bekleed met lichtgroene mossen en sneeuwplakken.

De slingerende weg voert door talloze fords (doorwaadbare plek in een rivier). Het is een populaire route. Veel toeristen met huurauto's, motorrijders en fietsers zijn onderweg. Leuk vermaak is het om te zien hoe iedereen een brede oversteek maakt. Sommige fietsers brengen eerst hun bagage naar de overkant, anderen wandelen direct het water in met de fiets aan de hand. En de motorrijders hebben de grootste moeite om overeind te blijven als ze over de keienbodem naar de overkant hobbelen.

 

De regen is miezer geworden. In de kloof van de Eldgja is een wandeling van vier kilometer nodig om de veelkleurige wanden te zien. Uhhh, nu maar even niet. We rijden door tot we bij een kleine boerencamping zijn. De fietsers van onderweg druppelen binnen. Letterlijk, want ze zijn nat tot op hun huid. Ze moeten hun tentjes opzetten terwijl alles nat en koud is. Wij eten soep met brood en om negen uur leg ik, als eerste, het moede lijf te rusten.

 

Maandag 25 juli 2016 (153 km) - Van Pech-Landrovers en terug in de Hraureyjar-Sauna

 

Het plan was om bijtijds te vertrekken. Maar we worden laat wakker. Het regent niet, de wind houdt zich koest en de beek ruist rustig. De spieren laten weten dat ze de inspanning van gisteren nog niet vergeten zijn. Voor vertrek zijn we getuige van het vlaghijsceremonieel, dat plechtig door de boerenknecht wordt uitgevoerd. Langzaamaan komen ook de fietsers en lopers tot leven.

 

Onze route is een smal pad. Het kronkelt over en door de heuvels van een grote mosvlakte. Bij een vrij grote wateroversteek staat een Belgisch stel met een huurauto. Het was een heftige doorwading voor hen. Hoe de rest op de route (de onze van gisteren) is, willen ze weten. Ze maken een video van onze oversteek. Vanaf de overkant roepen we dat ze gerust kunnen zijn. De doorwadingen verderop zijn allemaal makkelijker dan deze. 

 

 

Het lichte wolkendek is alweer zwaar grijs geworden en het miezert. Op een T-splitsing staan twee Landrovers met pech. G steekt z'n licht op. Natuurlijk dolt hij dat we altijd spullen aan boord hebben om Landrovers te helpen. In dit geval gaat het echter om de daktent. De bout en moer van een steun zijn verdwenen. Na een uur gaat het Franse gezin (vader, moeder en vijf kinderen, na de zevende keer pech hier) blij weer op weg.

 

Genieten is het van de noordelijke route door het grijs-gesluierde landschap. Twee sneeuwvelden komen op ons pad. Gelukkig zijn er ommetjes. Maar als we een kilometer of wat op de Heklaroute gevorderd zijn, ligt er een vervaarlijk uitziend veld voor onze snufferd.

 

 

In het omringende ruige lavaveld is geen enkele mogelijkheid voor een omweg. Omkeren dan maar. Want we hebben geen enkele zin om een vastgereden TOY te moeten bergen in die koude nattigheid. 

Vanaf de F26 maken we een uur later nogmaals onze opwachting bij het Hrauneyjar Hotel. In de sauna nemen we weer de nodige warmte op en herstellen de spieren verder. Het was weer een heule mooie dag.

 

Dinsdag 26 juli 2016 (178 km) - Een lege Linuvegur en Geothermisch Kerlingarfjöll

 

Te laat wakker voor het buffetontbijt. Dus wordt het koffie met verpakte sandwiches. Burenbabbels met een Duits echtpaar met een Sprinter-camper en uitwisselingen met een Noor die rondrijdt in een enorme Islander.

De 26 op en over een typisch IJslandse brug (één auto breed en planken brugdek) naar de overkant van de Pjorsa. We slaan af op de stenige en hobbelige Linuvegur (weg van de hoogspanningsmasten). Ook hier is een waterval, bereikbaar via een klein en heftig hobbelpad. Dan beseffen we ineens, dat het oprijblok bij het hotel is achter gebleven. Snelle blik op de waterval, foto en terug. Drie kwartier later ligt daar het blok geduldig op ons te wachten. Zo!

Koffie met gebak in het hotel om het te vieren. Zo ontmoeten we Allan en Pascale, Canadezen. Hij is leraar en gids in Quebec. We móeten ze bellen als we naar Canada gaan!

 

Drie kwartier later vertrekken we nogmaals. De stenige Linnevegur slingert en kronkelt en heeft de nodige riviercrossings. Bij de aansluiting op een pad dat noordoostelijk gaat, lunchen we. Voor het eerst op deze route passeert er iemand. En het is nu eens geen toerist, maar een boer.

 

Het landschap is glooiend en boven de bergketens in de verte schemert vaag het wit van de gletsjers. In de helblauwe lucht drijven witte wolkjes. Gewoon een zonnige dag is het. Super! 

Ook op dit traject is er het nodige water te crossen. Een brede rivier is uitgewaaierd in een flink aantal stromen met grindbanken. Lekker navigeren dus om het pad aan de overkant te vinden.

De gletsjers, de Langjökull en de Hofsjökull, tonen zich meer en meer in hun stralende witheid. Zelfs van hier is te zien wat een massa ijs dat daar is.

 

Om halfzes zijn we bij de hut in een (geothermisch) gebied, de Kerlingarfjöll. De hut presenteert zich als  "Mountain Resort". Aan weerszijden van een riviertje is volop kampeerruimte en er zijn driehoekige huisjes, een gebouw met slaapzaal en een restaurant. Omdat deze plek goed bereikbaar is vanaf de F35 is het druk met toeristen van allerlei soort.

We installeren TOY op het gras en onszelf in de restaurantruimte. Om zeven uur kunnen we eten. Lekker warm en gezellig is het er. De zalm en lamssoep zijn zoals het moet zijn in IJsland. Heerlijk.

 

Woensdag 27 juli 2016 (13 km) - Geothermische Schoonheid 

 

We pakken ons boeltje om hogerop in de bergen naar het geothermische gebied te gaan. We klimmen naar duizend meter en de Hofssjökull lijkt bijna aanraakbaar.

Al op flinke afstand zien we de pluimen stoom omhoog kronkelen. Vanaf de parkeerplaats dalen we af via trappen en glibberpaadjes. In het kleine dal blubt en sist de aarde. De kleur van de bergen, de stoom, het dampende riviertje... Overweldigend.

Genietend van de uitzichten neem ik m'n tijd om terug te klimmen naar TOY. G ondertussen beklimt de ene helling na de andere, glijdt uit in het ongelooflijk gladde goedje dat de bodem vormt, maar vindt niet het uitzicht dat op foto's te zien is.

 

 

Als hij terug is, is het koffietijd. Vier HongKongers arriveren met hun gids. In plaats van naar beneden te gaan, fotograferen ze zich suf. Met diverse toestellen in alle standen. Kijken op het scherm. Negen van de tien keer bevalt het resultaat niet. Foto weggegooid en overnieuw. Vervolgens zijn wij en TOY aan de beurt. Het wordt een uitgebreide fotosessie. Of ze het indrukwekkende landschap van veelkleurige bergen met stoompluimen en sneeuwvelden echt gezien hebben, is maar zeer de vraag!

 

Terug op de camping lunchen we TOYs en we gaan aan de wandel. Anderhalve kilometer lopen is het slechts naar het hete badje. Maar niemand had erbij verteld dat het smalle paadje verwordt tot een grindspoortje dat zich schuin op en langs de helling kronkelt. Na een half uur balanceren, keren we toch maar om. De bloedhete douche vergoedt alles.

In het restaurant vermaken we ons met mensen en uitzicht. We ontmoeten Veronica, Mitch en hun zonen Luke and Joshua, snelklimmers, uit de VS. Leuk gezin.

 

Donderdag 28 juli 2016 (447 km) - Op naar de West Fjords 

 

Het was een steenkoude winderige nacht. Hotelontbijt, water bijgevuld en via een mooie route naar "de 35". Deze brede gravelweg is voor veel mensen dé magische noord-zuid doorsteek. Vandaag is het plan om de westelijke schiereilanden te bereiken.

De Hofsjökull en de Langjökull laten we stukje bij beetje achter ons. Het glooiende landschap wordt groener. Koffiepauze bij het uitkijkpunt over het Gilsmeer en verder. Er duiken steeds meer boerderijtjes op in de noordelijke groene riviervallei. Gravel wordt asfalt en we slaan af op de ringweg.

 

Om 'n uur of een zijn we in Blönduós. De banden worden op asfaltdruk gepompt en wij strijken neer in een restaurantje met ambitie, gezien de aankleding. Goeie lamsbouten. Veel teveel ook.

Voorbij het Hrútafjord bereiken we de Westfjorden. In Hólmavik tanken we. Het heksenmuseum houden we voor gezien. In het centrum van Langsnes werd een gratis hot pot met uitzicht op de oceaan beloofd. Maar alles wat we vinden is één van de beschreven basaltzuilen en een zwemband met whirlpool. Verder dus langs de mooie rotskust.

De 61 klimt en trekt over een plateau. Een onverhard pad (F66) slaat af in zuidelijke richting. Daar vinden we onze gedroomde bivakplek. In het vriendelijke valleitje met een klein stroompje is niks en niemand te zien. Buiten is het acht koude windgraden en binnen knus en warm genoeg. De speciale TOYse lamssoep (kliekje van vanmiddag) is lekker en de zon gaat na elven onder. Door van zuid naar noord en ook nog eens westelijk te reizen, hebben we 20 minuten dag terug gewonnen. Voor het eerst hadden we vandaag de hele dag zon. Tegelijk met de zon gaan ook wij onder.

 

Vrijdag 29 juli 2016 (298 km) - Het meest Westelijke Punt van Europa en Opgewarmd door Bronwater 

 

Het zeil flappert en de zon schijnt. Het oude nauwelijks gebruikte pad klimt naar een pas op 500 meter. Schitterende steenmannen wijzen de weg en de uitzichten zijn fantastisch.

 

 

Over de (asfalt) kustweg (60) rijden we vlot verder. Restaurantlunch. Na de oversteek van het schiereiland voert een goeie grindweg naar het uiterste puntje. We zijn op weg naar een populair toeristendoel, het meest westelijk punt van Europa. Bovendien is er een steile rotswand waar vogels nestelen.

 

Het wandelen boven de rotswand (Latrabjarg) wordt bemoeilijkt door de stormachtige wind. Veel vogels zijn er niet meer. Evengoed is het een indrukwekkende plek. Selfie op het westelijkste puntje van Europa. Dan rijden we terug en steken over naar de zuidkant van het schiereilandje. Mooie rit in de rustige baai met boerderijen en een fraai kerkje. De amberkleurig stranden kunnen we helaas alleen op afstand bekijken. 

 

Terug op het asfalt nemen we een noordelijke route. Langs fjorden (Patrekfjördur) gaat het en we steken over naar het volgende fjord. Daar is onze bestemming voor vandaag. Achter een droogstaand zwembad is een stroompje vanuit een warmwaterbron. Door stenen zijn in de beek drie badjes gemaakt. Het bovenste is het heetst.

Het is acht uur. TOY staat in bivakstand op een veldje naast de poelen. Genietend liggen we in het hete water. Zon, rust en uitzicht op een klein fjord. Zalig. We zijn zo door en door opgewarmd, dat de avondkou ons heel lang niet deert. Het is bovendien een prima gelegenheid om de was te doen. G houdt zich daarmee bezig, terwijl ik het avondeten verzorg. Zo, wat doet dit goed. We kunnen zelfs buiten eten in de windluwte achter TOY mét zon. En de was wappert vrolijk droog.

 

 

Er arriveren meer mensen met tentjes op het veldje. Ook in het badje wordt het drukker. Een buurman laat een vlieger op en stuurt via de lijn een camera naar boven. Een ouderwetse Drone eigenlijk.

Het laatste koude uur brengen we voorin TOY door. Uitzicht op het fjord. En zo zien we voor het eerst in IJsland de zon prachtig oranje ondergaan. Wat een heerlijke dag weer...

 

Wordt vervolgd. Zie :: iceland 2