home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Indonesia 2014
::
sulawesi
  • algemeen
  • prologue
  • east-timor
  • sunda
  • bali
  • sulawesi
  • java
  • sumatra
::
reisverslag
Indonesia 2014 :: sulawesi :: reisverslag

 

 

Route (1.682 km): (Surabaya-ferry) Makassar -Parepare - Pangkajene - Makale - rondrit Torajaland - Rantepao - Palopo - Masamba - Wotu - Pendolo - Tentana - rondje Danau Poso (meer) - Pendolo - Palopo - Sengkang - Sinjai - Bira - Bulukumba - Bantaeng - Makassar (ferry-Surabaya)

 

Zaterdag 5 en zondag 6 april 2014 (19 km) - Varen naar Sulawesi

 

Na het voorlopige afscheid van onze vrienden in Surabaya kunnen we vlot aan boord. Hilarisch is het parkeergedoe in het vrachtwagenruim. Een mannetje of acht wijzen tegelijk alle kanten op en schreeuwen aanwijzingen. In het Bahasa! Dat werkt dus niet. Na een paar keer geheenenweer zoekt G uit waar en hoe ze TOY geparkeerd willen hebben. Tsjak tsjak tsjak en daar staat ie! De verbouwereerde mannen brullen van het lachen en zijn diep onder de indruk.

 

Voor nog geen twee tientjes extra hebben we een eigen hut. Een Indonesische hut, dat dan weer wel. Van schoonmaken en onderhoud heeft men hier niet zo'n weet. Bij het raam liggen papiertjes, peuken en as. Het gordijn hangt half los, de vloerbedekking is vuil, de wanden vlekkerig, de bank rottig en kale stapelbedden completeren onze hut-de-luxe. Oh ja, er is een tv! Dat wordt hier als het summum van luxe gezien. De boy doet 'm meteen maar aan. Blij kijken we naar het sneeuwschermpje. Op de gang is een gemeenschappelijk, niet bepaald schone w.c. met mandi-mogelijkheid. Daar moeten we het de komende nachten en dag mee doen. We hebben op de eenvoud van ons bootverblijf gerekend. Met TOY-middelen redden we ons prima.

 

Moe en gaar zijn we. Na een rondje schip en nog voordat de boot een uur te laat uitvaart liggen we te kooi. Honger hebben we niet. G slaapt onmiddellijk in en ik niet. Om tien uur stopt het karaokegebeuren boven en wordt het stil. Alleen het rustige brommen van de motoren blijft.
Om drie uur klinkt de muezzin keihard versterkt uit de speaker in onze hut. Gatsie! Oh jee, daar is die volumeknop met een uit-standje natuurlijk voor...

 

Vanaf acht uur ligt een lange warme dag voor ons. Maaltijden zijn inbegrepen in onze hut-de-luxe. Als ontbijt krijgen we rijst, kippepootje, beetje waterspinazie. Voor de lunch wordt het bakje bezorgd met rijst, stukkie vis, beetje kool en als avonddiner is er rijst, een hardgekookt ei en beetje boontjes.

 

 

We houden het de hele dag bij water en de pisang goreng van Ingrid. Lekker en veilig. De hut wordt niet gekoeld. Puffen en dus ook tukkies, tukkies en tukkies. Tijdens wandelingetjes over het schip worden we benaderd als VIP's. Zo vaak komt het niet voor dat witkoppen op deze veerboot zijn. Regelmatig fotoshoots, interviews en oh's en oh's over onze trip.

 

In de namiddag en avond is er weer karaoke. Hard en vals wordt er gezongen. Het enthousiasme is er niet minder om bij de deelnemers en het handjevol publiek. De security-officier leidt ons rond in de stuurhut. Daar is airco en een koude sinaasappelsap bovendien. We komen er helemaal van bij. Wat in Surabaya alsmaar niet duidelijk werd, blijkt kinderlijk eenvoudig. De ferry heeft vaste vertrekdagen. Na aankomst op maandag in Makassar vaart het veer een paar uur later weer terug naar Surabaya. Iedere week. Het uur van vertrek kan uitlopen en terug duurt de vaart een uur of wat langer. Da's alles. G móet natuurlijk ook het kloppende hart van de veerboot bekijken. De vette en bloedhete machinekamer en de koele bedieningsruimte.

 

Terwijl we slapen tuft onze dertig jaar oude in China gebouwde veerboot, de "Kirana IV", over de strakke zee steady op Makassar aan. 

 

Maandag 7 april 2014 (11 km) - Makassar, Regelen en Fort Rotterdam

 

Rond een uur of vier jagen achtereenvolgens de muezzin en de pandit ons het bed uit. Inpakken, ontbijtje van water en pisang goreng en om half zes rijden we de wal op. Het regent. Een paar kilometer later melden we ons in het Golden Makassar Hotel. Yes! Een koele kamer, een heerlijke douche en een beter-bed om de nacht af te ronden.
Laat in de ochtend lunchen we een nasi goreng. Dan op pad voor de retour-tickets. We treffen het. David, de "boss" van een klein ticketbureau, spreekt goed Engels en is hulpvaardig. Hij kan er niet over uit. Nog nooit zag hij hier een Europese auto. Met de bootboeking en David's telefoonnummer voor wat-dan-ook op zak, gaan we naar het politiebureau. Volgens David moeten we een permit van de politie hebben om op Sulawese bodem te rijden met een "vreemde" auto. Bij de (erg aardige) politie is het snel geregeld. G dolt rond en ik wijs een agent hoe hij met z'n scooter tussen TOY en een andere auto door kan rijden.

 

Fort Rotterdam. Twee eeuwen lang huisden hier de Hollanders. Mooi gebouwd en goed onderhouden is het fort met zijn witte muren en rode pannendaken. De Nederlandse overheid betaalt en praat ook mee over het behoud van het fort. De grachten rondom de muren kunnen vanwege de bebouwing helaas niet meer in ere hersteld worden, vertelt de gids.
Het oorspronkelijke fort dateert uit 1545 en was belangrijk voor de verdediging van het Gowanese rijk. Na verovering in 1667 door de Hollanders werd het verbouwd en omgedoopt tot Fort (Benteng) Rotterdam. Binnen de muren zijn handelsgebouwen, woningen, ziekenhuisje en een kapel. Het heet een prachtig voorbeeld te zijn van 17e Eeuws Nederlandse Fort-architectuur.

 

We worden aangeschoten door een groep jonge vrouwen. Ze studeren Duits. Als studie-opdracht proberen ze toeristen in het Duits te interviewen. Voor de beoordeling door de docent moet het worden opgenomen. En zo geschiedt. We worden allebei maar liefst drie keer aan de tand gevoeld.

 

 

Het dringt nogal laat door dat we Nederlanders zijn die met de auto van Australië naar Europa reizen. Tja, daar waren ze niet op voorbereid met hun vragen over Weihnachten, die Oktober Feste usw... De TOY-toer wordt een vrolijke uitsmijter.

 

Buiten stormt en regent het. Gelukkig hadden wij een spiegelgladde zee. Spaghetti op de kamer en dan moe en gammel onder de wol, uh het laken. 

 

Dinsdag, 8 april 2014 (157 km) - LOIS TWEE JAAR en Toeren naar Parepare

 

Twee jaar geleden, toen we nog maar net met deze lange reis in Australië begonnen waren, werd ze geboren. Onze Lois! Net op tijd waren we toen thuis om haar te verwelkomen. Bijzondere herinneringen...
Ontbijt. In de lege zaal zijn vier man tot onze beschikking. Verschrikte ogen. Twee witten die geen Indonesisch spreken! Het uitgebreide Indonesische buffet slaan we over. Vers fruit en een omeletje kaas is meer ons ding. Yes, en een kopje heerlijke koffie natuurlijk. Onze laatste koffie dateert uit een ander leven (zaterdagmorgen Surabaya). Het tweede kopje verkloten de nerveuze dames...

 

Niet het Golden Makassar maar het Aryaduta Hotel keuren we goed voor de laatste dagen op Sulawesi. Dan de stad door. De oude haven met de Phinisi schepen missen we omdat we pardoes op de tolweg terechtkomen. Later toeren we over een oude weg door het binnenland noordwaarts. Na een kilometer of tachtig is eindelijk de ergste drukte voorbij en wordt het landelijker.

 

Vermeld moet worden dat en hoe G met het verkeer hier omgaat. "Spaghetti"-verkeer noemt hij het. Lompe grote vrachtwagens, trage busjes, de alom aanwezige motorfietsen, overstekende voetgangers, alle weggebruikers kronkelen soepel door elkaar heen. Wil iemand voor, dan hou je in. Voor passeerders links en rechts wijk je even uit. Men ís niet alleen verdraagzaam, men rekent ook op de verdraagzaamheid van de medeweggebruiker. Afgezien van de eerder gekantelde vrachtwagen (Bali) zagen we geen verkeersongelukken. G heeft zich helemaal aangepast en en hij geniet er zichtbaar van één van de spaghettislierten te zijn.

 

De kegelvormige karstbergen tekenen de horizon achter het groen van de rijstvelden. Steeds meer oude traditionele Bugishuizen op palen zijn er. De daklijsten lopen op de nok door in een zwierige X waarin buffelhoorns te herkennen zijn. Verwaarloosde krotten zien we, maar ook prachtig geconserveerde en goed in de kleurige verf gestoken huizen. De protserige soms volledig betegelde Arabisch aandoende huizen vormen een schril contrast.
We eten een happie (pisang goreng, taugé) in een Rumah Makan (eethuisje). Parepare naderend duikt de zee weer op aan onze linkerkant. We rijden de stad, tweede grootste na Makassar, binnen en komen terecht in het Grand Star Hotel. Niet op Westerse toeristen gericht, maar het heeft wel een binnenplaats waar TOY veilig staat. Hele prima kamer. Badkamer heeft "z'n beste tijd gehad" en het w.c.-papier is bijna op. Ondanks G's uitbeelding in woord en gebaar, snapt de jonge receptionist pas wat we nodig hebben als het lege rolletje voor z'n neus ligt. Een langdurige en uitgebreide zoektocht in magazijn en gastenkamers levert geen snipper pleepapier op. Maar ach, daar is ook nog TOY! En die voorziet in alles!

 

Uurtje luieren en genieten van Lois-foto's. Het hotel heeft een restaurant. Gesloten, vanwege de vrij totale afwezigheid van gasten? Of vanwege de verkiezingen morgen? In de buurt vinden we in Hotel Sari een juweeltje van een asperge-krab soep. Terugkuierend komt de securityman achter ons aan met mijn leesbril. Vijf minuten later nog eens, maar dan op z'n scooter. Deze keer met de iPhone van G. Seniorenmomentjes?
"Ons" straatje is een schitterende combinatie van oude traditionele houten huizen op palen en forse stenen panden. Tussendoor zijn de gebruikelijke neringdoende genesteld.

 

Thuis kijken we de dwdd-aflevering van 3 maart jl. Tinariwen (wereldberoemde Toearegband uit Mali) was toen te gast bij Matthijs. Abdallah, de leadzanger/gitarist is een hele goede vriend van Nadjem. Nog steeds kunnen we de betovering voelen van die avond daar in Tamanrasset (Algerije). Abdallah kwam langs en speelde en zong "unplugged" de hele avond. Voor ons, voor Nadjem, zijn gezin, familie... Op 4 juli treden ze op in Amsterdam tijdens hun wereldtour. En deze keer zijn wij ook in het land!

 

Woensdag 9 april 2014 (168 km) - Verkiezings- en Torajadag

 

Heftig begin. Het filmpje van Lois die onze verjaardagboodschap bekijkt is binnen. Oeoeoewaaahhh... Geweldig! De volgende ervaring is ook een bijzondere. G gaat douchen in bad achter het douchegordijn. Maar wat ziet hij hij als hij schoon en fris het gordijn weer open trekt....? De badkamer staat blank! Totaal en een ruime centimeter diep.
Nader onderzoek brengt de oorzaak aan het licht. De badafvoer liet niets meer door, dus maak je een nieuwe afvoer gewoon de badkamer in. Immers, daar zit ook een putje. Dat, echter, is niet op een stroom douchewater berekend. We liggen dubbel. In Afrika zagen we inventieve "oplossingen" voor problemen, maar deze hier mag er ook zijn!
Het ontbijt. De manager verontschuldigt zich. Geen ontbijtbuffet vandaag, want het is verkiezingsdag! Logisch toch? We krijgen nasi goreng met een (soort van) gebakken ei en mierzoete koffie en thee.

 

De verkiezingen! Eindelijk is het zover. Vanaf de dag dat we Indonesië binnen reden was er doorlopend de datum van vandaag! Tot in de verste uithoeken waren er verkiezingsborden met mannen en vrouwen die zichzelf aanprijzen. De aanpak is efficiënt. In één keer worden de vertegenwoordigers voor alle geledingen gekozen. Dat is, voor de lokale, de provinciale en de "Jakarta"-afvaardigingen.
De hele dag zien we langs onze route de "stemlokalen" voorzien van een nummer, een groot vel met partijen, mensen... Voor uitleg, instructie. Op de smalle wegen staat het daar zwart van de bromfietsen. We gaan er een paar keer een kijkje nemen wat een hoop opwinding veroorzaakt.
Het stemlokaal is meestal in een (traditioneel) gemeenschapshuis gevestigd.
De procedure: uitleg en instructie, nummertje trekken, op je beurt wachten, vier stembiljetten in ontvangst nemen, achter een schermpje stemmen, de formulieren in de juiste bussen deponeren (vier kleuren) en dan via het laatste station, je vinger in inkt dopen, en klaar... Het is er druk. Mensen moeten een behoorlijke portie geduld hebben en/of een sterke democratische overtuiging.

 

 

Het openbare leven ligt zo goed als stil. Scholen zijn gesloten, net als veel winkels, restaurants, kantoren. We beginnen het te begrijpen. Bij ieder stemlokaal zijn er een man of twintig man druk mee.

 

Ondertussen is het wel lekker rustig op de weg. Vanaf Parepare kronkelen we naar duizend meter. Door prachtig groene bush dringen we het karstgebergte binnen. Laat in de ochtend doen we een TOY-ontbijt. Cruesli met yoghurt en vers gezette koffie. Mmmm... De temperatuur is aangenaam op deze hoogte. Op een betonnen vloer voor een giga entree met traliehek staan we. Erachter blijkt de kwekerij van de Botanische Tuin in Bogor schuil te gaan. Pal naast een drietal mooie Torajahuizen lunchen we totdat er een bui losbarst.

 

Torajaland. Onder een boog met het traditionele zadeldak door rijden we er binnen. Vanaf dat moment zien we overal de Torajahuizen (Tongkonan). In de grotere woonde men, de kleinere waren bestemd voor (rijst-) opslag (Lumbung of Alang). Het hout is kunstig bewerkt en het dak torent als een schip de lucht in. Prachtig staaltje kunstnijverheid is dit. Het resultaat van kennis en vaardigheden die in eeuwen zijn opgebouwd. De cultuur van de Toraja is overeind gebleven. Ondanks de Hollanders, die er alles aan gedaan hebben om dit hooglandvolk te onderwerpen.
Bijzonder ook zijn de begrafenisrituelen. Als iemand sterft wordt het lichaam gebalsemd en in huis opgebaard. Dat blijft zo totdat men de middelen heeft om de ceremoniële begrafenis te bekostigen en te organiseren. Want allen zo kan de overledene naar de andere wereld over gaan. Tot die tijd wordt de overledene als "ziek" beschouwd. In de rituelen wordt onderscheid gemaakt naar sociale klasse. In de huidige samenleving schijnt het (drie-) kastensysteem nog altijd opgeld te doen. De meeste en grootste begrafenissen vinden plaats na de rijstoogst. Voor nu zou dat in augustus en september zijn. Dat gaan wij dus niet meemaken.

 

Makale, bestuurscentrum van het Torajadistrict. Het is laat. Er zijn hotels ja, maar we hebben zin in bivak. Niet in de laatste plaats vanwege de aangename temperatuur op deze hoogte. Hier kijken, daarheen rijden en zo staan we uiteindelijk riant op een parkeerplaats op het laagste terras voor het Pantan Toraja Hotel. De receptie verstaat geen woord Engels. Gemakshalve vatten we de reactie op als toestemming. Overigens legt niemand ons iets in de weg.
En zo zitten we dan weer eens gewoon te "kamperen". Biertje, wijntje, happie eten, boekie en genieten van de betoverende luchten door de wirwar van stroomdraden heen. Voor ons ligt de hoofdweg naar Rantepao, maar ook hier tuft het verkeer rustig. Om half elf klimmen we omhoog naar de TOYse bedstee.

 

Donderdag 10 april 2014 (81 km) - Taroja: Huizen & Graven en Weer dat Visum

 

Onze overbuurman, een Florese chauffeur van een Bemo (OV-busje), wipt weer even aan. In het hotel mogen we naar de w.c. en bij een andere overbuurman kunnen we mandiën. Aardig!

 

Kwart over acht begint onze Torajatoer. Het kleine, niet op modern verkeer berekende, weggetje is leuk. Er zijn kuilen, onstabiele randen en zo nu en dan ligt het als hoge smalle dijk door natte rijstveldjes. Twee keer rijden we een privé-erf op, waar een hele trits Tongkonan huizen prijken. De families wonen intussen in stenen huizen. Apetrots zijn ze wel op het culturele (familie-) erfgoed dat zij in beheer hebben. Via Tondon en door Mukale heen slingeren we over heuvels naar zo ongeveer het eind van het weggetje. Daar is op het juiste moment een warung met een fris sapje en ... een w.c. Tja, die ingewanden!
Terug op de hoofdweg en verder richting Rantepao met indrukwekkende uitstapjes naar Lemo en Londa. Niet alleen getuigen de huizen en rijstschuren er van het indrukwekkende vakmanschap van de Toraja, we komen ook even heel dicht bij de begrafeniscultuur. Tot hoog in de rotswand worden de doden te ruste gelegd. Ervoor is een galerij met poppen (Tau Tau) die de overledenen verbeelden. Zo wordt men er voortdurend aan herinnerd dat er aan de voorouders geofferd moet worden. Want, hoewel het grootste deel van de Toraja gekerstend is, kleuren de oude traditionele voorouderverering (vergoddelijking van voorouders) met animistische trekjes (ook dieren hebben een ziel) zowel de Christelijke rituelen als het alledaagse denken.

 

In Rantepao vinden we het restaurant met het beste Toraja-voedsel gesloten. Bij Cafe Aris eten we een matige pizza en pasta (i.p.v. Toraja).
Mailtje van Budi. Voor verlenging moeten we een week voor afloop van het visum de aanvraag doen en we hebben een "Quarantor" nodig (hij voegt zijn ID toe). Dan zouden we nu min of meer rechtsomkeert moeten gaan. Sodeju, wat een gedoe. De informatie die wij hebben, is gunstiger. Maar ja "this is Indonesia" en de verschillende Immigratiekantoren hanteren eigen opvattingen over de regels. Zucht! We besluiten de Sulawesitoer af te maken zoals gepland en dan zien we in Surabaya wel verder. Bellen met Budi.

 

Uitstap naar Kete Kesu. In twee rijen staan hier de prachtig geconserveerde Tongkonanhuizen en de Mulangs. Wat een voordeel dat we in deze rustige tijd hier zijn. Ongehinderd dwalen we er rond. Op weg naar de rotsgraven komen we meer hedendaagse graftombes tegen. Enorme monumenten zijn het met levensechte beelden van Vader & Moeder. Zo kun je ook na hun dood nog steeds niet om je ouders heen! (Ideetje voor jullie, kids?).

 

 

De weg van Rantepao naar Palopo trekt door een berggebied. De steile hellingen zijn bekleed met ondoordringbare jungle. Geen drukke dorpen meer, wel schitterende vergezichten. Het zit mee vandaag. Net na de pas is er een piepklein weitje. Da's heel wat in deze bergen. Geen gevaar voor aardverschuivingen, constateren we. Want de route trekt langs zulke steiltes, dat er vaak voor instabiele bermen wordt gewaarschuwd. En dat neem je wel serieus als je ziet hoe de weg hier en daar in de afgrond is verdwenen. Maar dit hier is onze ideale kampeerplek. Op het goeie moment ook nog eens. Vier uur is het, een graad of 25, er waait een windje en het uitzicht is prachtig.
Lezen, wijntje, pastaatje uit eigen keuken. De halve maan verlicht ons verblijf zolang we het nodig hebben als badkamerlicht. Tegen de tijd dat we donkerte op prijs stellen, is ze verdwenen. Negen uur slapen we...

 

Vrijdag 11 april 2014 (261 km) - Van TopBivak naar ToppieBivak

 

Vier uur ben ik wakker na een hele goeie nacht. Schrijven dan maar en dan nog een uurtje in bed. Genieten is het met een temperatuur van laag twintig op deze wonderschone plek.
De afdaling naar Palopo is adembenemend. Uitzichten, watervalletjes, hier en daar huisjes op de smalle rand naast de afgrond die ozo diep en steil is. Beneden aangekomen is er een "polisie"-post. Hun gewuif vatten we op als stopteken. Achteruit en de drie mannen zijn bijna verschrikt als ze die witte koppen en het stuur aan de verkeerde kant zien.

 

Palopo ligt uitgestrekt in een vlakte. De christelijke kerkjes hebben weer plaats gemaakt voor talloze moskeeën. En natuurlijk zijn er weer volop meisjes, ook heel jonge, met hoofddoekjes als onderdeel van hun schooluniform. In een Alfamart veroorzaakt onze binnenkomst een enorme opwinding. G wil weten waarom het ene water duurder is dan het andere. "Many better", krijgt hij te horen. Nou, en natuurlijk willen we water dat "many better" is. We komen de winkel niet uit zonder de gebruikelijke fotoshoot. Het voltallige geüniformeerde personeel omringt ons, terwijl een winkelende jongeman het tafereel vastlegt op de diverse handy's. Ach, we worden er zo langzamerhand bedreven in. Stilstaan en smilen. We maken nog net niet het V-teken, waar men hier zo dol op is.

 

Een aantal uren is de route weinig enerverend, om niet te zeggen saai! We doen een TOY-lunch onder de palmen op een plantage. Naast palmolie zagen we vooral veel cacaoplantages. In rap tempo verdwijnt veel tropisch regenwoud voor de palmolie. Palmolie, dat in zoveel van onze Westerse (supermarkt) producten zit!

 

Vanaf Watu begint de oversteek in oostelijke richting door een bergketen. Prachtige rit. Op de rustige weg zijn heel wat bochies en scherpe haarspelden te draaien. Ondertussen bouwen we zoetjesaan een mooie relatie op met een paar vrachtwagens. Wij passeren hen en komen langs gereden bij onze fotostops. Over en weer wordt er gegroettoeterd.

 

Om een uur of vier zijn we bij het Posomeer. Van de schilderachtigheid voorzover we het meer zien, is niet veel te bespeuren. En een bivak zit er ook niet in op de bebouwde oevers. Door dus en hopen op een bergbivak. Het schiet op naar zonsondergang als we ergens in een boomgaardje een auto zien staan. Het spoor loopt sterk op. G gaat poolshoogte nemen. De man van de auto snapt in een fractie van een seconde wat we willen. Boven op de heuvel, daarheen moeten we, daar is een vlak stukkie. Kunnen we makkelijk komen met onze auto, ondersteunt hij gebarend zijn basic-Engels. G gaat toch maar even te voet naar boven. De man rijdt zijn auto naar het asfalt en wij stuiteren de twintig steile hoogtemeters in één-laag naar het toppie. 

Geweldig, 360 graden uitzicht met dramatische wolkenpartijen. In de verte hangen regenbuien als grauwe sluiers neer. Er is het weerlichten en het verkleuren met de ondergaande zon... We zagen al heel wat zonsondergangen, maar deze mag in de toptien! Ondertussen duimen we dat die stortbui ons gaat bereiken. Kunnen we douchen. Pech, de wolk is leeggeregend eer hij bij ons toppie is. Of eigenlijk is het windstil geworden. Een paar spetters en daar moeten we het mee doen.

 

 

Jammer, want het is broeierig warm en binnen de kortste keren lopen we een heleboel muggenbeten op. Gelukkig hebben we de effectieve koolbrander die het muggenvolk buiten de TOY-deur moet houden. We'll see.

 

Zaterdag 12 april 2014 (177) - Rondje Palu wordt Lusje Poso

 

Vroeg wakker na een jeuknacht. Het uitzicht maakt alles goed. Laaghangende wolken, dampslierten vanuit de bossen, gefilterde zon! Voordeel is ook dat het niet meteen heet is en dat muggen blijkbaar de pest hebben aan mist. Prima.
Beheerst brengt G TOY naar het asfalt. Er volgt een heerlijke route die zo'n beetje op zes- zevenhonderd meter hoogte blijft. Door een vlakte met akkers. Mais, maar vooral rijst. Dorpjes met een klein kerkje en huizen die allemaal dezelfde blauwwitte hekjes hebben en olijke toegangspoortjes. Het leven maakt een aangenaam kalme indruk. De boeren en hun vrouwen wandelen vanuit het dorp naar het veld. Een brommertje soms en een paar fietsers. En verder rust en stilte.

 

In Tentena proberen we helder te krijgen hoe de binnendoorroute naar Palu is. In Makassar hadden we nog Manado (uiterste puntje van het noordelijke schiereiland) in gedachten. Maar ondertussen weten we dat dat te ver gaan is op wegen waar je niet harder dan veertig vijftig kunt rijden. (Gisteren even gekickt toen we op de vlakte een vaartje van 80 k/u haalden...) Dus is tour Manado een rondje Palu geworden.

 

Tentano dus. Niemand spreekt Engels. Diverse pogingen doen ons voorzichtig beslissen door te gaan tot Ginti, waar weer een keus te maken is, op de kaart te zien.
Het dorp ligt aan de noordkant van het Poso Meer (Pantau Poso). Mooi is de houten voetgangersbrug over de rivier. Aan de oever zijn kraampjes met fruit en voedsel. Langs de weg doen we ons bakkie met uitzicht op een betonplaat waarop rijst ligt te drogen. Een kilometer of tien verder splitst de weg zich. Onze OSM weet niets van dit gebied en de kaarten bieden geen duidelijkheid. Maar er is een politiepost met een paar mondjes Engels. Gelukkig voor ons is er ook een oude man, die heel duidelijk is. Nee, we kunnen hier niet door naar Palu. Te voet en te paard dat wel, maar niet met een auto.
Terug dus om via een andere route Palu te bereiken. Voorbij Tentano gaan we er nog maar eens goed voor zitten. Immers, we hebben ook geen duidelijkheid over de kustroute vanaf Palu naar het zuiden. Dat is het rondje dat we in gedachten hadden. Heroverweging. Doen we niet. In plaats daarvan rijden we rondom het meer terug in zuidelijke richting.
Daar gaan we. Weer de 13 kilometer terug naar de afslag bij de politiepost. We zwaaien en beginnen aan het lusje Poso Meer.
En geweldig is het. Smal en versleten is het uitdagende weggetje. Uitzichten en doorkijkjes naar de blauwe waterplas. En jawel, dan is er ook nog eens een restaurant op een terrein met huisjes. Aardige mensen. We moeten wel een beetje geduld hebben voor we het eten krijgen. Maar ondertussen karaokeën twee jongemannen dat het een lieve lust is. Gewoon voor zichzelf, want behalve wij is er alleen de kok. De nasi en groentesoep zijn prima.

 

De route klautert over rotspunten en door vlaktes. Daar zijn uiteraard de rijstvelden en langs de hellingen is er cacao. Veel cacao. In een dorpje stoppen we bij een familie die de gedroogde cacao pelt. In dit gebied zijn veel mensen vanuit Bali neergestreken, dus zijn er ook weer tempels op de binnenplaatsen van huizen. Hier en daar ook een Toraja-erf..
De laatste klim is de heftigste. De steile weg is veranderd in een stenige modderweg. En om het af te maken, barst zo'n heerlijke tropische bui los. We genieten. Het rondje mag dan veel kleiner geworden zijn, dit is wat we heerlijk vinden. Zo te rijden, met uitdaging en niet met bergen verkeer om ons heen.

 

Om half vijf zijn we in Pendolo. Rechtsaf de strakke weg door de vlakte op. We aarzelen wat, want de tijd vordert. Hotels zijn hier sowieso niet. Bivak dus. Maar waar? En jawel, als altijd vinden we wat we zoeken. Iets van de weg af zijn bedrijfs- en winkelruimtes. In een blok van een stuk of acht met een overkapping en een tegelvloer voor de grote roldeuren. Yes!

 

 

Het is zaterdag en alles is gesloten. TOY staat prachtig met de neus naar de weg en de achterkant onder het afdak. En wij zitten droog op een betegeld terras. Binnen de kortste keren krijgen we gezelschap. We worden getrakteerd op mangoesteen (een tropische vrucht). En iemand wijst waar we naar de w.c. kunnen.
Voor het donker wordt, kunnen we nog een poosje lezen en van dit verblijf te genieten. Pastaatje en wijntje om de dag af te sluiten. Nu maar hopen, dat de buurt-Muezzin het vannacht een beetje rustig houdt...

 

Zondag 13 april 2014 (220 km) - Van Terras met Kids naar Terras met Karaoke

 

Heerlijk geslapen en gezellig wakker geworden. De kids spelen al rond TOY met de ballonnen. Om zeven uur zitten we op ons glanzende terras aan de koffie. Nu en dan wipt er een brommertje aan om gedag te zeggen. We krijgen nog meer vruchten en de kids brengen een zakje chips. Om half tien wordt het te warm. Inpakken, wegwezen, uitgewuifd door de kinderschare die nog nahikt van de pret. G deed "Jingalaja" met ze. Succes verzekerd.

 

Over de vlakte weer de bergen in. Bij de verbredingswerkzaamheden is het na de regen een enorme modderboel geworden. We moeten wachten. Bij de geïmproviseerde brug maken vrachtwagenchauffeurs met stenen een gapend gat dicht. Ze kunnen er niet langs nu een groot stuk van de weg in de afgrond is verdwenen.

 

Zoals vaker kopen we een grote tros bananen voor 5.000 Roepia (veertig Eurocent) bij een familiestalletje langs de weg. Niet ver na de afdaling in de vlakte leggen we aan bij een restaurantje in een (vis)vijver voor de lunch.
Op de vlakte voor Palopo kunnen we weer heerlijk doorrijden. Dan barst de bui los. Het gaat geweldig tekeer en het wordt ook behoorlijk donker. In plaats van de lichten aan te doen, zet men het op een knipperen. De geulen en kanaaltjes stromen als een gek. Rivieren veranderen in woeste stromnen en bij de kleinere en laagliggende huisjes veranderen de erven in vijvers. Spectaculair!
Als we Palopo binnenrijden is het ergste achter de rug. We stoppen voor een cappuccino in een winkelcentrum en vullen de ontbijt- en lunchvoorraden aan in de supermarkt.

 

Op weg door het stadje is onze Mien, i.c. OSM, het spoor totaal bijster. Sterker, er is geen spoor. Moeten we toch weer op de ouderwetse manier navigeren. Dat is, op de kaart kijken en vragen. Een politie-agent is als gebruikelijk uiterst behulpzaam. Hij plukt een motorrijder van de weg en vertelt hem dat ie ons voor moet rijden naar onze route. Als vanzelfsprekend neemt de man de opdracht aan!

 

Aan de kust klimt de weg. Prachtig kijken we uit op rijstvelden en zee. Voor de nacht vinden we een plek bij de receptie van een verlopen hotelletje. In terrassen zijn de bungalowtjes langs de helling geplakt. De barman, de kamerjongen/receptionist, de "manager", allemaal zijn ze blij met de afleiding die wij ze bieden. Om de beurt komen ze een praatje maken. En voor de foto's natuurlijk. Terwijl we TOY's dineren is in de bar hogerop de karaoke van start gegaan. In een van de huisjes kunnen we douchen/mandiën. Heerlijk! Dan kan de iBet eindelijk het videootje van Joey's toneelvoorstelling aan. Genieten! Op de karaoke muziek van een hoog Corry-gehalte leggen we ons te slapen. Althans...

 

Maandag 14 april 2014 161 km) - Sengkang en het Drijvende Vissersdorp

 

En nee, van slapen kwam lange tijd niets terecht. De Corry-fase ging over in een stampende disco-fase die tot een uur of twee duurde. Met eigenste koffie brengen we onszelf weer op dagpeil.
Verder zuidwaarts. De weg is rustig en voert door dorpjes en er is rijst, rijst, rijst en ook wel eens maïs.
De bermkoffie nuttigen we onder de nodige belangstelling. Met open mond bekloppen mannen TOY. .
Langs de route verschijnen weer de houten traditionele Bugishuizen zoals aan de westkant. De regen heeft modderige sporen nagelaten op de erfjes.
Voor de lunch stoppen we in een dorpje bij een kleine familie-warung. Vader bakt, moeder stelt de soepen samen, zoontje dient op. Die gaat helemaal uit zijn dak, als ie keurig "you're welcome" weet uit te brengen. Voor twee dollar eten we een Soto Ayam (kippensoep) en een Baksa.(soep met grote vleesballen). Inclusief water met ijsblokjes!

 

Om een uur of twee zijn we in het Pondok Eka Hotel in Sengkang aan het Tempemeer. We regelen meteen een uitstap naar het "drijvende vissersdorp" op het meer. De manager, Mulli, zal onze gids zijn. Tot half vijf kunnen we relaxen.

 

Half vijf. We wandelen naar de rivier. In een klein bootje varen we tegen de stroom in richting Tempemeer. We passeren de paalwoningen van Sengkang. Vorig jaar stond het water tot aan de bodem van de huizen, vertelt Mulli. Er was toen ook veel schade aan de gewassen (mais). Hier en daar zien we een paar drijvende huizen als voorbode van het drijvende dorp op het meer. Gemaakt van bamboe en op bamboe plateaus.
In het fragiele bootje spuiten we van de rivier het meer op. We genieten van de verkoelende wind en het gladde meer met veel drijvend groen.

 

 

Een uur later zijn we bij wat het "drijvende dorp" genoemd wordt. Een stuk of twintig huizen zijn er. Hier wonen en werken de vissers. We zwaaien naar de mensen die er doende zijn. Een klein meisje zwaait opgewonden terug. 
Het bootje meert af bij het "café". Een kopje thee en gebakken banaan krijgen we. Mulli gaat er eens goed voor zitten. "We have a system" begint hij bijna plechtig. Met trots legt hij uit op welke manier zijn volk (de Bugis) jaarlijks vijf ton vis vangt in het Tempe-meer.
Om te beginnen worden de percelen worden volgens strikte regels verpacht. Dan kweekt men "tuinen" (het drijvende groen met bamboestokken om het te verankeren), waar de vis zich voedt met de wortels. Als de vis groot genoeg is "omsingelt" men de tuinen met bamboe hekken. Vervolgens worden de vissen naar een smalle opening gedreven en heeft men het "voor het oprapen". 

De zon daalt en als laatste vertrekken we. We zien hoe aalscholvers en kingfishers hun maaltje bij elkaar sprokkelen. We zien de gele rode en witte vlaggen, waar de vissers offeren om de Goden gunstig te stemmen en te danken.

 

Terug in het dorp varen we weer onder de bamboeloopbruggetjes door en langs het paaldorp. Aan de oever badderen mensen in het rivierwater. In het laatste licht klinken van alle kanten de muezzin. Wat een heerlijke uitstap was dit!

 

Mulli kiest in een buurtwarung een mooie zoetwatervis uit en regelt dat we er om half acht kunnen eten. De makreelachtige vis smaakt bijna hetzelfde als de kip. De kruiden bepalen vooral de smaak. We krijgen er rijst bij en schaaltjes met waterspinazie, zoetzure groenten en een peperige pindasaus. En er zijn de belangrijke bakjes met "heet". Hoe heter hoe beter, is het devies! Maar dat geldt niet voor ons... De Bintang, we zijn in een Moslimrestaurant, moest van ver komen, maar smaakt ons super. Acht dollar rekenen we af. De helft komt voor rekening van de Bintang.

 

Dinsdag 15 april 2014 (143 km) - Sinjai-Stop

 

Ontbijt op de binnenruimte rond het zwembad. Geroosterde boterhammen met jam. Dat moet het zijn vandaag. Op weg door vlak bouwland. Bugishuizen en rustig bewegende mensen.
Begin van de middag barst de bui los. Regen, regen, regen! De temperatuur duikelt een graad of tien. Het jaagt de brommers goeddeels van de weg. In groepjes schuilen ze onder de huizen op hoge poten. Ook de vrachtwagens gaan aan de kant. Wij niet, we hebben even het rijk, de weg, alleen. Wat een luxe. 
Sinjai, zomaar een plaats op onze route. In de doordenderende tropische bui kloppen we om drie uur aan bij het enige hotel in town. Nogal Indonesisch is het. Veel tegels en gladheid. Kaal, zeg maar, met neonverlichting. De kamer is net-aan-okee en de badkamer ruikt naar schimmel en ammoniak. Afijn, we zijn onderdak en hebben een w.c. en wifi als het signaal er zin in heeft.
Het is even schrikken als de muezzin van de naastgelegen moskee los barst. Goeie stem en een nog betere versterker die in de holle open galerij van het hotel klinkt als de spreekwoordelijke klok.

 

In de laatste regenspetters kuieren we naar een eettentje in de buurt. De kokkin en de dienster krijgen niet genoeg van G. Minutenlang staren ze hem aan. De soto ayam is lekker en de vis is.. uh... gepeperd. Zeer gepeperd. Nu maar hopen dat alle narigheid veroorzakende bacteriën in G's ingewanden in één klap uitgeroeid worden!
Bij een tentje bekijken we de kunst van het martabak-bakken. W.e nemen een zoet exemplaar mee. Na proeving maken we de nachtwaker er errug blij mee. Ons is het veel te zoet. Ja, zelfs voor G.

 

Woensdag 16 april 2014 (106 km) - Bira en drie Phinisi Schoeners om te beginnen

 

Om acht uur wordt het ontbijt bezorgd. Tjessus! Mierzoete thee, geen koffie en dik zoet geroosterd brood met van alles door elkaar. Wat te denken van half gesmolten chocolade hagelslag met geraspte kaas en ergens ertussen ook nog jam? Inpakken wegwezen. Pfffft, dit ontbijt, de ontbrekende lakens en handdoeken, de stinkende badkamer, muggen op de kamer... HOI daar is TOY!

 

Een heerlijke rit ligt voor ons. Langs de kust en door het binnenland trekt een klein weggetje door rijstvelden, bananenplantages, mais... Om half tien na-ontbijten, koffiepauzeren en voor-lunchen we onder een afdak. Het ligt aan het gebruikelijke dorpsvoetbalveld waar een paard, koeien, geiten en kippen rondscharrelen. Aan de kopse kant is de school. Al snel zijn er meer kids bij ons dan in de klas. Na een kwartier beslist een jongen dat het klaar is en hij dirigeert het spul weg. Met een rietje mept hij links en rechts of trekt hij een onwillig kind aan het oor mee. Niemand protesteert. Een jongeman met gezag!

 

Beter doorvoed vervolgen we de route. We fotograferen een groot Bugishuis. De eigenaar nodigt ons binnen uit. Bijzonder is het volledig houten interieur. Zware statige pronkfauteuils staan strak in het gelid. Meneer is apetrots op het familiehuis.

 

 

Een eindje voor het dorp Bira zien we lager langs het strand drie Phinisischepen in aanbouw. Grote schoeners, helemaal met de hand en van hout gebouwd. Over een klein pad komen we beneden. G klautert op de schepen en kijkt z'n ogen uit. Een jaar of twee bouwt men aan een zo'n schip. Wat een vakmanschap!

 

Het is lunchtijd als we in Bira zijn. Bij het Amatoa Resort, bereikbaar via een ienieminiweggetje, doen we een goeie lunch met wijds uitzicht over de zee. Een spoor langs de zee loopt dood. Terug naar de doorgaande asfaltweg. We wippen aan in de haven. Een Phinisi-schoener vaart juist uit en een ferry wordt geladen. Vissers brengen bakken vol mooie dikke vissen aan wal. Bussen, vrachtwagens, handkarren, auto's, voetgangers... Het krioelt allemaal door elkaar op de smalle en gammele pier.

 

In Labuhan Tangkul loopt een kleine weg pal aan zee. Zij aan zij zijn er de werven, waar kleinere boten gebouwd worden. Onder een scherm van palmbladeren zijn alle stadia van het bouwproces te zien.
Maar eerst is het bivaktijd. Het treft. Het weggetje loopt uit op een kunstmatig plateau in zee. Een vierkant plein eigenlijk. Daar staan we prachtig.

 

 

G is blij, want tussen een paal en TOY kan hij eindelijk weer eens zijn hangmat opknopen. Veel rust is hem niet gegund. We staan nog niet of de eerste bezoekers melden zich. De buren. Na de nodige fotoshoots verdwijnen ze. Maar nieuw bezoek komt en gaat en blijft komen en gaan. Op brommertjes, motorfietsen, scootertjes. Complete families, opgeschoten jeugd, giechelende meisjes... Beetje staren, voorzichtige toenaderingspogingen. En foto's, foto's, foto's... Die auto en twee grote witkoppen. Ach, geef ze eens ongelijk. We zijn het uitje van de dag hier in het dorp waar schepen bouwen het gewone alledaagse ding is.

 

Als de stroom bezoekers vermindert eten we vlotjes. Afijn, tot we naar bed gaan om een uur of tien is er volk dat ons monstert en op hun beste Engels vraagt "my name is..." en je dan vragend aan kijkt. We frissen ons op en slapen een mooie zeenacht.

 

Donderdag 17 april 2014 (170 km) - Tanah Beru en de Scheepswerfjes

 

G gaat naar het toilet bij de "buren", onze eerste gasten van gisteren. Lekker lang ontbijten met zeezicht en aanloop. Vanmorgen zijn het de vissers die er al een werkdag op hebben zitten.

 

Werfjestijd. Een groter schip is bijna klaar en er wordt aan de tewaterlating gewerkt. Onder de romp op hun kont zittende mannen trekken ritmisch aan een kettingtakel. De bedoeling is de boel zo in beweging te krijgen. Zoals wij het bekijken, lukt dat vandaag bij lange na niet. 

 

 

Prachtig zijn ze deze houten schepen met hun puntige boeg en ronde rompen. Ze worden gebouwd volgens "oude traditionele technieken". Dat betekent echter ook veel handwerk en primitieve arbeidsomstandigheden. Op blote voeten of slippertjes kruipt en klimt men overal in, over en door. Alleen de houtzaagmachines zijn van nu. 

 

 

Noordelijker verdient men de kost met visserij en zoutwinning. Er zijn volop visstalletjes, netten worden geboet en zeewier wordt gekweekt... 

Maar rijst is er altijd en doorlopend. Alle stadia van rijstproductie zagen we dezer dagen. Het ploegen en pootklaar maken van de grond. Het poten, onkruid wieden, en ook het oogsten en dorsen kwam voorbij. Langs de weg of waar dan ook maar ruimte is, wordt de rijst in de zon te drogen gelegd. We zagen hoe de rijst met de hand in zakken werd geschept, hoe de zakken geladen en getransporteerd worden. In dit gebied zelfs waren het opvallend veel paarden die de witte zakken vervoerden.
En natuurlijk hoe op ieder moment van de dag de rijst genuttigd wordt. Zonder rijst, heeft de Indonesiër niet gegeten, zei iemand ons. En uiteindelijk rijden we ook nog in de rook. Op het veld worden de rijststoppels verband.

 

Voor de lunch heeft G eindelijk zijn ideale vissie te pakken. Met handen en voeten heeft ie de kok duidelijk kunnen maken dat hij een vis-sec wil. Zonder de sterk gepeperde kruiden, toeters en bellen of wat dan ook. En dat bevalt mijn wederhelft zodanig dat hij er nog maar een neemt.

 

Makassar naderend wordt het druk, akelig druk. Het is warm en de lucht is blauw van de rook. We verlangen naar koelte. Onderweg hebben we het hotel in Makassar geboekt. Handig en een stuk goedkoper ook nog. Hehehe, half vijf staat TOY onder goed toezicht en hebben wij onze kamer met City-view (als je niet op zee uitkijkt).

 

Om een uur of zeven gaan we een kijkje nemen bij een traditionele Makassar-bruiloft. Het ceremonieel heeft eerder plaats gevonden. Hier in het hotel wordt nu de receptie gehouden. Tjonge, en dat is niet mis. We worden begeleid door een hotelmedewerker die toestemming gevraagd heeft. En ja, we mogen het niet echt stralende bruidspaar, dat als een Japans Keizerspaar zetelt in een orgie van rood en goud, feliciteren. Geweldig.

 

 

De gasten gaan na de gelukwensen direct door naar een enorm buffet. We maken er kennis met de General Manager van het hotel, de Nederlandse Jerome van Helden. Vijfhonderd genodigden zijn er. Maar kan het veel groter. Statusdingetje in bepaalde kringen.

 

Het restaurant heeft een hele goeie steak, lamsbout, frietjes en een Griekse salade. Glaasje wijn ook nog. Lekkerrrrr...

 

Vrijdag 18 april 2014 (15 km) - De oude Haven en Middaggie thuis

 

Goed ontbijtbuffet. Via het (gesloten, want vrijdag) ticketbureau komen we bij de oude haven. Daar liggen ze dan, volop in bedrijf, de Phinisischepen. Ze worden geladen en gelost. Met de hand natuurlijk. Zwaar en heet werk.

 



Toerend verkennen we de stad wat verder. Dan is het weer de hoogste tijd voor onze koele kamer. Voor de avond is er een Italiaans buffet, dat op een pasta na niet zo erg Italiaans aan doet. Het is druk. Veel mensen besteden hun vrije Paasweekend in het hotel. De update vordert zo tussen neus en lippen door.

 

Zaterdag 19 en Zondag 20 april 2014 - Hotellen, Skypebellen en 2x Update "eruit"

 

Ontbijten, lunchen en weer een druk buffet in de avond. Maar op zondagavond zitten we weer moederziel alleen in het restaurant. Het vrije weekend is blijkbaar voorbij. De drie kokkies en de vier man in de bediening staan helemaal tot onze beschikking.
De boottickets zijn binnen en de update en een heleboel mailtjes gaat de digideur uit. Het is genieten van het beeldbellen met Zoë en de Korenschoven.
De moed zinkt ons zondagavond in de schoenen als de update van de Kleine Sunda-eilanden verdwenen is na een kleine tekstcorrectie. Wat nu weer... Ondanks paaszondag reageert Olaf. Met het tijdsverschil en het lange vrije weekend moeten we voor een mogelijke oplossing wachten tot dinsdag waarschijnlijk. Beteuterd zetten we onze i-Wekkers op zes uur en gaan, uh proberen, te slapen.

 

Maandag 21 en dinsdag 22 april 2014 (12 km) - Op de Veerboot terug naar Surabaya

 

Half zes klaarwakker. G besluit het Sunda-update-materiaal van de laptop opnieuw te uploaden. De verbinding is zo vroeg in de morgen redelijk snel. Een uur later is het gefikst. Zo, en nu maar hopen dat de provider geen ingrepen doet die dit werk teniet doen.
Snel ontbijten en weg. Om half acht staan we klaar in de haven. De jongeman van het ticketbureau regelt dat we op de kade in de schaduw kunnen staan.
Om een uur of acht zien we de Kirana IV aankomen en afmeren. De eerste auto's rijden uit de buik van de boot om half negen. En om half tien rijden wij als achtste auto het ruim in. TOY staat in een mooi en beschut hoekje.
Upgrade geregeld en daar issie weer, onze luxe hut. We ronden het ontbijt af met kleine croissantjes en gebakjes van het (hotel)buffet. En dan is het tijd om de korte nacht alsnog te verlengen. G in ieder geval.
Om twaalf uur klinkt de scheepstoeter en vertrekken we in westelijke richting. Makassar verdwijnt langzaam uit beeld. En dan is er alleen nog zee, een mooie rustige zee. Wanneer we precies aankomen, is nog altijd niet duidelijk.

 

Het blijft een avontuur. Dinsdag rond twee uur in de middag land in zicht. Het is Madura, een eiland ten noordoosten van Surabaya. Navraag leert, dat we ergens tussen acht en tien uur aankomen. Nah ja, dan heeft ie er even snel over gevaren als op de heenweg. Maar ja, dit is dan ook de Kirana IV in plaats van de Kirana IX! Wij kunnen er alleen maar blij mee zijn.

 

Sulawesi ligt achter ons. Zowaar hebben we er weer eens een expeditiegevoel ervaren. De bivakken hebben daar zeker aan bijgedragen, maar ook het legere binnenland en de routes die even niet meer vanzelfsprekend waren.
Bijzonder waren de Tongkonanhuizen in Torajaland en indrukwekkend de graven en de begrafeniscultuur. Het rondje Poso was heel leuk, net als de uitstap bij Sengkang op het.Tempe-meer naar de "drijvende dorpen". Prachtig was het om de vele vele traditionele houten Bugiswoningen te zien en niet in de laatste plaats, hoe de Phinisischepen gebouwd worden. Over de rijst hebben we het maar even niet meer...
Ach, en overal waren er mensen. Hartelijk, gastvrij en behulpzaam. Goed volk, de Bugis van Zuid Celebes!