home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Silk Road 2015
::
kyrgyzstan 1
  • algemeen
  • prologue
  • china-yunnan
  • china-tibet
  • china-xinjiang
  • kyrgyzstan 1
  • kyrgyzstan 2
  • tajikistan
  • uzbekistan
  • turkmenistan
  • iran
  • armenia/georgia
  • turkey/europe
::
reisverslag
Silk Road 2015 :: kyrgyzstan 1 :: reisverslag

 

 

Route (1.748 km, 17 days): border (China, Torogurt Pas) - At-Bashy - Naryn - Eki-Narin Canyon - high valleys -Tosor Pass - Sary Bulak - Kochkor - Ottuk - Bokonbayevo - Karakol - Tüp - Karkara Valley - border (Kazakhstan) - Kegen - Shilik - Almaty - Shilik - Kegen - Karkara Valley - border (Kyrgyzstan)

 

Vrijdag 12 juni 2015 (101 km) - Voorbij het Hek: Vrij Reizen en Warm Welkom

 

Even is het nog onwerkelijk. Daar staan we dan. Zonder Frank, zonder regels, zonder vast reisschema! Nee, zei de Oeigoer-gids, geen foto's bij het hek aan de Chinese kant. Maar aan de Kirgiz kant, twee meter verderop, mag het wel. Daar is meteen iemand die ons samen vereeuwigt.

 

Kirgistan (ookwel: Kirgizië), het Zwitserland van Centraal Azië (gemiddelde hoogte 2.750 m) is vijf keer zo groot als Nederland en telt zes miljoen inwoners. Een land met ruimte dus.

 

De grenspost van Kirgistan is een kleine tien kilometer verderop. Een eind daarvoor staat een enorme rij vrachtwagens langs de weg. Uh? Toch maar passeren, besluiten we. Bij de kop van de file worden we gewenkt door een douaneman. Hij bekijkt onze paspoorten en praat in 'n walkietalkie. Er komt iemand aan die een beetje Engels spreekt. Deze vriendelijke douaneman begeleidt ons bij iedere stap van de inreisprocedure. In minder dan een half uur is het gepiept. Weer staan we even verbouwereerd te wezen. Gossie! Wat een ontvangst.

 

Als we wegrijden van de grenspost dalen we te ver voor het uitzicht op het intens blauwe Chatyr-Kul (kul = meer). Boven keken we er op neer. Maar toen waren er die vrachtwagens en daarna de douaneman. Een eindje verderop vinden we naast de gravelweg een stoffige lunchplek. Maar wat een uitzicht! In het zachte groen van de hoogvlakte zijn streepjes blauw van het meer en rondom bergketens met sneeuwtoppen. We zijn helemaal onder de indruk. Zó kennis te maken met Kirgistan!
De gravelweg wordt een goede asfaltweg door een brede vallei met kuddes. Zo nu en dan zijn er fraaie rotsformaties in zachte kleuren.

 

 

Een eind verderop slaan we af op een klein weggetje in een dal tussen steile hellingen. Jawel, er is ook een klaterende beek en groene weiden met vee. Het brengt ons naar de vijftien kilometer verderop gelegen Tash Rabat, een 15e eeuwse caravanserai. Al in de begintijd van de Zijderoute was deze "must-see" een belangrijke schuil- en pleisterplaats voor de reiziger en (zijde-) handelaar in dit ruige gebergte.

In het groene dal staan groepjes yoerts van een guesthouse. Wij zetten onze eigenste YOerT een eindje verderop neer. Vlakbij het beekje op een drassig veld. Heerlijk bivak met een hele koude nacht. (Hoogte 3.123 m)

 

Zaterdag 13 juni 2015 (213 km) - Tash Rabat, Gammele Brug, Kloof en Hoge Bergweiden

 

Best bivakse opstart met langzame opwarming door de zon. Zelfs is er bij de gastenyoerts een toilet. Dat is, een hokje boven een diep gat met een plank erboven.
We hebben de zandplaten onder de achterwielen gelegd. En maar goed ook. Zelfs op deze manier zijn we nog centimeters gezakt in de drassige bodem.

 

 

De caravanserai is indrukwekkend. Zeshonderd jaar (mogelijk langer) geschiedenis heeft het achter de rug. Gebouwd met dikke stenen en deels verscholen in de heuvel. Er is dan ook veel meer ruimte dat je van de buitenkant zou inschatten. Rondom de centrale zaal met een koepel is een wirwar van dertig kleine ruimtes Onze reisgids leert, dat die dienden als slaapkamers, gevangenis, voorraad- en gebedsruimtes. Met zicht op de ingang was in de centrale zaal de zetel voor de Khan van dit gebied.

 

Terug door de kloof naar de doorgaande weg en verder door de mooie vallei. In At-Bashy kunnen we geld pinnen. Beetje rondslenteren op het marktje. Versinkopen en in een winkeltje vinden we zowaar kaas! Bij een enorm goud geschilderd beeld van een paardenhoofd is er zomaar openbaar wifi. Leuk. Kunnen we even mail enzo checken.
Dichterbij Naryn slingeren we door een keten van heuvels. Via een karrenspoor gaan we erin voor de lunch. Gossie, wat een uitzicht weer. Rondom zachtronde heuvels en de, natuurlijk, besneeuwde bergketens aan de horizon. Slingerende paden en hier en daar een boerenhuis of een yoert.
Vóór Naryn slaan we af in oostelijke richting. Eerst op asfalt, dan slecht asfalt tot we alleen nog over gravel meeslingeren met de Narynrivier.

 

Waar de Grote en de Kleine Naryn rivieren samenkomen, met twee kleuren water, dalen we af in de kloof om aan de andere kant via een schitterende houten brug de Kleine Naryn (Kichi-Narin) te volgen. De weg is dan een pad geworden. Rotsig en stenig.
Dan ligt daar ineens een wel héél gammele brug voor ons. Een bord waarschuwt. Eén ton mag erover. Oeps, daar zit TOY met haar 3,5 ton toch wel een eindje boven. G schat de brug in en denkt dat ie het wel zal houden. Ik video terwijl hij voorzichtig, maar helemaal klaar om te accelereren, over de golvende houten overspanning rijdt. Pffft...
Aan de overkant komen de kids van de yoerts op ons af. Zoveel gebeurt er hier nou ook weer niet. Ballonmomentje.

 

 

Een volgt een adembenemende tocht door de Eki-Narin Gorge over het soms errug smalle pad. Het kronkelt langs met dennen begroeide hellingen. Beneden dendert de Kleine Naryn voort zoals die dat al eeuwen doet.

 

Op de Reise Know How kaart zag dit er uit als een kleine weg die uitkomt bij Tosor aan het Ysyk-Kul. De werkelijkheid wijkt behoorlijk af van wat een gele weg normaal gesproken is. Nee, erg vinden we dat niet. Juist niet. Het rijden is uitdagend en ook het navigeren. Bij een splitsing slaan we af naar het oosten.
Een paar kilometer verder zien we een prachtige mogelijkheid voor een bergbivak. Op een glooiende jailoo (alpine zomerweide) met geurende tijm staan we met 360 graden superuitzicht. Fris is het wel op deze hoogte, die ons ook de adem beneemt. Heerlijke uurtjes beleven we. Met het ondergaan van de zon, komt ook de kou. Knus binnen dus. (Hoogte 2.769m)

 

Zondag 14 juni 2015 (96 km) - Kuddes, Waterdoorwadingen en een Sneeuwijsversperring

 

Ochtendwandelen de heuvels op in de ochtendzon. Moeilijk om dit soort plekken achter je te laten. 
We trekken door een breed en schitterend rivierdal. In de verte, aan de voet van een berghelling, staan een paar yoerts. We houden halt en vermaken ons. Een jongen probeert een op hol geslagen paard te pakken. Hij rent en rent. Maar dat doet het paard ook, met schijnbewegingen en al. Het wordt uiteindelijk één - nul voor de jongen!

 

 

Ondertussen is een man met kind op de arm naar ons toe gelopen. Zoals vaker zal gebeuren, worden we uitgenodigd voor een "schnapps" (gefermenteerde melk of wodka) in de yoert. Doen we toch maar niet. Volgens hem kunnen we via deze route in Tosor komen. Denken we te begrijpen. Dan klopt de OSM kaart, die dit de Tosor-pass-road noemt.

 

Het pad lijkt lang geleden aangelegd als een goede weg. In de valleien is ie keiig maar breed en soms hoog als een dijk. Langs de hellingen echter is de weg afgekalfd tot een smal spoor. Voor de zijstromen uit de bergen zijn duikers aangebracht. Veel zijn er gebroken en hier en daar helemaal verdwenen. Daarna is de weg door het kolkende water verzwolgen. Daar zijn dus waterdoorwadingen ontstaan!
Bij twee grotere zijstromen is het zoeken geblazen. Hoe aan de overkant (zo’n honderd meter) te komen door een waaier van stroompjes over grote stenen en rotsblokken! Gelukkig heeft OSM een goed te volgen track.

 

 

Ondertussen komt ons de ene na de andere kudde tegemoet. Het is het begin van het weideseizoen. Schapen, geiten, koeien, yaks, paarden, herders te paard, honden, ezels met bepakking... Nu de sneeuw weg is en het gras groen, trekken ze vanuit de dalen naar de zomerweiden hoog in de bergen (jailoo's).
Ook de bergmarmotten hebben er zin in. Overal zien we ze. Komisch is het vooral als ze terug rennen naar hun holen. Ze duiken weg en even later komt het koppie omhoog om even nieuwsgierig rond te spieden. Prachtig ook is het om te zien hoe een roofvogel een ochtendhapje op pikt.

 

 

De pas naderend worden we gestopt door een jongeman met een hele oude blauwe Lada. Omkeren, gebaart ie. Uit het gebrekkige Engels omlijst met gebarentaal, begrijpen we, dat hij bij de pas is geweest. Het probleem op de pas is sneeuw, weten we nu.
Okee, sneeuw! Daar hebben we de juiste banden voor en bovendien lage gearing en de sper! Dus... De jongeman ziet het ineens zitten, als blijkt dat we ook een treklint en scheppen hebben. Goedkeurend klopt ie op de zandplaten. Hij gaat mee. Wij rijden er eerst doorheen en daarna trekken we hem er door. Goed plan!

 

We klimmen de berg op over steeds ruiger wordende haarspelden. De lucht betrekt en het motregent. Hogerop valt natte sneeuw. We wachten tot een grote kudde schapen langs de helling naar beneden gegolfd is en daar staan we dan. Vóór ons is de te nemen hindernis. Ennuh, nee niet een gewone laag sneeuw! Nee, het pad wordt versperd door een hele dikke modderige laag ijssneeuw. Ziet er niet goed uit...

 

 

G en de jongeman inspecteren de pas. Aan de diepe sporen van een halve meter te zien, is hier eerder een vrachtwagen aan het tobben geweest. Ondertussen zijn we gekleed op de kou, de sneeuw, modder en nattigheid. Gatsie, wat een bende.

 

De passeerpoging wordt ingezet. We hopen vooral, dat TOY niet zijwaarts naar de helling zal glijden. En nee, dat gebeurt niet. Maar wel staat TOY een paar meter verder tot op haar buik vast. Hum! Ploeteren dus. Sneeuw hakken en wegscheppen. Zandplaten onder de wielen en achteruit. Pfft, gelukt!
Dit was genoeg nat en koud gedoe. We gaan terug. De jongeman probeert ons over te halen nóg een poging te wagen. Dat snappen we. Ben je er eenmaal door, dan bereik je Tosor in een uur. Terwijl omrijden een dag, anderhalve dag kost.

 

Achteruit de berg af tot er een keermogelijkheid is. Het weer is inmiddels verslechterd. Het waait en het regent. We rijden achter de Lada. Tot ie ineens stopt. De jongeman sprint de helling op, pakt een geit en legt 'm voorin het brakke wagentje. Avondeten? Nog twee keer komt ie uit zijn wagentje. Maar deze keren neemt hij een lammetje over dat de herder tegen zich aan draagt. Zijn ze te jong en dus kwetsbaar voor de kou? Niet veel later gaat hij van de weg af naar een yoert aan de rivier. Hij en zijn passagier, een oude man, gaan daar overnachten, nemen we aan. Daar ook vinden de lammetjes beschutting.

 

 

 

Wij rijden door. Nou ja “door”! Voor ons doemt een kudde schapen op. Ze gaan in dezelfde richting als wij. De weg is niet al te breed en links is een ravijn en rechts een bergwand. Er zit niets anders op dan er achter aan te sukkelen tot er weer ruimte is.
Het heeft wel iets om voor heel even in het tempo van mens en dier in de bergen te zijn. Het paard van de achterste herder bokt hevig. Hij moet recht tegen de stormachtige wind met sneeuwregen in. En dat wil ie niet. Nee, hij wil omkeren. Kont in de wind. De herder (de “sheepboy”) moet al zijn kunde en kracht aanwenden om het paard onder controle te houden.
En de schapen zijn gewoon schapen. Dicht tegen elkaar gaan ze voort als een groot bewegend woltapijt...

 

Het is een uur of zes. Door de weersomstandigheden schemert het al. Maar we willen pas bivak maken na de twee grote rivier-doorsteken. Hebben we dat maar vast gehad. Even voorbij de tweede passage vinden we een mooi vlak stuk weg dat doodloopt bij de rivier.
Het is acht uur, koud en donker. Pfft, tijd voor een borrel om van deze merkwaardig verlopen dag bij te komen. Vroeg slapen. (Hoogte 3.005 m)

 

Maandag 15 juni 2015 (219 km) - Mooie Omweg en Bivak aan het Ysyk-Kul

 

De eerste kudde komt om half zes blatend en wel door de rivier. Om half acht een tweede. Het was een errug koude nacht en de zon heeft ons nog niet bereikt. We starten de motor, zodat ons huisje op temperatuur kan komen. Hoe anders ziet het dal er uit met mist, regen en laaghangende bewolking, De bergen zijn voorzien van ‘n laagje poedersuiker. Ook heel mooi.

 

 

Op het rechte stuk in de vallei rijdt de man van gisteren (met het kleine meisje) ons tegemoet. We communiceren dat de Tosor-pas nog dicht was. En inderdaad, de bewoonde wereld bereiken we over de weg in westelijke richting. Via Sary Bulak naar Kochkor. Hij wijst het aan op de kaart en voor de zekerheid tekent hij de route ook in het gravel. 

 

 

Juist als we bij de T-splitsing zijn, begint het hard te hagelen en te sneeuwen. Spectaculaire ervaring op het modderpad. De weg en het weer verbeteren geleidelijk. Op een col drinken we koffie en genieten we van de met sneeuw bespikkelde heuvels en de witte bergen erachter.

 

De weg slingert rustigjes door lagere en mooie dalen. De zon schijnt. We rijden een andere wereld binnen met steeds meer stenen huizen en auto’s. Maar ook hier zijn kuddes onderweg. In een kloof van mokkabruine bergen rijden we weer op asfalt. En de Balgart stroomt samen met ons naar beneden.

 

 

Van Kochkor rijden we naar het Ysyk-Kul voor een strandbivak. Achter een bosje van frêle boompjes staan we aan het tweede grootste (na het Titicama-) bergmeer. We drinken een kopje thee in de camper van een Frans stel. En dan gaan we lekker onderuit om te genieten van het uitzicht. Heel anders, maar ook mooi en ook wijds. (Hoogte 1.619 m)

 

Dinsdag 16 juni 2015 (101 km) - Eagle-Man is Coming, Teksten are Going

 

Heerlijk geslapen zonder de doorlopende ruis van een stroom. Over de opgelapte en dus hobbelige asfaltweg rijden we oostwaarts. Mooie uitzichten op het meer en zuidelijk over de lage rauwe heuvels en de sneeuwpieken erachter.
In Bokonbayevo treffen we een aardige en behulpzame jongeman bij de Toeristeninfo. Hij gaat aan het bellen, want we willen een arenddemonstratie. Het gaat er gemoedelijk en dorps aan toe. Plechtig meldt hij: "Eagleman is coming".
Een kwartier later is hij er. In de traditionele kleding van een Eagleman. Bruinfluwelen pak met borduursel en de beroemde vilten hoed. De man van de Toeristeninfo gaat mee als tolk. Want onze Eagleman gaat een heleboel vertellen tijdens de demonstratie.

 

We hobbelen over achterafstraatjes naar het huis van de Eagleman. Hij pikt een buurjongetje, ook met vilten hoedje, op. Hij is in de leer en assisteert.
In het tuintje bij het huis staan hokken met konijnen en er zijn drie arenden. De jongste zit op een wiebelende balk. Het dier moet daardoor doorlopend zijn evenwicht bewaren en traint aldus zijn spieren. De oudere en bedreven arenden gaan ons laten zien hoe er gejaagd wordt. Het buurjongetje stopt een konijn in een zak. De twee arenden worden geblinddoekt achterin de auto geborgen. Ondertussen gaat Moeders onverstoorbaar door met de was.

 

We hobbelen de heuvels in. Ver weg van het dorp, zodat de arenden niet in de verleiding komen om een loslopende kip, kat of hond te pakken.
De liefdevolle en toegewijde houding van de Eagleman voor de vogels is roerend. Een van de twee vogels is de eerste arend die hij ving en trainde. Over een jaar of vijfentwintig zal hij hem weer vrij laten, zo wil de traditie. Het zal zijn hart breken. Eagleman vertelt van alles over de arend, de training, de geschiedenis.

 

Het is lang geleden, dat de bergbewoners de arend nodig hadden voor de jacht. Inmiddels is het een serieuze sport geworden met allerlei regels. Trots vertellen de mannen, dat vorig jaar in dit dorp voor het eerst de World Nomad Games gehouden zijn. Er werd gestreden op allerlei vaardigheden die bij het traditionele nomadische leven hoorden. De jacht met arenden was een zo'n onderdeel.

 

De demonstratie. Eagleman loopt soepel en snel de helling op. De arend, zes kilo zwaar, op de arm. De kleine assistent rent met een vossenhuid aan een touw over het plateautje. Daar komt de arend en duikt er boven op.

 

 

Als beloning krijgt hij vlees. De tweede arend mag zich op het beetje suffe konijn storten. Een keer mis en dan goed raak. We zien hoe de arend een hele poot in een keer naar binnen schrokt. Geen probleem. De vertering komt later wel. Voorlopig zit zijn krop propvol.

 

Het is ruim na twee uur als beide mannen ons begeleiden naar het plaatselijke restaurant. Ze assisteren bij de vertaling en keuze.

 

 

Hartelijk afscheid. Na de lunch doen we verse inkopen. Spoelen de ergste modder van TOY's achterkant en toeren verder langs het meer. Om vier uur staan we met de voetjes in het zand op een prachtig plekkie aan het Ysyk-kul.

 

G doet een dut en ik heb mooi de tijd om aan de tekst van Xinjiang te werken. En dan gaat er iets mis. Ernstig mis. Alles, maar dan ook écht alles, is van m'n laptoppie verdwenen. Geen letter is meer terug te vinden op mijn altijd trouwe EeePC! Maagdelijk leeg is ze, alsof ze regelrecht uit de fabriek komt. Zelfs G weet geen oplossing. Waarschijnlijk is er (heb ik dus!) per ongeluk een systeemherstel uitgevoerd. Even ben ik helemaal niet blij, zeg maar... Alle tekst van Xinjiang en Kirgistan tot hier is nergens te vinden. Uren schrijfwerk! Gewoon foetsie, pleite, verschwunden, gone! Weg dus. Zucht en een nog hele lange zucht...

 

Het strandje, het kabbelende meer, de bergen in de verte... Genoeg ter afleiding. Borrel, lekker eten en tot half negen kunnen we buiten zitten. (Hoogte 1.608 m)

 

Woensdag 17 juni 2015 (190 km) - Nét Niet

 

Het is zonnig, maar de koude wind drukt de temperatuur. Het is 15 graden als we om half tien weg rijden. We gaan nog eens naar de Tosorpas. Maar nu vanuit het noorden. Het is een schitterende tocht over een stenig bergpad door een kloof, brede dalen en langs hellingen. Op een idyllisch alpenweitje met boerenhuisjes is een lieflijk meanderend riviertje. Op de steiltes verandert ze in een witkolkende stroom.
Het is dit hoogoplopend dal aan te zien, dat het andere tijden heeft gekend. Met het geweld van gletsjers en woeste stromen. Twee kuddes zijn op weg naar boven.

 

Langzaam klimmen we naar 3.750 meter hoogte tot we tussen besneeuwde bergtoppen hobbelen. Het pad is nauwelijks nog een pad te noemen. Het stijgt sterk en bestaat steeds meer uit grote losse stenen.

 

 

Op een vlak stukje staat een man met z'n oude 4x4-Lada. Hij is omgekeerd. Déja Vu! Ook hij ziet er wel brood in om met ons verder te gaan, zodat we hem er doorheen kunnen trekken. Maar wijzer geworden, mimen we, dat we alleen gaan kijken en dan omkeren.

 

We klauteren nog een poosje door. Tot het te gek wordt. De steilte, de sneeuw en de grote losse keien worden ons en zelfs TOY te veel. 

 

 

Jammer, we zijn twee kilometer af van de ijssneeuw-versperring aan de andere kant... Net niet gehaald dus. Lastig genoeg nog om een stukje pad te vinden, dat breed genoeg is om met een paar keer steken te keren.

 

Terug op de doorgaande weg doen we wat inkopen en lunchen een TOY-lunch aan een heerlijk strandje. In Barskoon is het bezoek aan een yoertfabriekje teleurstellend. Niets te zien en niemand die Engels spreekt.

Door naar Karakol. We zijn toe aan een hotelletje. Voor douche, wasjes en een poging om de verloren teksten terug te halen. Hotel Amir biedt alles wat we nodig hebben. Eenvoudig comfort, aardige mensen, goede wifi en vlakbij is "het beste restaurant van de stad" (Kench), volgens de Bradt. En jawel, we eten er voortreffelijk.  (Hoogte 1.772 m)

 

Donderdag 18 juni 2015 - Karakol Dag

 

Prima ontbijt met echte, maar dan ook hele echte koffie! Zo, da's lang geleden. Na het vertrek van drie Denen, zijn wij de enige hotelgasten.
G speurt het internet af naar mogelijkheden om met speciale programma's alsnog de teksten terug te halen. Niet gelukt. Aan de slag dus. Met aantekeningen, herinneringen, reisgids, reisschema... De reconstructie is gaande. Voor de lunch wandelen we naar het centrum. 

 

Dit stadje doet eerder landelijk dan stads aan. Brede, en buiten het centrum onverharde, wegen en veel bomen. Kleine oude Russische huisjes met moestuintjes, fruitbomen en hekjes. Veel ervan zijn behoorlijk in verval. Ze blijven leuk. Ook in het centrum houd je het plattelandsgevoel.

 

 

Stoffige straten, nauwelijks hoogbouw en rustig bewegende mensen. Weinig verkeer. Oude Lada's en vooral veel busjes. De Mercedes Sprinter is hét transportmiddel. Ook hier heel veel Toyota's en als Lexus-vermomde Toyota's 100 en 200. G wordt hier heel blij van.

 

We lunchen (salades, borsjt) in Zarina (restaurant met wifi in het centrum). Geld pinnen. Voor ons is dat iets alledaags. Hier niet. Bij de pinautomaat staat een bankmedewerkster die geduldig met iedere pinklant aan de slag gaat.

 

Op de terugweg bezoeken we de Kathedraal van de Heilige Drie-Eenheid. Deze houten Russisch Orthodoxe kerk uit 1895 kent een bewogen geschiedenis. Rondom de kerk met de goudkleurige uivormige versieringen op de vijf groene torentjes, is een landelijke tuin. Er worden aardappelen en andere groenten verbouwd tussen de fruitbomen. En hoe heerlijk geuren de jasmijnstruiken!

 

We verlengen ons verblijf en eten weer in Kench. Als we gaan slapen klinken blaffende honden en kraaiende hanen die blijkbaar geen klok kunnen kijken.

 

Vrijdag 19 juni 2015 - Hoteldag

 

Werken op laptops en internet. Koffiepauze met lekkers op het hotelterras. TOY-crackerlunch. Het herstelschrijfwerk vordert en G heeft kunstige hoogteprofielen gemaakt en tobt op de calibratie van de routekaarten.
Zoë belt en valt met de deur in huis. Wanneer we nu eindelijk eens thuis komen. Slik... Het wordt gelukkig toch een levendige en uitgebreide uitwisseling. Voor beeldskypen is de verbinding niet goed genoeg.

 

Zaterdag 20 juni 2015 187 km) - Przhewalsky en VisaRun in KAZAKHSTAN

 

Ontbijtbuffet in gezelschap van drie norskijkende Russen. De stad uit in noordwestelijke richting. We gaan naar het Przhewalsky Memorial. Jawel! Een complex in een park, ooit aangelegd door de Russen als ode aan hun ontdekkingsreiziger.
In het museum komen we meer aan de weet over de meneer van die beroemde paardjes uit het Groot Dictee der Nederlandse taal. We zien hoe hij door China reisde en wat hij in kaart en beeld bracht aan landschappen, stammen en nog veel meer. Zijn ultieme doel was Lhasa te bereiken. Is hem niet gelukt. Ons wel...!

 

Via een kleine weg toeren we naar de doorgaande route in oostelijke richting. Links en rechts de vertrouwde bergketens en ervoor kleurige velden. Mooi.

 

 

De weg wordt van redelijk asfalt hobbeliger en uiteindelijk onverhard. Op gravel met gaten slingeren we een pasje op door vriendelijk groene ronde heuvels. Het klaterende beekje ontbreekt niet, net als het vee dat tevreden loopt te grazen. Hier en daar is een kudde met herder onderweg. Op het golvende groen zijn bovendien yoerts en pipowagens.

 

Lang voordat we bij de grens zijn is er een slagboom. Met huisje en slordige geuniformeerde beambte. We stoppen, de paspoorten klaar ter inspectie. Niet nodig. Het enige waar de man in geïnteresseerd is: wodka! Of we die hebben?

 

Kwart over twaalf zijn we aan de grenspost midden in de afgelegen Karkara Vallei. Op een barse Kirgiz immigratiebeambte na, gaat het er vriendelijk en zakelijk toe. Al stuiten we ook hier op het probleem van onze Nederlandse namen.
Als Vliet de achternaam is, dan is Van toch de voornaam! Nee? Gerardus! Oh en die andere namen dan? Het kost, zoals vaker, een tijd om dit uitgelegd te krijgen. Ook het motornummer van TOY wil men weten. En dat wordt nergens in de autopapieren vermeld. G overtuigt ze, dat het chassisnummer ook het motornummer is.

 

Ondertussen worden twee busjes van binnen naar buiten en van onder naar boven van voor naar achter doorzocht. Inclusief alle bagage van de passagiers. De mensen, ook gezinnen met kinderen, hangen rond alsof het al uren duurt. Bij ons gaat het een stuk makkelijker. Er wordt vooral in het dashboardkastje rondgegraaid.

 

Een uur na aankomst rijden we weg van de kleine dubbele grenspost die op de smalle weg midden in de steppen ligt. Tijd voor de lunch. Op de geurende grasvloer brengen we een mooi halfuurtje door. Dan verder. De weg is zodanig rot dat wij, net als iedereen, een spoor in de graslanden verkiezen. Het stoft behoorlijk maar het hobbelt een heel stuk minder.

 

De weg slingert door heuvels. In een bocht stoppen we bij twee fietsers. Eergisteren zagen we ze in Karakol. De Canadese broers rijden een rondje van een maand (Almaty, Kirgistan langs de zuidkant van het Ysyk-Kol en terug naar Almaty). Dan vliegen ze naar Europa en fietsen van Genève naar Nice.

 

Afgedaald naar een vlakte en dan naderen we de prachtige Charyn Canyon waar we vijf jaar geleden bivak maakten. Het is vier uur en dus een prima moment om er weer heen te gaan voor de nacht. Wat een goed weerzien!

 

 

Een jochie op een paard zónder zadel rijdt het dal in. En komt later terug met de kudde schapen. Om op te stijgen slingert hij zich aan de teugel schrijlings op zijn buik op de paardenrug. En dan brengt hij zijn been naar de andere kant. Knap! We wenken om hem de foto's van vijf jaar terug te laten zien. Jawel, dat is zijn papa.

 

In de schaduw van de rotswand en met een verkoelend windje is het goed uit te houden. Alle tijd om de resterende groenten te verwerken tot salades. Samen met een prutje en een glaasje wijn is het genieten. Tot we belaagd worden door kleine en grote muggen. Om negen uur vluchten we naar binnen. Slapen in de donderende stilte... (Hoogte 1.108 m)

 

Zondag 21 juni 2015 (203 km) - Vaderdag en Wie Hebben we Daaaaarrrrrr.....

 

Ook tijdens het ontbijt worden we besprongen door piepkleine vliegertjes. Mugjes? Zó klein in ieder geval, dat ze afgelopen nacht door het muskietengaas wisten te dringen. Reden ook, dat we al voor zessen op waren. Dus rijden we ook vroeg de mooie vallei uit.

 

We slingeren verder door de bergen die als een maanlandschap langs de kloof van de Charyn rivier zijn gedrapeerd. Daarna trekken we weer over een kaarsrechte weg over de vlakke steppe.
In de verte zien we een auto in de berm aan de andere kant van de weg. Hee, zijn daar ook niet de twee Canadese broers? En hee? Een Toyota met Innovation opbouw! Uh? En zien we daar een Nederlands kenteken?
Overdonderd zijn we. Want daar zijn héle oude bekenden. Gerrit en Ria! Tien jaar geleden hebben we elkaar voor het laatste gezien in Luxor/Egypte (Africa 2005 :: egypt 2 :: reisverslag - Dinsdag, 25 januari 2005).

 

En hoe bijzonder is dit! Stom toevallig hebben we elkaar indertijd leren kennen in Nederland bij Kees Tijsterman. Zij zegden hun banen op en verkochten huis en haard om de wereld te gaan bereizen. Toen wij een maand onderweg waren voor onze Afrikatour, hadden Gerrit en Ria er al zo'n twee jaar Afrika opzitten.
Een tijdlang hebben we hen nog kunnen volgen middels nieuwsbrieven (ze hebben geen website). Ons laatste contact dateert van een paar jaar geleden. Per e-mail kwamen we toen aan de weet, dat ze onderweg waren naar Japan. Sindsdien waren we hun spoor bijster en hadden we geen idee meer waar ze uit hingen. En zie daar...

 

De fietsende jongemannen nemen afscheid en wij installeren ons op de steppe voor een stevig bijpraat-uurtje. Uren worden het, met een heleboel koffie. En dan nemen we weer afscheid. Er bestaat een redelijke kans dat we elkaar ergens in Centraal Azië nog eens tegen het lijf lopen.

 

 

Nagenietend rijden we tot we een mooie lunchplek zien. De dag begon vroeg en was opwindend totnutoe. Meer dan genoeg opwinding blijkbaar, want de weg is recht en saai. Zon tegen, veel verkeer, langs de weg bomen en struiken. Soms een dorp, stadje of wegwerkzaamheden ter afleiding.

 

Tien kilometer voor Almaty noteren we een gloednieuwe Toyota-garage. We navigeren soepeltjes de stad in naar het ons bekende Kazzhol. Lekkere kamer met uitstekende badkamer.
Heerlijke vaderdagboodschap uit B'hoek. En natuurlijk doen we wat ze ons opdroegen: een goed restaurant zoeken en lekker eten met een glas wijn. Het wordt "Bolognese", een mooi Italiaans (jaja!) restaurant met een hele goeie kaart. Proost! Wat een dag.

 

's Avonds ronden we het laatste voorbereidend werk voor de visa van Iran, Turkmenistan en Oezbekistan af. Dan insectloos slapen op heule goeie matrassen. (Hoogte 767 m)

 

Maandag 22 juni 2015 (26 km) - Van Visa's en Toyota's

 

Op tijd op. Om kwart voor tien zijn we bij de Ambassade van Iran. Officieel opent het loket om tien uur. Toch worden we binnen gelaten. Een hele vriendelijke loketmeneer accepteert de eerder gedownloade en ingevulde formulieren. Er kan bovendien cash betaald worden. Even wachten en om half elf verlaten we het pand met het Iran-visum in onze paspoorten. Zo, ging dat ff vlot!

 

 

 

Op naar het consulaat van Turkmenistan. Ietsje meer zoeken. Ook hier zijn we gauw klaar, maar niet op de manier die we in gedachten hadden. Voor de westelijke route die we willen gaan, en die vrijwel iedere overlander (transit!) rijdt vanwege de beroemde gaskrater bij Darvasa, moeten we een toeristenvisum aanvragen. Stelt hij. Transit kan, maar dan alleen voor de oostelijke oversteek van Farab naar Sarahs. Uh? De man achter het akelig lage loketje is vriendelijk en totaal "in charge". Geen discussie, geen uitleg. Hij schuift simpelweg onze paspoorten terug. Verbouwereerd zijn we. Dit is wel héél anders, dan anderen de gang van zaken hier hebben beschreven. Bovendien eist dit consulaat ook een kopie van het visum van Oezbekistan.

 

Plannen aangepast. We gaan zowel Oezbekistan als Turkmenistan regelen in Bishkek (Kirgistan). Hopelijk krijgen we van de recent gevestigde Turkmeense Ambassade daar wél een transitvisum voor onze favoriete route. We'll see... We zullen dus ook niet de geplande tien dagen in Almaty zijn.

 

Op naar Toyota. Wachten en dan is daar de juiste (Engelssprekende) man op de juiste plaats met de juiste inzet. De werkplaats gaat liever nu dan morgenochtend aan de gang. Niet dat we er op zijn ingesteld (niks mee genomen), maar klaar is maar klaar. Lunch van buffetbroodjes, snickers, bananen en koffie.
Om vier uur ga ik met een taxi terug naar het hotel, Kan ik nog iets zinnigs doen. Een enorme stortbui maakt dat het verkeer in de soep loopt. Tegen achten is G terug. Een uur heeft het gekost in de drukke avondspits om die paar kilometer af te leggen. Maar TOY is klaar! Eten in een eetcafé vlakbij.

 

Dinsdag 23 en woensdag 24 juni 2015 - Hotelklusdagen

 

Twee nachten bijgeboekt. Onszelf even "opgesloten" om te doen, wat gedaan moet worden. Hier hebben we eindelijk eens 20 Mbit internetsnelheid. Heerlijk. De aanvraag voor de Oezbeekse LOI is de deur uit, email, update vordert en de wasjes drogen.
We wandelen door de brede straten en komen uit bij een gezellig voetgangersgebiedje. Daar is "Presso" met terras en Italiaans eten in de aanbieding. Lekkere dorade, pasta en salades genieten we. Met wijn! Ondertussen het voorbij kuierende volk bemonsterend. Thuis sluiten we de dag af met een Pauw.

 

Donderdag 25 juni 2015 (10 km) - Verhuizen, "This is Kazakhstan" en Kazakh Friends

 

Rustige ochtend. Ingepakt en op weg naar het noorden van de stad, een kleine tien kilometer weg van het centrum. Een leuk hotelletje gevonden en een stuk goedkoper. Leuke kamer in heel oud pand. We voelen ons meteen thuis in de persoonlijke sfeer. Broodjeslunch met koffie.
Vlakbij is een carwash. G ontmoet er een correspondent (Rustam) van een Autoblad. Hij wil alles weten van TOY en onze reizen. Eind van het liedje: vanavond eten we samen. Dan komt ook de hoofdredacteur. En morgen gaat hij mee naar een vriend van een vriend van een vriend en kopen we een extra reserveband met korting. Tegenprestatie: foto's en interview. Deal!

 

Terug naar het hotel, tweehonderd meter verderop. G voegt in achter een bus en wordt gestopt door een agent. Eenrichtingsverkeer meneer, behalve voor bussen! Oeps, niet gezien. Omslachtig wandelt de man met G naar een zijstraat waar inderdaad een bord prijkt. Autopapieren! In het hotel? Foutje 2! Rijbewijs? Ook niet op zak? Foutje 3! Lachend en joviaal telt de man drie overtredingen. "Gerry, this is Kazakhstan" met opgeheven vingertje, "So, three protocol! No protocol? Money...", nog steeds lachend.
De boodschap is duidelijk en G zag 'm al aankomen. Heeft het meeste geld al weggestopt. Tuurlijk begint de man hoog en G dingt af. Uiteindelijk stopt G een bedrag ad 25 Euro in zijn boekie. De agent pakt G 's hand, slaat hem op de schouder. "Gerry, you are my friend!". Zo!

 

Wandelend verkennen we onze nieuwe omgeving. Het is minder stads en mondain dan in het centrum van Almaty. Gezellig, rommelig, dorps en er is van alles.

Happy hour met een koud biertje en om negen uur zijn we bij de carwash. Onze vriend is er even later en steeds meer "vrienden" komen en worden ook onze vrienden. Als de hoofdredacteur (Roman) van het autoblad er is, gaan we er eens goed voor zitten. Drankje en een vers broodje met vlees. Soort Kazakh hamburger.
Veel te vragen en veel te vertellen. Over en weer. Met fotoboek en TOY gaat het pas echt los. De groep belangstellenden groeit en iedereen wil alles weten. Afijn, het is elf uur als we terug kunnen naar onze kamer. (Hoogte 708 m)

 

Vrijdag 26 juni 2015 (129 km) - Geduld en op Stap

 

Het ontbijt is eenvoudig en goed. Alleen... er is geen verse koffie, maar Nescafé! Een uur over tijd is Rustam er. Met de reserveband komt het dik in orde. Ook voor de middaguitstap wachten we een uur. Ach wat is tijd... Dan rijden we de halve stad door om te tanken bij het enige betrouwbare tankstation, volgens Rustam.
Eindelijk rijden we zuidwaarts en bergop. Het is intussen zwaarbewolkt en het motregent. Jammer van de uitzichten. Eenmaal boven bij het Almatymeer in het Ile-Alatau N.P. aan de grens met Kirgistan, wordt het gezelschap snel groter. De carwashbaas, twee vrienden en een politieman met pet als "grensvrijgeleide". Roman is er als laatste met een maffe testauto en camera. Etnisch gezien verkeren we in een nogal gemêleerd gezelschap: een Koerd, Tsjetsjeen, Oeigoer en Kazakhs.

 

 

Het hek naar het meer (2600 m hoog) is gesloten. Te laat. Maar onze colonne krijgt (met moeite en veel sigaretten) toegang tot de zwaar bewaakte borderzone (grensgebied). Mist, motregen, kou en sneeuwplakken zorgen voor een mysterieuze sfeer. En zo hoort het ook met zoveel militairen in de buurt...
Vanaf de laatste slagboom wandelen we de helling op. Voor alle mannen is het de allereerste keer dat ze hier zijn. Roman fotografeert zich suf. Hij wil een artikeltje over TOY en ons schrijven. G bedankt het gezelschap en reikt klompensleutelhangertjes uit. Tot groot genoegen.

 

Samen met de carwashbaas en Rustam eten we in restaurant "Halal" (in Almaty). Het puilt er uit. Rustam vertelt dat in dit gebied heel veel (Moslim-) Oeigoeren wonen. Dan pas dringt het tot ons door, dat de Ramadan gaande is en men dus na zonsondergang (half negen) eet.
Weer worden we getrakteerd. Kazakh food. Heerlijke salades en dikke spaghetti met vlees en groenten. De Oeigoerse thee (grote soepkom vol met zoute thee en melk met vellen) vinden we ietsiepietsie minder.
Rustam heeft een kleine tien jaar in Frankrijk gewoond (we spreken Frans met hem...) en veel rondgereisd in Europa. Hij heeft hele sterke meningen over Europa, Amerika en uiteraard Azië. Discussiepunten genoeg.
Half elf zakken we moe neer op de bank in onze Junior Suite. Relaxen met Pauw en lekker slapen in het hemelbed.

 

Zaterdag 27 juni 2015 - Dagje "Thuis"

 

Xinjiang-update eruit en verder een relaxdag met veel WhatsApp. Eindelijk eten we (G paardenvlees) in het hotelrestaurant. En wel zeer tot onze tevredenheid.

 

Zondag 28 juni 2015 (192 km) - On the Move

 

Na inkopen en lunch, ronden we de stad. Op de 351 is het als op de heenweg. Veel verkeer, wegwerkzaamheden en ieder dorpje (en dat zijn er heel wat) met een gangetje van 40 doorsukkelen. Om half zes en een paar kilometer voor de Charyn Canyon zijn we het zat. Heerlijk bivak tussen heuvels op de steppe. Vierentwintig graden met een windje. We zijn zeer tevreden. (hoogte 1.336 m)

 

Maandag 29 juni 2015 (81 km) - Dag KAZAKHSTAN en terug in KIRGISTAN

 

Rustige opstart. Zon, wind, uitzicht... helemaal goed! De rit in dit gebied is een stuk leuker. Vlakke steppe afgewisseld met kleine bergketens. In Kegen tanken we de laatste Kaz Tenge's weg. Vandaar rijden we de Karkara Vallei in met de heule slechte weg. Het pad op de steppe is modderig en nat na zware regenbuien. Dus wisselen we nu en dan tussen modder en stenige hobbelweg.

 

Om kwart over elf melden we ons bij de grenspost. De uitreis is zo gepiept en ook aan de Kirgiz kant is dat zo. Om twaalf uur rijden we weer op Kirgiz bodem. (Hoogte 1.991 m) 

 

Dit reisverslag kun je hier downloaden als PDF-bestand.