home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Iceland 2016
::
iceland 2
  • algemeen
  • iceland 1
  • iceland 2
::
reisverslag
Iceland 2016 :: iceland 2 :: reisverslag

 

 

Route (3.400  km, 16 days): Patreksfjördur - Budardalur - Husafell - Thingvellir - Reykjavik - Grindavik (Blue Lagoon) - Reykholt (Geysir) - Langjökull - Hvolsvollur - Vik - tour Lakagigar - Skaftaffel - Jökulsarlon - Höfn - Djüpivogur - highlandtour Snaefell and Kverkfjöll - Bakkagardi - Seydisfjördur - Hirtshals (DK) - Utrecht (NL)

 

Zaterdag 30 juli 2016 (359 km) - Van Fjord naar Gletsjer

 

De zon verjaagt de kou. Tijd voor een ochtendbad. En wat voor een! Heerlijk heet water, zachte zon en uitmuntend uitzicht op weiland en fjord! 

Om twaalf uur vertrekken we. Met open dak zelf even! Om het fjord heen, bergtong over en lunch in het restaurant van gisteren. Daarna zoeven we over de 60 op asfalt of gravel. Mooie vergezichten op een heel blauwe oceaan. Beneden op de keien ontdek ik zelfs zeehonden die schapen zijn...

 

Via prachtig bergachtig landschap rijden we weg van de Westfjorden. Vanaf de ringweg slaan we af richting Husafell. Op deze route bij Reykholt (bet.: stoomheuvel) is de Deildartunguhver te vinden, IJslands grootste heet-water-bron. Stoomwolken wijzen al van ver de weg.
Per seconde wordt er zo'n 180 liter bijna kokend water (97 gr) naar boven geperst. Twee steden op 34 en 60 kilometer afstand en broeikassen in de directe omgeving worden hiermee verwarmd.
Imposant. We wandelen er rond en verbazen ons maar weer eens wat deze aarde allemaal vermag.

Veel Reykjavikkers brengen het weekend door in Husafell. Hutje mutje staat het volkje op de camping. Te vol en te druk vinden we, verder dus.
Langs de Langsjökull (gletsjer) trekken we zuidwaarts. Vanaf het stenige pad leidt een hobbelig bandenspoor naar de gletsjer. Om acht uur staan we aan de rand van de grote ijsmassa bij Klaki Basecamp. Prachtig is het in het lage licht. Er is niemand. Enorme voertuigen met dito banden wachten op de klandizie die hier morgen ongetwijfeld weer zal zijn. De gletsjer is big business geworden.

 

 

Het stenige pad voert ons verder door het grote donkere lavaveld. Om half tien zijn we bij de noodhut (Reydarvatn) op een kruising van paden. Een Franse overlandcamper is ons voor. Met wat steken kunnen we TOY opstellen met de neus in de harde wind en met fantastisch uitzicht.
Lekker is de nasi en als de krant gelezen en de afwas gedaan is, is het tijd om te gaan slapen in het middernachtelijke schemer.

 

Zondag 31 juli 2016 (241 km) - Thingvellir, Reykjavik en de Blue Lagoon

 

De zon schijnt alwéér! Nog voordat we zijn opgestaan, passeren de eerste auto's op hoge wielen. Wij slaan af op de 52, een weggetje dat door groener wordend land slingert. Boerenland, gezien de omheiningen. We nemen een kleiner pad dat zich afsplitst. Het wordt zelden gebruikt zo te merken. Er zijn veel stroompjes over te steken. Op het oude lava groeien prachtige mossen en bloempjes. We openen en sluiten hekken en komen aan op een betere weg op de noordoever van het Skorradalsvatn (meer). De flankerende heuvels zijn bebouwd met luxueuze weekendhuizen. Via de zuidkant rijden we richting Hvalfjördur. In groepjes genieten de IJslanders met ontblote bovenlijven van het mooie weer. De Glimu waterval met de grootste val (200 m) bezoeken we toch maar niet.

 

We rijden naar N.P. Thingvellir (parlementslaagvlakte), een belangrijke plek in de geschiedenis van IJsland. Ruim duizend jaar geleden kwam hier het eerste parlement ter wereld, het Alping, bijeen. Wetten werden aangenomen, er werd recht gesproken, veroordeelden terecht gesteld en huwelijken gesloten. Vanuit alle windrichtingen reisden IJslandse burgers naar deze vlakte om dit alles én de markten en feesten mee te maken.

De plek is bovendien geologisch interessant. Onder IJsland loopt de breuklijn van twee tektonische platen, de Euraziatische en de Noord-Amerikaanse plaat. De platen drijven uit elkaar met een snelheid van 2 á 2,5 centimeter per jaar.
Vanaf een plateau op de Noord-Amerikaanse plaat kijken we uit op een bergketen op de Euraziatische plaat. Er tussenin is een verzonken stuk land dat tot geen van beide behoort.

 

Op naar Reykjavik. De stad is uitgestorven. De Reykjavikker vermaakt zich elders zoals we al ontdekt hadden. Dus bereiken we vlot het oude centrum bij de haven. We bewonderen het mooie kunstwerk, de Vikingboot, en gaan op verkenning in de binnenstad. Drankje hier, hapje daar. Om acht uur hebben we er vier uur stad op zitten en vinden we het welletjes.

Stad uit en op naar Grindavik. Daar is de beroemde Blue Lagoon. Om negen uur melden we ons aan de balie voor informatie. Zó, en óf dit toeristisch is. Dagenlang volgeboekt. We kunnen alleen nog om elf uur terecht. Vanavond laat dus. Kaartjes (á 50 euro!) moeten op het internet gekocht worden. De wachttijd benutten we om een plekje te kiezen op camping Tjaldvaedis.

 

De Blue Lagoon is het commerciële resultaat van een menselijke fout. Al is het precieze verhaal nog niet helemaal helder. Onze beide gidsen, het Capitool en de Dominicus, geven verschillende versies. En dat doen ook de technische man en de kleimaskerdame van de Blue Lagoon.

 

Ongeveer komt het op het volgende neer:
Op het grote oude lavaveld werd een geothermische centrale gebouwd. Daarvoor wordt water op twee kilometer diepte aangeboord. Het water blijkt zout en is niet te gebruiken voor de installatie. Daarom pompt men het water het lavaveld in met het idee dat het vanzelf de aarde in zal zakken. Dat gebeurt niet, want de silicaatdeeltjes sluiten de bodem af. Tussen de lavarotsen ontstaat aldus een kunstmatig meer. Dan ontdekt men dat het warme water een gunstig effect heeft op huidproblemen. De lagune wordt aangelegd als zwembad met toebehoren (jaren 80) en groeit uit tot het huidige luxueuze wellness centrum. Het water van het zwembad wordt terug gepompt naar zee, drie kilometer verderop.

Drie kwartier voor de officiële toegangstijd melden we ons. We willen waar voor ons geld! Met enige aarzeling laat men ons toe. Maar dan wentelen we ons uitbundig in het warme melkachtig blauwe water. Doen kleimaskertjes op, worden heet in het stoombad, staan onder een watervalletje en drinken een drankje. Een heerlijke en bijzondere ervaring is het. Om half een rijden we in het nachtelijke licht naar de camping.

 

Maandag 1 augustus 2016 (149 km) - Van Bubbels en Sissers

 

Ochtendje in de zon en een uurtje in de kampkeuken. Rond het middaguur rijden we de 427, een riante asfaltweg. Ook hier zijn ruige lavavelden die verzacht worden door witgroene mossen. Rechts van ons strekt de oceaan zich uit. We maken een uitstapje naar de Seltun, ook weer zo'n geothermische plek, waar de aarde kookt en bubbelt. TOY-lunch van nasi-kliek.

 

Bij Eyarbakk buigt de 34 naar het noorden. We passeren Selfoss. Het landschap is lichtglooiend en in gebruik als boerenland. De tweebaansweg is druk. Misschien gaan de Reykjavikkers terug naar huis na een vrij weekend. Vandaag was Red Day, een nationale vrije dag.
In Reykholt doen we de nalunch in een bomvol restaurant. Om zes uur staan we op de Geysir camping. Kuieren wat rond en in het restaurant avondeten we pizza en IJslandse vleessoep. Het grijze wolkendek is weer opengetrokken.
Het veld naast de camping sist en stoomt. Hier is de beroemde natuurlijke fontein, de Geysir en naamgever van al die geisertjes in de rest van de wereld. Maar de Geysir is in het ongerede geraakt nadat men met zeepsop heeft geknoeid. Nu vertoont ze haar kunsten nog maar heel zelden.
Voorin TOY lezen we comfortabel en warm tot bedtijd.

 

Dinsdag 2 augustus 2016 (43 km) - Heetwater Fonteinen en Vrolijke Fransen bij de Gletsjer

 

Heerlijk, we kunnen buiten in de zon ontbijten. Zo is kamperen toch eigenlijk bedoeld!

 

 

Maar donkere wolken pakken zich samen en al snel vallen de eerste spetters. Het plan om een campingdag te houden schrappen we. In het restaurant aan de overkant installeren we ons met laptops. Nuttige uurtjes. We lunchen en als het opklaart gaan we aan de wandel in het gebiedje waar hordes mensen wachten op het spuiten van de Strokkur, de enige stoomfontein die met grote regelmaat haar kunstje vertoont. De oude Geysir ligt wat stilletjes te dampen. 

 

 

Op weg naar de Gullfoss, een machtige waterval, vinden we een onverhard weggetje door een N.P. met struiken en bomen. Heel bijzonder is het om in IJsland door ondoordringbaar groen te rijden. Noordelijk is er weer de openheid van zwarte lavavelden en heuvels. De Langsökull, onze trouwe maat dezer dagen, lokt aan de horizon. Sterker, er gaat een pad naar toe! Veertig heerlijke minuten later arriveren we op een machtig mooie plek. Ruig is het terrein, vanwaar de gletsjers zich lang geleden heeft teruggetrokken. Wit woest water stort zich vanuit een meer in stromen en watervallen omlaag. Adembenemende uitzichten. 

 

Het pad is een spoor geworden en slingert door een stenige rivierbedding en vertakte stromen om dan steil omhoog te klimmen naar een richel. Een paar Franse Toyota's 100 dalen af. Op de keiige steiltes gaat het uiterst voorzichtig. We wachten beneden tot er weer ruimte is. 

Waar het spoor ophoudt boven op de bult hebben we het rijk alleen. We kijken op de smoezelige gletsjerrand en het meer ervoor. Aan de andere kant strekken zwarte lavavelden zich uit voor een decor van bergen. De lucht doet ook mee en is blauw met schitterende wolkenformaties. Tjonge...

Terug in het basiskamp bij de schuilhut stellen we TOY mooi op. G voelt zich helemaal in Luilekkerland. Zoveel Toyota's (100!) en dan nog Franse ook. Hij vraagt de mannen het hemd van het lijf, ligt onder auto's of hangt met z'n neus onder de motorkap. De rondleiding zet zich voort bij TOY. Onze verbouwde Toyota is voor de meeste nieuw.

 

 

En dan is het dik tijd voor een onversneden Frans aperitief. Samengepropt in een tentje gaan de hapjes, flessen champagne en whisky rond. Het is een uiterst gezellige boel. Er wordt gezongen en muziek gemaakt. De Franse wijnvoorraad is helemaal fini. Maar goed dat wij meer dan genoeg pakken wijn aan boord hebben.
Om tien uur eten we rijst en kip-korma en om half twaalf duiken we in ons warme bed.

 

Woensdag 3 augustus 2016 (262 km) - Van Top via Toppie naar Toppertje

 

Om half negen rijdt het Franse gezelschap weg. Ook de huurauto met vier mensen en twee tentjes verdwijnt. Happy us. Deze prachtige en bijzondere wereld aan de voet van de Langjökull is even voor ons alleen.
Mooie rit door de grauwgrijze glooiende vlakte. Een meer en rivier van melkwit water doorbreken de eindeloosheid. Regen sluiert in de verte, hier en daar piept er wat blauw door het grijs-witte wolkendek.

 

De geasfalteerde 35 brengt ons in no time naar de Gullfoss. We kunnen haar nog net bewonderen voor de regen de kleur wegneemt. De waterval met de "gouden sluiers" dendert breed en trapsgewijs naar beneden. Schitterend. We veroveren een gebakje en wurmen ons door een opgepakte massa toeristen naar buiten. Bij TOY doen we onze eigen-koffie-met!
Het giet inmiddels. Prima rijweer dus door glooiend groen landschap. Veertig kilometer later zijn we terug op de ringweg. In Hvolsvöllur lunch in een knus restaurantje, doen boodschappen en pinnen. Ommetje via de 261 en verder op de ringweg die hier tussen gletsjer en oceaan trekt.

 

Bij Skógar slaan we af op een ongelooflijk hobbelig pad dat naar de rand van de gletsjer voert. We klimmen in korte tijd honderden meters door een gitzwart landschap. Kaal en vijandig is het om ons heen. Boven treuren een vervallen gebouwtje en een container in stenige zwartheid met sneeuw. Het regent gestaag. Indrukwekkend, maar niet de gedroomde bivakomstandigheid. Naar beneden dus...

Terug op zeeniveau wint de zon het van regen en wolken. Bij Vik wandelen we over het gitzwarte strand met een rotswand van bijzondere basaltformaties. De camping in Vik valt "vies" tegen, dus gaan we verder.
Het volgende grindweggetje richting gletsjer dient zich aan. Het is een schitterende route met adembenemende uitzichten. De weg slingert door zwarte met zachte mossen beklede bergen. Diep beneden meandert de rivier die zich uitspreidt in een delta van stromen naar de oceaan.

 

 

Het pad loopt dood in een door bergen en rotswanden omgeven kom. Een schitterende plek. En nóg beter, er is een camping (Pakgil) mét warme douche!
Het is windstil, regen en zon wisselen elkaar af. Drankje en aardappelpuree, hachee en komkommerkoolsalade. "Rondje camping" en een wandelingetje in de kloof. Deze dag kon niet beter eindigen...

 

Donderdag 4 augustus 2016 (195 km) - Lakagigar

 

De zon schijnt, we nemen de tijd. Terwijl ik douche, klimt G de berg op over een steil, smal en glibberig paadje. Té glibberig, hij glijdt uit en modderig en wel klautert hij naar beneden. Om twee uur rijden we weg met (Berlijnse) Simone, Ingmar en hun joekels van rugzakken achterin. Genieten. Met zon is het uitzicht helemaal indrukwekkend.

In Vik stappen onze lifters in de bus naar Reykjavik. Wij gaan naar het oosten voor een rondrit naar de Lakagigar (Laki's kraters), een veertig kilometer lange rij van ongeveer 100 afzonderlijke kraters. Bermsoepie in de zon.
De eerste poging via kleine weggetjes loopt vast bij het zomerhuis (Skaftadalur) van een Reykjaviks gezin. Nog vijf kilometer zitten we van de beoogde route af, maar de man bezweert dat hij het zelfs niet met zijn quad wil proberen. Te moerassig en als we daar vast zitten hebben we een helikopter nodig om er weg te komen.
Dus keren we op onze bandensporen terug. Terug over de gletsjerrivier, die woest haar weg baant door de zwarte stenen en rotsen. In oktober heeft een stroom alles, inclusief de weg, meegesleurd. Twee bruggetjes op hoge poten hebben het overleefd. Dan slingerend door weidegebied naar de ringweg.

 

Het is heerlijk toeren over de Laki-route door eindeloze lavavelden naar het eind van de lus. Daar kun je vanaf 800 meter hoogte uitkijken over de reeks vulkanen en vulkaanmeren. Helaas pindakaas, tegen de tijd dat we er zijn is de lucht dicht getrokken en giet het. Jammer van de wandeling en het uitzicht.

Via de westkant rijden we verder. De groen bemoste lavavelden worden soms doorbroken door een omgeving waar geen andere kleur te bekennen is dan zwart. Het is negen uur als we bij de refuge Blagil met kampement zijn. Een paar gebouwen schurken in de druilerigheid bij elkaar. Op een drassig veldje bij een stroompje staat een campertje. Geen levende ziel te bekennen. Snelle pasta en koolsalade uit een potje. Buiten is het acht graden en de regen tikt op het dak.

 

Vrijdag 5 augustus 2016 (128 km) - Van Eldrhaun via de Fjardarkloof naar Skaftafell N.P.

 

De dag begint koud en betrokken. G vermaakt zich met de Duitse buurman van het VW-campertje. Jaar in jaar uit rijdt hij rond op IJsland. Mét drone, want daar draait alles om bij hem.

De lucht opent zich als we terug zijn in het lavaveld. Dit lava is het resultaat van een verwoestende uitbarsting van de Laki in 1783. Negen maanden lang vloeide er magma uit een spleet van 18 kilometer waardoor een lavaveld (Eldrhaun) van bijna 600 km2 ontstond. De enormiteit van die natuurramp is vergleden in de geschiedenis
Zover het oog reikt zijn er de grillige vormen van de gestolde lava. Een dikke laag groen mos is er als een zacht kussen overheen gevleid. .
Drie uur doen we over twintig kilometer door dit gigantische natuur-kunstwerk. Er is tijd nodig vanwege het pad en om de woeste schoonheid in ons op te nemen.
De twintig kilometer daarna trekken over glooiende groene heuvels en langs oude vulkanen met gras. En het pad. Oh jee, dat scherp-stenige pad! Voorzichtig bumpen we verder. We voelen ons Max Verstappen die zijn banden wil sparen.
Na alle doorwadingen komt er zowaar toch nog een "uitdaging" op ons pad. Voor ons ligt "the widest ford" van IJsland. Over grote keien waggelen we door het ondiepe water naar de overkant. Koffie met een koekje en verder.

 

 

Terug op de F206 wandelen we langs de diepe en mooie Fjadrar-kloof. Jongelui werken aan de verbetering van het wandelpad. Internationaal gezelschap blijkt. Studenten op werkvakantie (seeds.is).

Om een uur of twee zijn we in Kirkjubajarklaustur, een uit de hand gelopen klooster-boerderij. Het dorp bestaat uit verspreid liggende gebouwen, een tankstation, winkeltje, een paar restaurantjes, een camping, hotelletjes, backpackershostel en B&B's. Het restaurantje heeft een prima lunch in petto. De kliek van een enorme salade krijgen we mee.

We toeren over de ringweg verder in oostelijke richting. Links is de Vatnajökull, de grootste gletsjer van IJsland. Hier en daar steken de tongen door de mistige regen heen en de zon licht het ijs zo nu en dan op.

 

 

Rechts van ons, tussen oceaan en gebergte, ligt een enorme vlakte (ca. 1.000 km2) van spoelzand, gevormd door gletsjerrivieren en overstromende gletsjermeren (bv. na de uitbarsting van de Bardabunga in 1996). 

 

 

We landen aan in het Skaftafell/Vatnajökull N.P. als het is opgeklaard. De camping ligt tussen twee tongen in. Machtig om de gletsjerrivieren van zo dichtbij te zien. We installeren ons. G probeert het veronderstelde lek in de band van een huurauto van een NL-stel te vinden. Niet lek, constateert G.
In het naastgelegen restaurant van het N.P. is het goed toeven met uitzicht op groene begroeiing en de gletsjer. Gratis en goed wifi bovendien. Onze Duitse drone-meneer meldt zich. Hij had nog vragen. Soepie, wijntje en om negen uur sluit de tent. Terug bij TOY zetten we de avondmaaltijd voort met salade en een stokbroodje ham.

 

Zaterdag 6 augustus 2016 (72 km) - Gletsjertongen, de Zandspoelvlakte en Jökulsarlon

 

Bijtijds beginnen we de dag. Boterham-koffie ontbijt en via de wifi van het restaurant wandelen we naar de gletsjer (de Skattafels). Het is rustig, de bussen braken hun ladingen pas later op de dag uit.
Gletsjers, we krijgen niet genoeg van de grillige vormen, het witte blauw en het zwart van het meegevoerde puin en stof.

 

 

Met TOY zoeken we de volgende gletsjertong op, de Svinafell. Via een pad naast de gletsjer klauteren we omhoog. Daar kijken we uit over de ijsrivier en de hellingen waar ze vanaf glijdt. Op het meer drijven afgebroken stukken ijs als statige grauwwitte kastelen.
Gletsjers eisen ook hun tol. Een steen herdenkt twee Duitse jongens, die hier verdwenen en nooit werden teruggevonden.

 

Op naar het bekendste en (volgens de boeken) mooiste gletsjermeer, Jökulsarlon (jokul = gletsjer, sarlon = meer) van IJsland. 

Vanaf de zuidkant wandelen we een heuvel over. Een blauwwitte symfonie ontrolt zich. In de verte is de smoezelige gletsjer, ervoor het intens blauwe meer met witte en witblauwe ijsformaties en erboven de blauwe lucht met witte wolken. Zo!

 

Bij de brug over de Sarlon is het druk. Het getij keert, de rivier stroomt richting oceaan ijsblokken meevoerend. Op het gitzwarte strand steken gestrande schotsen fotogeniek af. Zeehonden spelen verstoppertje en laten zich meenemen naar open water.
Aan de andere kant van de brug verzamelen zich de toeristen om te genieten van de drijvende ijskastelen in het helder blauwe meer. Normaal is een gletsjermeer melkachtig troebel. Door de open verbinding met zee echter is dat hier niet geval.
TOY staat eerste rang. We boeken een boottrip om 17.40 uur. Knus en warm in de TOY-cabine vermaken we ons kostelijk. Met het prachtige uitzicht, maar ook met de toeristische fotosessies.

De rondvaart. Ach ja, de rondvaart. Om te beginnen melden we ons een uur te vroeg. We raken aan de praat met twee NL-overlanders (ongeveer dezelfde zijderoutetrip vanuit Singapore) en prompt vergeten we de tijd. De derde poging om half zeven verknallen we niet.

Daar gaan we. In een amfibievoertuig hobbelen we naar het meer. Geweldig is het om langs al die bijzondere ijssculpturen te varen.
Vlakbij de gletsjer is het meer 280 meter diep. Tachtig jaar geleden kwam de gletsjer nog tot aan de brug een paar kilometer verderop. Het effect van de klimaatverandering is hier dramatisch merkbaar. De gletsjer trekt zich 100 meter per jaar terug. "We gonna loose him", verzucht de gids een beetje droevig.
We bevoelen een stuk helder ijs afkomstig uit de diepte van de gletsjer. Het laatste kleine stukje sabbel ik op, terwijl ik me er intens van bewust ben dat dit duizend jaar oud is.

 

Verder met de borrel en nagenieten. Burenbabbels met medebivakkers, komende en gaande mensen. Ook onze Duitse drone-man wipt aan.

Zo zien we hoe het tij keert en al het ijs tegen elkaar aan komt te liggen. In een lagune spelen zeehonden. De zon daalt en het schouwspel voor ons verandert doorlopend van vorm en kleur.
Natuurlijk, dit moet worden vastgelegd. (Semi) professionele fotografen stellen zich op. Zwaar werk met verschillende soorten camera's en enorme lenzen die je amper kunt tillen. 

 

 

Na de zonnige dag begint de afkoeling in te zetten. De wind steekt op. Ik kook achterin een hap en voorin zittend eten we mét uitzicht. Om tien uur gaat de zon onder. Maar niet de wind. Die legt zich er niet bij neer en spookt gewoon door rondom TOY.

 

Zaterdag, 7 augustus 2016 (327 km) - Op Stormachtige Hoogte en van Kust naar Hoogland

 

Al voor we zijn opgestaan, arriveren de eerste auto's met toeristen. Ook vanmorgen is de aanblik van het meer adembenemend. Met de kering van het tij begint weer de trage dans van ijskastelen. Zeerobben dartelen rond en vogels verschalken (elkaars) visjes. Met moeite scheuren we ons los.

 

Een eindje terug slaan we af van de ringweg naar een paar andere gletsjertongen. De eerste bereiken we via een heerlijke slingerweg door een glooiende grindvlakte. Het meer is een typisch gletsjermeer. Melkachtig troebel en bruinig.
Bij de Fjalgletsjer, waar Nardi en Marijke hebben overnacht, is de rust verdwenen. Er wordt volop gebouwd. Vanaf hier vertrekken er boottrips over de lagune.
Lang blijven we niet, want de wind is naar stormachtige kracht gegroeid. We kunnen onszelf amper staande houden. Langs de ringweg zwoegen de fietsers. Sommigen gooien het bijltje, de fiets, er letterlijk bij neer. Tjonge! Op een klein pad naar zee drinken we koffie.

En dan op naar de F985. Dit pad stijgt tot boven 800 meter. En daar is een restaurant (Jöklasel) vanwaar je uitkijkt op de Skálafellsjökull, een andere uitloper van de Vatna. Flink zigzaggend winnen we hoogte.
We kijken neer op de kust en de oceaan met schuimkoppen. Voor een deel rijden we pal langs de gletsjer. Goed is het te zien hoe de gletsjerrivier dalend steeds meer craquelé krijgt. Geweldig.
We willen foto's maken en wat videoën. Door de storm is de apparatuur nauwelijks stil te houden. Twee Big Wheels met klanten dalen af in volle vaart.

Boven staat een Zwitserse vrachtwagen-overlander geparkeerd. Verder is er alleen de dame van het restaurantje. We lunchen heerlijk met soep, saladebuffet en uitzicht.
Als we ons terug naar TOY worstelen rukt de storm m'n zonnebril af. Met ware doodsverachting weet G 'm van de helling te redden. TOY staat te schudden in het woeste geweld. De afdaling is nogmaals genieten.

 

Verder rijdend op de ringweg zien we de spoelvlakte smaller worden. Steeds meer rotsen en fjorden duiken op. Op vlakke stukken staan in het groene boerenland de vaalwitte boerderijen met rode daken.

Schapen grazen gedrieën rond, paarden in groepjes en ook hier zijn overal de in plastic verpakte hooibalen. De storm biedt spectaculaire beelden bij de rotswanden die de oceaan.

 

 

In Djúpivogur, een oud vissersplaatsje met mooie houten huizen, kijken we rond en tanken we. Het is inmiddels betrokken en er vallen spetters. De route trekt landinwaarts door een dal met talloze watervallen. Na de besloten somberheid van het dal trekt het open als we boven aangekomen richting Egilstadir rijden tot een afslag. De 931 loopt langs een brede rivier door een bosrijk gebied.
In hotel Hallormsstadur vinden we warmte, stormbeschutting, (Indiaas) voedsel, een drankje en goede (gratis) wifi. We brengen er onze tijd door tot sluitingstijd (tien uur). Langs de rivier slaan we ons bivak op. Neus in de wind en snel in bed.

 

Maandag 8 augustus 2016 (256 km) - Hoogste Bomen, Hoogste Berg én... de Vatna!

 

Het is koud en nog steeds waait het hard. Toiletbezoek op de camping een paar kilometer verderop. Dan begint de speurtocht naar de "hoogste boom" van het land die in dit "grootste bos" van IJsland zou moeten staan. We komen terecht bij het arboretum en vinden de "bomenman". Een boom in de buurt van Reykjavik is inmiddels vijf meter hoger. "Maar we blijven meten", zegt de man hoopvol.

Nu kunnen we op zoek naar een warme waterval ergens in de buurt van de Vatna-gletsjer. Na de brug bewonderen we de Hengifosswaterval op afstand en rijden door naar het voormalige huis van Gunnar Gunnarson (schrijver). Niet vanwege hem, maar vanwege een geweldig gebakbuffet, zijn we hier. Het huis is prachtig. Maar helaas, pas vanaf drie uur zijn er gebakjes voor het uitzoeken. G heeft pech... Na een bezoek aan het prachtige informatiecentrum over deze streek doen we onze eigen koffie met koekje hoger op de helling.

 

In veel haarspelden klimmen we naar de Highlands. Eindeloze vlakte doorsneden door de riviertjes en meertjes. We slaan af op een kleine weg richting de Vatnajökull. Ook vanaf hier willen we die enorme ijskap nog eens zien. Schitterende rit door zwarte bergen met stroompjes waar fijn mos oplicht in de grauwheid.
We passeren ruim 1.800 meter hoge Snaefell, een granieten vulkaanmond bedekt met een woeste ijslaag.

 

Bij de Snaefell-hut informeert een aardige dame-ranger ons over de begaanbaarheid van het pad. Langzaam naderen we de ijsmassa tot we aan de rand staan. Dat is, bíjna! Puin en water vormen een niet te nemen barrière. Bordjes geven aan hoever de gletsjer in verschillende jaren reikte. Deze uitloper beweegt, maar kan ook jaren stil blijven liggen, zo leren we van informatieborden.

Snijdend koud is het in de harde wind. Opwarmend in TOY rijden we terug. We maken de twee rangers in de hut blij met een blik Hollandse erwtensoep. We leggen uit dat we dat thuis vooral eten in de winter. Het hier dus helemaal op zijn plaats.

 

De plannen zijn veranderd. Voor we de warme waterval opzoeken, gaan we naar een andere plek bij de Vatna, bij een tong met een beroemde ijsgrot. De route is overweldigend. Een nauwelijks bereden pad trekt door een enorme vulkanische grind- en steenvlakte. Het brengt ons terug op de Askjaroute, waar we over de zanderige weg door een gebied van zandkleurige rotsen trekken. Afgeslagen op de F903 zijn we weer alleen op een heerlijk pad door louter zwartheid. Ongelooflijk stenig soms, dan weer gravel en soms diep zand. Genieten. Na enkele rivierdoorwadingen en een pas voegen we in op de F902.

 

 

Om kwart over acht zijn we bij de Kverkfjöll-hut waar gekampeerd kan worden. Als we ons hebben opgesteld en we de motor nog even laten lopen is daar ineens voor ons TOY-raam een oude baardige Duitse Lonely Wolf, buurman Landrover. G doet het raam open.
"Und?", klinkt het.
"Und wass?", vraagt G.
Of we de motor de hele nacht laten lopen, want dat heeft hij, "eerlijk waar", mee gemaakt! We kunnen hem geruststellen.

We eten restjes lamsvlees (restaurant gisteren) gelardeerd met een pasta en een salade. Terwijl ik afwas, bekijkt G een stukje van de diapresentatie in de hut. Het lijkt minder koud als we onder het dons kruipen.

 

Dinsdag 9 augustus 2016 (190 km) - Afscheid van de Vatna en Binnenlandse Verrassingen

 

Windstil? Dát is wennen! De tentjes-kampeerders zijn al druk in de weer. Tijd om op te staat en de kou te trotseren. Wordt het vandaag dan eindelijk een warme-waterval-dag?
Na een yoghurtloos ontbijt toeren we de vijf kilometers naar de rand van de Vatna bij de Kverkjökull-tong. De route loop door een enorme inham van de gletsjer. Het ijs is grauw van stof en puin en doemt op als een muur. Te voet komen we dichterbij, maar tussen ons en de gletsjer is een woeste stroom,. De ijsgrot is in zicht én onbereikbaar. Het bruggetje naar de overkant is door het natuurgeweld kapot geslagen.
Afscheid van de Vatna, die we inmiddels van alle kanten bekeken hebben.

 

We toeren door het indrukwekkende landschap terug naar het noorden. Onderweg zien we buurman "und?" aan zijn Landrover sleutelen. Gebaren maken duidelijk dat ie onze hulp niet nodig heeft.
Terug op de Askja-route moeten we weer wennen aan ander verkeer.
De Herdubreid (berg), "de koningin van IJsland", trekt de aandacht. Wij verklaren onze Snaefell tot "koning van IJsland".
Op het smalle pad valt het niet mee om een groep van vijf Duitse auto's voorbij te komen. Pas als ze ergens aan de kant parkeren, lukt het. Noordelijker en oostwaarts trekken we door een vlakte met glooiende heuvels, licht gras en rivierdoorwadingen. Nog steeds zijn we op zoek naar de warme waterval. We zijn de stuwdam voorbij als we een waypoint ontdekken in een boekje. Yes! Hij is er echt, we zijn er voorbij gereden. Terug.

 

Midden op de vlakte staat een eindje vanaf het pad een wit bord. Dichtbij kun je lezen dat het spoortje naar de "Hot Waterfall" leidt. In scherpe haarspelden daalt het paadje af naar een dal waar een riviertje meandert.
Op een grasveldje staat een tent met een vriendelijke Deense familie. We parkeren en niet veel later wanen we ons in het paradijs. Vanaf een rots valt heet water (veertig graden) in een mooie sluier naar beneden in een poel. Door de regen van de afgelopen dagen is het water ietsje afgekoeld waardoor je eronder kunt staan. Het gaat regenen. Dat verdiept de beleving nog meer en het maakt onze kleren nat. Ge-wel-dig!
Verkwikt en schoon terug naar TOY. We vinden het te vroeg (half zes) om er te blijven in kou en regen. Door naar de stuwdam, over het asfalt langs onze Snaefell en dan de F323 noordelijk op.

 

In het lege landschap staat bij de rivier een VW met NL-nummerbord. En dan beleven we dé verrassing van deze trip: daar zijn Leonie en Aschwin (Afrika 2005, Egypte/Soedan :: februari). Na elf jaar duiken ze zo maar ineens weer op in ons leven. Ze hebben inmiddels een dochter van acht jaar Maaike.
In hun camper uiten we onze verbazing en vieren we het weerzien. Zij zijn hier terecht gekomen op zoek naar de warme waterval. Het wordt een latertje...

 

 

Woensdag 10 augustus 2016 (261 km) - Gevlogen Vogels en Reünie in Seydisfjördur

 

Leonie, Aschwin en Maaike gaan op weg naar het warme bad en douche. Ze weten nu waar die te vinden is. Wij genieten nog een poosje van de plek. De vlakte met de glinsterende rivier en mossen aan de ene kant en de Snaefell aan de andere kant. Wat zullen we de rust, ruimte en de indrukwekkende landschappen van IJsland gaan missen...

We rijden naar het noorden door de vallei. De rivier meandert en her en der zijn boerderijen. Prachtige rivierdoorwading. Over een oude houten brug bij een kleine kloof bereiken we de glooiende vlakte bij Bru (een boerderij). In de verte is de horizon van besneeuwde bergen.

 

Voor de koffie stoppen we bij een campinkje (Saenautasel) aan een klein meer. Het toiletgebouwtje is verstopt in een turfbekleed huisje. Verderop staan twee oude traditionele turfhuizen. Een ervan is museum. Binnen blijkt het groter dan de buitenkant doet vermoeden. Je krijgt een goeie indruk hoe men op deze afgelegen plekken leefde. In het andere turfhuis genieten we van koffie en pannenkoekjes bij de warme houtkachel. Van mei tot september is het geopend. Drie zomermaanden waarin een groot deel van het IJslandse inkomen uit toerisme en landbouw verdiend moet worden. 

 

 

Terug op de ringweg stoppen we bij een mooie waterval. Via kleine routes rijden we naar Bakkagerdi. Precies op lunchtijd vinden we daar een leuk restaurantje. Met een prima goulashsoep achter de kiezen rijden we door naar Höfn, naar het "puffinpunt",
Vanaf het uitkijkpunt kijken we uit over zee waar volop meeuwen actief zijn. Geen puffin meer te bekennen. Hun seizoen zit erop. Ze komen hierheen om te paren, hun eieren uit te broeden en hun jongen de wereld in te sturen. Vanaf eind juli begin augustus vliegen ze uit en verdwijnen ze voor de rest van het jaar naar de noordelijke zeeën, Tot ze terugkomen en hun levenspartner en het oude nest terug vinden. Een nieuw cyclus is ingezet.
Jammer voor ons natuurlijk. Gelukkig hebben we ze op Laganes gezien in het begin van onze reis.

 

We cruisen terug naar Egilstadir. Daar ontwaren we allerlei, min of meer bekende, voertuigen. Het verzamelen voor veerboot is begonnen. We kijken wat rond, doen een paar boodschappen en rijden door mistbanken en slierten naar Seydisfjördur, Mooie rit. In het havenplaatsje zien we nu pas goed wat een mooie huizen er staan. Eén ervan ziet eruit als een aantrekkelijk restaurant. En dat is het ook!

Rondje camping. Propvol en druk is het. Iedereen verzamelt hier voor de terugreis met de boot. En jawel, daar zijn ook onze Franse vrienden en natuurlijk is dit het uur voor hun aperitiefje. De champagne stroomt. In plaats van de camping kiezen we voor de camperplek, het is er een stuk rustiger.

In het restaurant Aldan is het warm en gezellig. Mooie houten ruimte en aardige mensen. Van de eigenaresse horen we dat de veerboot twee uur vertraging heeft. Alla, dat biedt een rustig opstaan- perspectief. Het eten is het meest culinair van wat we op IJsland getroffen hebben. Een waardig afscheid. Nog even pret met de Fransen als die een uurtje laten komen en dan door naar onze overnachtingplek. Een buurman in een klein huurcampertje laat zijn motor de hele nacht lopen. We verhuizen. Onze laatste IJslandse nacht breekt aan.

 

Donderdag 11 en vrijdag 12 augustus 2016 (2 km) - Dag IJsland

 

Donderdagmorgen, half acht, het regent. Ik schrijf en zet koffie. Een Smyril-man klopt aan bij de campers. Als we kaar zijn, kunnen we beter meteen gaan inchecken, want later wordt het druk, is de boodschap. Oversteken, inchecken en aansluiten. Het wachten is begonnen. We ontbijten en drinken koffie in TOY.

 

 

Om een uur of elf legt de veerboot aan. Passagiers mogen niet mee met de auto het ruim in. Ik moet dus te voet naar de terminal door de stromende regen. In een volgepakt hok begint de volgende wachtfase. Na een uur kunnen we weliswaar aan boord maar moet er weer gewacht worden tot de hutten klaar zijn. Om half twee duikt G eindelijk op. Pffft! Niet veel later kunnen we onze hut in.

De vrijdag gaat heen met uitwisselingen, eten, rondhangen en op de laptops werken. Van het aanleggen bij de Faeröer eilanden in de vroege ochtend merken we niets.
De dag verloopt gezapig. G leert nóg meer over het prepareren van een LandCruiser 100 van de Franse Bernard.

 

Zaterdag 13 en zondag 14 augustus 2016 (935 km) - Veerboot en Vastland Vervoer

 

Kwart voor twee rijden we op Deense bodem. De zon schijnt, maar niet voor lang. Het weer is wisselvallig. Maar het is met zo'n twintig graden warmer dan we lang gekend hebben. Onderweg zijn er bekende auto's van de boot en eerder op IJsland. Tank-, w.c.- en eetstops. Om half zes rijden we Duitsland in. Verwelkomd door de zon tot het weer regent. Ergens tussen Hamburg en Bremen eten we in een wel zeer Duits hotel-restaurant en een kilometer of wat verderop zetten we TOY in kampeerstand op Waldcampingplatz Hesedorf. De rest van het traject is snel gereden. Geen vrachtwagens en nauwelijks vakantieverkeer.

Zondag: om drie uur zijn we thuis na 7.300 kilometer in 37 dagen bij 22 aangename Utrechtse graden!

 

 

IJsland samengevat (5.400 km, 28 dagen op IJsland) 

 

We kijken terug op een indrukwekkende trip over dit vulkanische eiland. Vooral de tochten op de paden van het adembenemende woeste binnenland zullen ons bijblijven. Samen te zijn in de stille ruigheid die daar heerst. De vulkanen, de lavavlakten, de geothermische gebieden waar de aarde stoomt, bubbelt en sist. We zagen imposante gletsjertongen, watervallen, schilderachtige gletsjermeren, prachtig gekleurde bergen, badderden in warm-water poelen, wandelden over scherp lavagesteente en sneeuwvelden...
Ook is er de rust van frisgroene glooiende weidsheid, onderbroken door boerderijtjes met puntdaken in het kenmerkende rood en wit.

En tjonge, wat zagen we veel Landrovers en campers. Niet gek trouwens. Het weer is natuurlijk ook IJslands. Met een beetje geluk liep de temperatuur soms even op tot 17 graden. Meestal niet dus. En het mistte, stormde en regende nu en dan dat het een lieve lust was. Een verwarming in je kampeerverblijf is dan ook aangenaam. De Ringweg is voor het grootste deel geasfalteerd evenals een aantal andere hoofdroutes. Het maakt het land toegankelijker voor steeds meer toeristen.

We zagen walvissen, dolfijnen, papegaaiduikers, jan-van-genten en veel andere vogels. En overal in het land sukkelden gezinnetjes van drie schapen rond en lagen er balen hooi in plastic.

Nog een opmerkelijke zaak. De toiletten. Door het hele land heen waren zij bijna identiek. De pot, de wandjes en de Dyson handendrogers. Op afgelegen plekken waren roestige auto-, boot- en machinekerkhoven.