home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Australia 2012
::
kimberley wa
  • algemeen
  • victoria
  • new s. wales 1
  • new s. wales 2
  • queensland
  • north. territory
  • kimberley wa
  • deserts 1
  • deserts 2
::
reisverslag
Australia 2012 :: kimberley wa :: reisverslag

 

Route (3.500 km): Kununurra - Purnululu NP - GNH - Gibb River Road - Home Valley Stn - Kalumburu Road - Mitchell River NP - Point Walsh - Kalumburu - Kulumburu Rd - GRR - Mt Elizabeth Stn - Munja Track (Walcott Inlet) - GRR - Mornington - GRR - Bell Gorge - GRR - Derby - Broome

 

Zondag, 5 augustus 2012 - De andere kant van Lake Argyle

 

Anderhalf uur moeten de klokken terug als we de grens van NT naar Western Australia (WA) over zijn. Tijdsverschil met NL is nog maar zes uur. We rijden naar Lake Argyle aan deze kant van de grens over een slingerweg door roodoranje rotsige bergen. Bij het meer kijken we neer op helblauw water en zien een watervliegtuigje landen. De dam is niet heel groot. Vijftig jaar geleden gebouwd en bedoeld voor irrigatie van landbouwgrond. 

 

Na een hamburger in het campingresto bij de dam, bekijken we een uur later drie (van de vijf) campings in Kununurra. Voor onze “werk”-dagen stellen we specifieke eisen. Schaduw willen we, stroom, eet- en boodschap-gelegenheden liefst op loopafstand. Het Kimberley Holiday Park komt het dichtst in de buurt. Op de grasstrook  ("no camping" en "overflow) staat TOY in voortreffelijke positie. Schaduw van een paar bomen (hangmat!), windje, uitzicht op het kleine Kununurra-(stuw)meer, watervogels… En als we uiteindelijk ook nog stroom weten te regelen, zijn we helemaal blij.

De zon gaat wel ineens om kwart over vijf onder. Ons dagritme behoeft anderhalf uur aanpassing. Afijn, dan maar vroeg naar bed. En ach, er zijn ergere dingen…

 

Maandag, 6 augustus 2012 - Kununurra 1

 

Wakker worden samen met de zon. Daar verandert het verzetten van klokken niet zomaar wat aan. Voor onze neus zijn ibissen, duivenpaartjes, rode-snavel-blauwe-borst-kippen en piepkleine gele musachtigen aan het rondscharrelen en de snel stijgende zon laat het water twinkelen. Zo, en dan ook nog een bakkie!

 

De wasmachines zijn bezet. Dus brengen we TOY van bivak- in rijstand. Op naar de Toeristen Info. De  vriendelijk toeristeninfomeneer probeert ons plan om de Carson River Track te rijden uit het hoofd te praten. Gesloten, noordelijk deel niet te rijden, zeker niet alleen, er kan in maanden niemand langs komen… Het zegt ons niet zoveel. Ozzie en Onze ideeen over tracks liepen totnutoe nogal uit elkaar. We willen het graag om zo via Kalumburu een loop naar de Gibb River Road te kunnen maken. Dus geven we het niet zomaar op.

Op naar de Northern Indigeneous Authority om de permit voor het noordelijk Aboriginalland in de Kimberley aan te vragen. Misschien weten zij meer over de Carson. Een lief meisje (Nathalie) begint enthousiast op haar computer te tikken want, jawel, ze kan voor ons de permit regelen.

We vragen verder. Naar rivierdoorwadingen, de conditie van de weg en hoe lang we erover rijden. Bij haar baas vraagt ze na, hoeveel kilometer het track is. Baas meldt zich hoogstpersoonlijk aan de balie. Ach en wee! De weg is dus toch gesloten. De reden blijft in nevelen gehuld. Zucht, nu geven we het wel op.

In de tijd die Nathalie nodig heeft om de permits in orde te maken, gaan wij boodschappen doen (Coles) en lunchen. Twee uur later echter vinden we het kantoor hermetisch gesloten. Er is niets en niemendal. Wordt vervolgd...

Via de bottleshop (twee flessen wijn per persoon) terug naar de camping. Tijd voor klusjes en laptopwerk. Eind van de middag maken we een heerlijke maaltijd van de verse inkopen. Inclusief toetje! En om negen uur gaat bij ons het lampje uit… Nou ja, het mijne ietsepietsie later dan!  

 

Dinsdag, 7 augustus 2012 - Kununurra 2

 

Jawel, weer met de zon op. Het luifeltje wordt ingeschakeld. Doen we als we serieus aan de gang gaan. En vandaag is dat het geval.

We bellen met Nathalie, want ja dat permit... Antwoordapparaat. Hee, is dit Afrika of Australië! Wordt vervolgd...

Ook jammer, dat dit de dag is dat Telstra een off-day heeft. Of een day-off. Het internet is onbereikbaar tot ver in de avond. Net op tijd is de link met de rest van de wereld hersteld, zodat we kunnen pinnen in de hotelbar van het Kimberley Grande aan de overkant. Want de pizza was lekker en op groot scherm zagen we Martina zijn heat (200 m) winnen. Net als Bolt trouwens.

Buren komen en meer buren gaan. Ons uitzicht is een stuk ruimer geworden. Bij het zwembad treffen we de “Griek”se familie van de Zebra Rock Mine. In de koele nacht met afnemende maan slapen we heerlijk in.

 

Woensdag, 8 augustus 2012 - Kununurra 3

 

Bellen met Nathalie. Permit is er nog niet. Reden? Zoiets als "processing the paperwork". Wordt vervolgd... Het werk vordert, het zwembad blijft een verkoelende plek. En aan de “overkant” eten we prima barra en lamsbout.

En ook vandaag genieten we van onze gevederde vriendjes. Van de ibissen, die elkaar achterna jagen of badderen en met gespreide vleugels zichzelf in zon en wind te drogen dansen  Het duivenmannetje dat dapper koerend de staart wijd-uit wiebelend zijn dametje de liefde verklaart. De "patertjes", zoals wij ze noemen, (gemaskerde kievit) met hun gele koppie met zwart kapje, de roodgesnavelde en blauwborstige moeraskippen. De opgewekte musachtige vogeltjes, die een zandbad nemen, duiven en eenden die onder de sproeier verfrissing zoeken, de pelikaan die eind van iedere middag statig van over het meer komt aangepeddeld, waterkippies die onder duiken, een kiekendief (whistling kite) die fluitend in zweefvlucht het terrein verkent..... Als we niet oppassen worden we nog echte vogelaars...

Half tien trekken we de planken van het bed in slaapstand.

 

Donderdag, 9 augustus 2012 - Kununurra 4

 

Oeps, wat werken we ijverig vandaag. Bijna geen burenbabbels. En de permit is er! Na de middag lift G met een campingbuurvrouw mee naar het bureau. Met de permit op zak, via de bottelshop en de ATM naar Coles, waar buurvrouw heeeel veeeeel boodschappen moest doen. Rondracen voor onze inkopen en dan... In de super, bij de uitgang, op de P, geen ene buurvrouw. Nou ja, niet de onze in ieder geval. G vertrouwt zijn eigen zoektochten niet en maakt nog twee keer hetzelfde rondje. Géén buuf.

G geeft op en loopt, nou ja, hólt de drie, vier k's terug naar campement. Bij de ingang treft hij buurvrouw, die nog net meldt dat ze op de terugweg was om G te zoeken. Verder niks, nie, niente, rien, nichts... Geen vraag, geen uitleg, geen wat-dan-ook. Ach ja, die Ozzies... Het zijn en blijven eilanders. Maar brood, eieren en permit zijn binnen.

 

Ook vanavond melden we ons aan de overkant in de bar van het Grande. Op de riante bank zien we op 'n groot scherm de estafette en 10 km zwemmen in open water (dames, en geen krok te bekennen) onder het genot van biertje, wijntje, pizza en een zingende jongeman.

(Beeld)skypen met Harla en tegelijk met een politieauto arriveren we bij de camping. Opwinding! Een auto ligt op de kop. Een paar meter ervoor houden de bandensporen schielijk op. Die heeft een aardig stukkie gevlogen. De jonge dronken bestuurder (volgens omstanders) is er van tussen.

Het had zoveel erger kunnen aflopen. Vijf meter van het autowrak staan een aantal tentjes...

 

 

Na zo'n opwindende dag is het maar goed dat de nachten hier vroeg beginnen..

 

Vrijdag, 10 augustus 2012 - Kununurra 5

 

We denken aan Frank! Door zijn geboortedag vandaag en des te meer als het wrak wordt weggesleept...

Weer een zonnige dag met een stevige wind. In de schaduw is het goed toeven. Voordat we aan de laptops zitten, zijn de nodige burenbabbels gepasseerd. Afscheid van het "Griek"se gezin en bezoek van Martin (piloot) & Kyle (onderwijzeres). Met hun drie zoons en dochter maken ze een rondreis van een half jaar. En dus doen ze ook homeschool, net als het Griekse gezin.

 

 

Ze hebben een track gereden, het Munja Track in de Kimberley! Echt iets voor ons, denken ze. Zij maakten van alles mee. Een wiel van de aanhanger brak af. De caravan werd geïmproviseerd opgezet, zodat Kyle en de kinderen konden kamperen en Martin vertrok voor de reparatie met de traileras. Ruim een week later was hij terug. Daarna reden ze banden stuk tot ze geen reserve meer hadden. En dan stap Kyle ook nog eens bijna op een krok (een freshy) als ze laat in de avond wil badderen in de beek en gilt iedereen wakker. Martin schiet en slacht een verwilderde koe en een paar ganzen.

Tja, die Ozzies, als ze niet vissen, jagen ze wel! Maar goed, dat ze naast 'n koelkast een vriezer met zich mee slepen. Hun foto's geven een beeld van dit alles maar ook van een prachtig pad en schitterende plekjes. Inderdaad, echt iets voor ons!

De dag vliegt om. Als we naar bed gaan, zijn de foto's op de site gezet met een snelheid boven verwachting. Dongel goedgekeurd! We lopen wel weer de nodige muggenbeten op.

 

Zaterdag, 11 augustus 2012 - Kununurra 6

 

Harde wind, zon, veel zwevende kiekendieven, was gedraaid, supersnel droog en update klaar!

We zwaaien Martin, Kyle en de kids uit.

Het wordt tijd om te gaan. Zowel het schema van de (twee dagelijkse) lijnvluchten als de Argyle rondvluchten kennen we ondertussen wel. De duiven wandelen onder onze handen en stoelen door (Echt waar! Mirre, Iza, Yara, Yoep, Joey, Olvia en Zoë: Opa vindt -déze- duifies wel lief! Nou ja, bijna dan... En jij Lois, weet nog van niks. Dat komt nog wel...).

 

 

Als alles gedaan is, spoeden we ons naar town. Postkantoor gesloten! De drankvoorraad komt goed op peil (in de twee bottleshops allebei de max aan drank). Dan door naar het PumpHouse. Een mooi restaurant is het in het voormalige pomphuis met uitzicht op de Ord River. Het moet een culinair hoogtepunt worden. Genieten van een drankje en de (after!)sunset en dan het eten. De voorgerechten zijn top en de hoofdgerechten zijn goed, vooral de garni heerlijk. Goed dus, zeker naar Ozzie-begrippen. Geen hoogtepunt.

En dan een laatste Kununurra-nacht tussen schoongewassen lakens onder een aarzelende sterrenhemel.

 

Zondag, 12 augustus 2012 - Van Stormachtig tot Windstil

 

Het waait! En niet zo'n klein beetje ook. Om half tien zijn we weg. Na bevoorrading, incl. brandstof, want dat wordt vanaf hier heel veel duurder, rijden we Kununurra uit. Op de Victoria HWY in westelijke richting gaat het. Onderbreking voor koffie en zuidelijk op de Great Northern HWY.

We kicken, voelen ons blij en bijna opgewonden! Alsof we voor het eerst op pad gaan. De wereld ligt weer helemaal voor ons open. We zijn klaar voor nieuwe ervaringen. En meteen al is er dit prachtige landschap van oranje bergen waar de weg doorheen slingert.

Doon Doon Roadhouse doemt op, nou ja opdoemen, is er op het goeie moment, rond het middaguur. Het ziet er onverwacht ordelijk, netjes en schoon uit. En jawel, de Nederlandse Marijke managet de tent. Vanaf begin 80er jaren is ze in Aus, waarvan ze 14 jaar heeft rondgereisd. In de Bungle Bungle is ze echter nog nooit geweest. Daar staat wél tegenover, dat ze in een kinderbedje vier Joey's verzorgt. Drie piepkleintjes en een oudere die verlamd en gepamperd vol vertrouwen naar Marijke opkijkt.

 

Om een uur of drie bereiken we het caravanpark aan het begin van het track dat naar Purnululu NP (Bungle Bungle) leidt. Voor de 53 km er naar toe heb je zeker twee uur nodig, is ons verzekerd. Dus hier slaan we onze tent op.

 

 

Weer  weten NL-ers ons te vinden. Geëmigreerd naar Nieuw Zeeland en op vakantie met huur-Toyota (70). Na het eten (piepers, boontjes, steak) warmen we ons aan het grote centrale kampvuur. Niet al te lang, want ons bioritme kijkt geen klok, maar ziet dat het al heel lang aardedonker is. Om half negen  is het stil in TOY. Doodstil, want de onstuimigheid van de wind is weg, die is er ook maar bij gaan liggen.

 

Maandag, 13 augustus 2012 - Purnululu NP ook wel de Bungle Bungle Range

 

Zo stil was de nacht dus ook weer niet. Twee buurmannen streden om de hoogste snurk-eer. Buurman rechts won. Vanwege het geluidsniveau en zijn volhardendheid.

Tegen achten rijden we weg na de nodige schouwingen van blokken onder motorkappen, uitwisselingen over pk's, veren, dempers en het toezingen van een jarige buurman.

De 53 km naar het park zijn prachtig. Slingerend trekken we door de warme kleuren van het mooie heuvelland. Een paar doorwadingen zijn er te doen en er is stof te happen. Vijf kwartier later hebben we een NP-pas voor alle parken in WA en de boeking voor twee overnachtingen in het park.

 

Via  het Walardi Camp rijden we naar the Domes (Cathedral Gorge). De rotswand en de domes (bijenkorf-vormige gestreepte rotsformaties) doemen op. Wandelend verkennen we dit bijzondere natuurverschijnsel (World Heritage Site) van binnenuit. Letterlijk. In een immens grote grot kijken we omhoog door de smalle spleet naar het stukje blauwe lucht. Door een kloof komen we bij het cirkelvormige eind waar het prachtig echoot. Omringd door koepels stappen en springen we over de door water prachtig-geërodeerde rotsbodem van de Piccaninny Creek. Vanaf een uitkijkpunt zien we de domesformaties en de groene vlakte, de zanderige bedding van de rivier en de oranjezwart gestreepte rotswanden.

 

 

Terug op de campsite genieten we de lunch. Onze buren zijn (drie) stellen. Nev & Carry hebben een  (min of meer) vergelijkbare auto (Toyota 70-serie met klapdak). Ze droomden, drómen, over een auto als de onze. Dat verbroedert!

Op sunset-viewpoint hebben zich aardig wat mensen verzameld. Met een drankje en een hapje. De dalende zon kleurt de rotswanden diep oranje. En daar is ook Jan (en Diana) Pronk! Nee, niet dé, ons aller Jan Pronk. Deze Jan is 51 jaar geleden geëmigreerd. Hij hoort bij een gezelschap onder leiding van Sam, "guide and driver". Het is er een gezellige boel, waar G al snel in rond dolt.

Thuis bij TOY, eten we en heffen het glas op Ine en Nelle. Bakkie bij de buren. Tot iedereen begint te kleumen , een kampvuur is niet toegestaan. De terugtocht richting warme bedjes is snel ingezet.

 

Dinsdag, 14 augustus 2012 - Een Kloof en een Spleet

 

We zijn vroeg op, maar door toy-tours v.v. is het toch nog negen uur voor we wegrijden. Een uur later lopen we onder aan de oranjebruine rotswand (escarpment) met mooie rondingen en over een zandpaadje tussen spinifex graspollen en frêle begroeiing. Het pad naar de Mini Palms Gorge is zanderig dan weer stenig. In de kloof klauteren we over rotsblokken en wringen we ons door smalle spleten.

 

 

Het is er prachtig. De zon geeft precies genoeg  licht voor een mooi kleurenspel. Hier en daar hebben noestige en witte gumtrees zich weten te handhaven tussen de vele palmbomen met hun lange ranke stammen en glanzend groene palmblad.

Terug bij TOY is het goed uitpuffen met brood en koffie. De familie met de twee jongetjes en het kleine meisje (zeg: Joey, Yoep en Zoë, maar dan iets jonger) zijn ook aan de lunch. We kwamen ze ook gisteren al verschillende keren tegen op onze wandelingen.

 

Gesterkt rijden we naar het noordelijk gelegen Echidna Chasm, een hoge en ongelooflijk smalle spleet in de rotswand. Te bereiken via een keienrivierbed, een smal pad langs de steile rotswand en dan de spleet in. Daar moeten er klompen rots met keien (afzettingen van woeste rivieren) over geklommen worden. Indrukwekkend.

Geluk: op de terugweg komt een grote busgroep (héle grijze nomaden) aangekreund. Of het nog ver is, vragen ze. Ze zijn nog maar net 500 meter op pad, op kei eigenlijk!

Het uitzichtpunt biedt een mooi overzicht op de oude bergketens, dalen en vlakte. En dan zijn we toe aan water en rust.

Dat komt helemaal goed als TOY in de schaduw van een boom op het Kurrajong Camp staat. De hangmat hangt en door de bomen heen zien we de rotswand oplichten als de zon ondergaat. Even schrikken we op als een paar kraaien, onze doorlopende kampeermaatjes, de volle afvalzak van de motorkap kieperen.

De rijst met verse groenten, gebakken ei en tomatensalade is heerlijk, net als de wijn (natuurlijk!). En als we fris en schoon zijn (campsites als deze hebben alleen toiletten, dus TOY-badderen we), en het bij het kampvuur niet echt gezellig wil worden, kruipen we lekker onder het warme dons. Wat een dag was dit weer!

 

Woensdag, 15 augustus 2012 - Dag van Grote Afwisseling

 

Vandaag zijn het de kraaien die ons wekken. Slimme vogels. Zodra een kampeerder ingepakt en wel de motor start, komen ze aangevlogen. Kiezen een strategische positie in de dichtstbijzijnde boom. En als de auto uit zicht verdwijnt, schuimen ze de grond af naar lekkers.

Onder de schaduw van ónze boom is het goed ontbijten. Net als de weg terug, de beruchte 53 kilometer over de Mabel Station naar de Great Northern HWY. Wat ons betreft is er geen reden voor het slechte imago. We rijden heerlijk over de bochtige weg die op en neer gaat met het schitterende heuvelachtige land.

Koffie- en sanipauze op de campsite en een babbel met de bunglebungle-helicopterpiloot. Dan zoeven we over asfalt noordwaarts. Ondertussen letten we op, want we weten dat er verderop gsm-signalen te ontvangen zijn. Het treft. Bij het Warmun Roadhouse noteren we "vijf streepjes" (volle ontvangst) en is het ook net lunchtijd.

We treffen een gezinnetje met een mannetje van drie jaar en een baby, dat precies zo oud is als Lois, van wie we net een stapel foto's en verslag binnen halen. Drieënhalf jaar reist het (jonge) stel. De oudste werd geboren in Darwin en jongste in Broome. Baby Jesse krijgt zijn flesje en hup daar gaan ze weer. Wij richten ons TOY-kantoor in onder een boom en zijn een paar uur zoet met allerlei.

 

 

Dan knorren we nog een ruim uur naar het Doon Doon Roadhouse. Onderweg zien we de zon indrukwekkend achter de bergketens zakken in een aureool van rook. Mooi!

De doondoondiesel is 10 cent duurder dan bij het vorige Road House (!), maar we zijn nog wel net op tijd voor een steak.  

Marijke (manager) is verrast ons terug te zien op de campsite. Knus binnen wordt het, na een glaasje wijn, al snel stil in TOY. Buiten kraken er krekels, in de verte zoemt een aggregaat en om de tien minuten passeert een roadtrain van de mijn. Ladingen ijzererts gaan zo naar het noorden, naar Wyndham vanwaar ze verscheept worden. Ons deert het niet...

 

Donderdag, 16 augustus 2012 - the Gibb

 

We worden wakker zonder koude neus, want 300 meter lager en noordelijker. April maakt ons ontbijt, Marijke geeft de Joey's de fles en Tamara (dochter van Marijke) komt thuis. Ze werkt in de tinmijn als electriciën. Twee weken werken, een week thuis. Met April gaat ze vandaag naar "town" (Kununurra, 100 km rijden) voor de fysiotherapie van het verlamde kangoeroekind. En voor ons doet ze kaarten op de bus. Leuk om van Tamara te horen over hoe toe gaat in de mijn.

En de man van Areva vertelt hoe hij in boorgaten de radioactiviteit meet op zoek naar uranium, een van de vele rijkdommen in de Australische bodem.

G zet tot slot de linker accu nog eens goed vast en "off we go". Noordwaarts op de Great Northern HWY. 

 

En dan is daar de afslag naar de Gibb River Road (GRR), een weg met een reputatie. Je "doet de Gibb", zeg maar. En zonder lekke banden kom je er niet van af, heet het.

Om te beginnen is er asfalt. Er wordt weggewerkt en dus hobbelen we met 40 kph over de gravel by-pass. Vanaf El Questro, een van de Gibb-attracties (te commercieel, slaan we over, net als Emma-Gorge), strekt de Gibb zich honderden stoffige kilometers voor ons uit. Voorlopig domineren de Cockburn Ranges het landschap. Stoere hoge toppers ooit, maar in miljoenen jaren afgesleten tot tafelbergen, fraai belicht door de zon. 

Tegen de middag stuiten we op de Pentecost River. Prachtig breed en blauw ligt ie daar voor ons. Langs de zanderige oever parkeren we TOY voor de lunch. Voor onze neus wiekt een Jabiru met zijn vleugels. Het is heet en we hebben zacht zand aan de voeten! Dat roept woestijngevoelens op! 

 

 

De Pentecost-crossing gaat over mooi afgeronde keien door 30 cm water. Een paar kilometer later bereiken we Home Valley Station (HV8, boerderijen in de Kimberley kregen allemaal een nummer). Het is een veebedrijf met heerlijke kampeerfaciliteiten. G gaat in de overdekte ruimte (met bar, receptie, restaurant en muziek) op de laptop aan de gang. En ik fris me op in het zwembad, reorganiseer de voorraden en maak koolsalade. Prettig voor de komende bushdagen.

We eten heerlijk. De zanger, die met gitaar vrolijk de mooiste nummers van singer-songwriters (Halleluja, Leonard Cohen bv.!) zit te verkrachten, nemen we op de koop toe. Om kwart over negen poetsen we tanden in de campingbadkamer (wc, wastafel, douche) en duiken onder.

 

Vrijdag, 17 augustus 2012 - Reuze Rijdag: de Gibb en de Kalumburu

 

TOY's ontbijtje en half negen: hit the (Gibb-) Road! De reputatie van de Gibb brokkelt af bij iedere kilometer die wij er met een vaartje van 80 kph rijden. De fijne ribbels vragen om een dergelijke snelheid. Het rijdt heerlijk. We genieten ook van het landschap met tafelbergen en rotswanden. De temperatuur loopt lekker op. Leuke rviercrossingen en een dingo die ons even bekijkt en wegloopt als we een foto gemaakt hebben. Goed zo.

 

 

180 Kilometer en tweeënhalf uur later zijn we bij de afslag. Koffietijd! Je mag hier overnachten. Er zijn geen voorzieningen, maar wel ruimte. Iedere Gibb-ganger stopt hier dan ook voor een pauze en ontmoetingen. Twee motorrijders (hee Maarten, jouw motor!) komen zuchtend van de Kalumburu Road af . En jawel, daar zijn oude bekenden, het Duitse stel van de Zebra Rock Mine. Hun oude Nissan heeft een lekkende radiateur en G heeft een stopmiddel en zij hebben heerlijke brownies. Dat is dus snel geregeld tot ieders tevredenheid.

 

Tegen 12 uur rijden op de Kalumburu Road naar het noorden. Nog steeds met een vaartje van 80 kph, alleen rammelt het nu en dan wat harder. Drysdale Station laten we links liggen. Veel te warm en dus te vroeg om te stoppen. Om half vier bereiken we de afslag naar het Mitchell plateau. We crossen (prachtig!) de King Edward River. De campsites die hier zouden moeten zijn, vinden we niet. Wel iets dat er op lijkt. Wij vinden het prima op het rode gravel onder de bomen. En niet alleen rust vinden we hier. Hout sprokkelend ontdekken we prachtige rotstekeningen. 

Na de pasta en koolsalade maken we bij een bescheiden kampvuur nader kennis met ondertussen gearriveerde Duitse buren. Echte reizigers zijn ze. En hoe leuk is het om Afrika- en Sahara-ervaringen uit te wisselen.

We genieten nog even de rijdag na en zijn trots op onze ouwe TOY die weer heel wat gehobbel te verduren had. Om negen uur is het doodstil onder de heldere sterrenhemel in het savannenbos op het Kimberleyplateau in WA!

 

Zaterdag, 18 augustus 2012 - Kapotte Schoen en to the Point

 

Alle vogels in het bos doen hun best om ons zo heerlijk mogelijk wakker te maken. En dat lukt! Prachtige geluiden, toontjes, riedeltjes, riffs en het vertrouwde gekras van de kraaien. Met koffie genieten we nog een uurtje van deze heerlijke bosplek.

Later ontdekken we dat dit een P-plek in aanleg is voor bezoekers van de rock art. Twee kilometer verderop blijkt de gezochte campsite.

Om half negen rijden we. De weg heeft ribbels en hobbels, maar niet ernstig. Het bos is prachtig. Steeds meer palmbomen duiken er op tot de gumtrees het vrijwel afgelegd hebben. Het dorgele gras is roodbestoven, de zon tekent speelse schaduwen en de lucht is helblauw. Het kan niet stuk. Hoewel...

 

Een raar geluid trekt onze aandacht. Steentje tussen beschermplaat? Remschoen? Ik rij wat heen en weer en G rent mee en luistert. Hij schrikt zich rot, als TOY raar hobbelt. Het wiellager? Nog eens luisteren, kijken en ... ruiken. Nee, toch de remschoenen. Opluchting. Was het ‘t wiellager geweest, dan zou ik daar een week gebivakkeerd hebben terwijl mijn technische wederhelft in de bewoonde wereld de onderdelen en reparatie ervan zou regelen. Liftend natuurlijk om er te komen. Pffft...

Nu kost het een uur om de buiten gebruik gestelde handremschoenen, te verwijderen. De handrem werkt namelijk al 10 jaar hydraulisch op de remschijven. De koffie hebben we, G in ieder geval, helemaal verdiend.

 

Niet veel later passeren we de afslag naar de Mitchell Falls en slaan we een half uur later af op een heerlijk pad naar Surveyors Pool (Aunauyu, heilige pek voor de Aboriginals). Tien kilometer dalen we hobbelend en wel af naar de parkeerplaats. Na een lichte lunch wandelen we in de hitte naar een kleine kloof. Vanaf de gladgeslepen roze rotsen kijken we op de waterval en de pool eronder. Prachtig.

Terug naar de Warrender Road en op naar de "coastal acces". Herhaalde waarschuwingen, dat je daar echt alleen met een 4WD kunt komen en uiteindelijk een bord dat onheilspellende boodschappen over het hele slechte pad af geeft. En yes! Deze keer zijn we het eens! Er volgen steiltes met losse keien, rotsblokken, scherpe stenen, knikjes, hobbels... Technisch rijden dus en goed uitkijken, zodat de banden heel blijven. Rustig kuieren we (10 kph) van 400 meter hoogte via op- en neergangen naar zeeniveau. Tussen het groen door vangen we glimpen zeeblauw op.

 

Point Walsh! Er mag gekampeerd worden, er is zelfs een (dry-)plee. Natuurlijk! Helemaal een oord voor vis-enthousiastelingen. Zes man hebben zich ingericht voor zichtbaar lange tijd. Campertrailers, boten, aggregaten, alles wat je zoal nodig hebt bij een mannen-onder-elkaar-ding.

We laten hen dus fijn onder elkaar. Vlak voor de campsites hebben we een schitterend gelegen rotsplateautje gezien. Da's onze plek.

Half vier is het en we zitten op onze stoeltjes en zien hoe een krok voorbij glijdt, hoe het water zich in hoog tempo terug trekt uit de baai, hoe de wadvogels hun kansen grijpen, hoe de zon daalt en naar oranje kleurt en in de sterrenhemel het zuiderkruis oplicht. Ons kleine paradijs. Wijntje, spaghetti, koolsalade, kampvuur, warme bushdouche, koele nacht...

 

Zondag, 19 augustus 2012 - Schoenlappen en Poedelen

 

Vanaf ons bed ruiken we het wad in de leeggelopen baai voor ons. Afgelopen nacht hoorden we het water komen, net als nu. Vriend krok laat zich vanmorgen niet zien. Dat doen wel de vervelende plakvliegen. Ons paradijsje wordt er toch minder paradijselijk van. En vooral door de sandflies die ons gisteren flink te pakken hebben genomen. Onze benen zijn weer helemaal terug bij af (na de midges van Darwin). Net als onze armen trouwens en eigenlijk alles wat niet bedekt was met textiel. Rode vlekken, bultjes en bulten en JEUK! Voor ieders rust lepelen we onze yoghurtmuesli binnen naar binnen. Inpakken en wegwezen. Afscheid van een prachtig stukje wereld.

G en TOY laten weer zien wat technisch terreinrijden is. Eén laag, gelockt en wel kruipen we omhoog over rotsopstapjes en losse keien, scherpe stenen vermijdend. Ruim een uur doen we over dit track van zes kilometer. En, een stuk vlotter, terug op de Warrender Road naar de Mitchell Falls.

 

Om elf uur staan we onder een frêle boomschaduw van de campsite bij de Mitchell. Een Basic Camp. Toiletten, een waterkraantje, vuurplaatsen, en dat is het. Tijd voor koffie met een koekie. We zien hoe de helikopter(s) hun klanten meenemen of afleveren. In zes minuten kun je van hier boven de watervallen komen of omgekeerd. Of beiden natuurlijk. Wij doen het lopend. Op en neer, maar niet vandaag.

 

De remschoenen aan de rechterkant lijken het nu ook begeven te hebben. Na de lunch, tukkie, ruimen, rommelen, verwijdert G ook deze. Ondertussen puzzelt hij op de vraag hoe dit zo kan. Voor de linker hadden we een mogelijke verklaring. Andy in Armidale had ze schoongemaakt en weer vast gezet. Maar de rechter? Eén dag na de linker? En dat, terwijl ze tien jaar ongebruikt en ongestoord daar gezeten hebben.

Om alles af te spoelen, wandelen we een kleine kilometer over een rotsig pad naar de Mertens Falls (de kleine).

Daar kunnen we poedelen. Heerlijk is het om ons weer eens helemaal in water te wentelen. De allerstoffigste en stinkende kleding krijgt dezelfde opfrisbeurt als wij.

 

 

Simone en Erwin (NL-ers) komen op ons (nummerbord!) af. Na het eten (spaghettisoep!) zoeken we hen op bij het kampvuur. Ook zij hebben al heel wat van de wereld gezien. Uitwisselen op nivo dus. En gewoon weer eens lekker in het Nederlands.

Ondanks de hoge temperaturen (ergens tussen 30 - 35 gr) overdag zijn de nachten heerlijk koel. Ook nu, en wat is dat heerlijk slapen.

 

Maandag, 20 augustus 2012 - Mitchell Falls

 

Half acht hangt G de rugzak en ik het fototoestel om. We lopen het pad naar de waterval. Het gaat over zandpaadjes door hoog geel gras, door bossavannen, over rotsige paden, rotsblokken in een droge rivierbedding, nog meer rotsen, zand, rotsgeplaveide stukken, over een beekje...

De eerste stop maken we bij de Grote Mertens Watervallen. Het is laat in het droge seizoen, maar er stroomt gelukkig nog steeds aardig wat water. Vanaf een groot en mooi rotsplateau stort het de kloof in.

 

Bij de Mitchell Falls vinden we, met veel geklauter, een punt vanwaar we de vijf niveaus die het water valt, kunnen overzien. Met dit fantastische uitzicht is het goed uitrusten. We frissen ons op in de pool boven de watervallen en zwaaien naar Simone en Erwin die per helikopter terug gaan naar de campsite.

In de middaghitte wandelen en klauteren we terug in een klein uur. Bekaf en bezweet zijn we. Een uur later zijn we weer op vochtniveau, zweetvrij en uitgerust genoeg om op weg te gaan. Wat een prachtige natuur, schitterende watervallen en een heerlijke wandeling was dit. 

 

Zo, waaraan het ook ligt, we hebben veel meer last van de ribbels dan op de heenweg. Om kwart over drie zijn we bij de campsite aan de King Edward River (Munurru). We vinden het welletjes en kiezen positie in de schaduw van een paar bomen. Via de ranger (partner is 2e gen. NL) horen we, dat twee buurvrouwen (Jenny and Sally) net terug zijn uit Kalumburu. En jawel, onze buufs hebben een aantal interessante tips. We weten wat ons te doen staat ruim 100 kilometer noordelijk van hier!

De avond eindigt bij hen rond de stookplaats, waar we reiservaringen uitwisselen. Om half tien is het TOY-stil en op het uitgestrekte kampeerterrein flakkeren de laatste kampvuurtjes.

 

Dinsdag, 21 augustus 2012 - IZA 10 JAAR! en Missiepost Kalumburu

 

Oef, wat is er vanmorgen veel te zien onder de motorkap, in vouwwagens, en hoe wordt TOY weer bewonderd ("awesome"). G treft een gelijkgestemde. Er wordt nog net niet gekwijld als de mannen met hun neus boven het "blok" hangen.

Rondje zwaaien en weg zijn we. De Kalumburu Road wisselt heel sterk. Natuurlijk is er wasbord, maar ook zijn er mooie snelle delen. De weg wordt stukje bij beetje getransformeerd in breder, hoger en gladder. Noordelijker is het gelukkig nog een lekkere ouwe bochtige hobbelige stofweg. Twee uur doen we over de 100 kilometer.

 

Kalumburu is een Aboriginal dorp. Het begon als missiepost. Meer hierover komen we aan de weet van een (geleende) video. Father McPhee vertelt (en lacht!) in vier delen over het bewogen begin van de missie en de ontwikkelingen van een eeuw. Sterk samengevat: In het begin van de 20 Eeuw kwamen de eerste missionarissen. De inheemse mens verweerde zich tegen de indringers. Er zelfs werd een enkel patertje gespeerd. De missionarissen lokte hen uit de bush met meel, tabak en suiker totdat ze helemaal op de missiepost woonden. 

 

 

In het dorp neemt de Missiepost met alles er omheen nog steeds een centrale plaats in. Maar er zijn dingen veranderd. Er is een Community Centre, waar ook van alles gevestigd is, zoals de General Store, gezondheidscentrum, radiostation, vergaderruimte, kantoortje voor lokale zaken, enz.

Na een paar pogingen hebben we de tweede permit (voor de kust). En we slaan verse groente en fruit in en kopen telefoonkaarten voor de publieke telefoon. Dit is de enige manier om vanuit deze afgelegen plek de buitenwereld te bereiken! En dat willen we, want Iza is jarig.

 

Op de missiepostcamping vinden we een plekje onder een boom. Niemand te zien of te vinden. Tussen twaalf en twee valt het stil in Kalumburu. Het is warm en we houden ons ook maar gedeisd. Lunchen met vers (d.i.: ingevroren) brood en een uitsmijter. Bellen met de 10-jarige die helemaal klaar is voor een feestelijke dag. Heerlijk om haar even te horen...

Verschillende pogingen om Clarry, de Aboriginal gids van het dorp, te bereiken, lopen op niks uit. Geen gehoor!

Het campingterrein blijft leeg. In de (stoffige!) kampkeuken bekijken we de (eerder genoemde) Father-McPhee-video en maken we de lambchops, bloemkool, piepertje en komkommer klaar. Heerlijk! Nee, geen wijn. Want dit hier is een "droge" gemeenschap. Na het douchen kan er binnen in gesloten TOY nog wel een glaasje af! En jawel, het dorpsaggregaat, zeg maar de stroomcentrale, knort dat het een lieve lust is. Nu wij nog.

 

Woensdag, 22 augustus 2012 - JOVITA's Kantelpunt, een Drieluik en Romantiek

 

Tááráá! Feestelijk gevoel. Jovita wordt vandaag 40 jaar! Voorlopig haasten we ons. Tijdens het opgieten van de koffie (B) bereikt G in de telefooncel eindelijk Clarry, de dorpsgids. Om acht uur voegen we ons bij een groepje vrouwen met kids bij het Community Centre naast de General Store. Clarry is op zijn vaste plek, wijst men ons. Iedere ochtend om acht uur zit hij daar op een rotsblok en wacht op klanten.

 

Clarry, een grote stramme zestiger zit voorin TOY en ik nestel me in het gangpad. Hij wijst hoe ver en hoe diep het dorp onder water loopt in de wet, de natte zomerperiode (onze winter). Bij de resten van twee (een Amerikaans en een Brits) toestellen dirigeert Clarry een paar foto's. We gunnen hem zijn pleziertje en doen braaf wat hij wil.

 

 

In de Turtle Art Gallery (rotsformaties met rotstekeningen, zo genoemd vanwege een schildpadvormige rots) zien we de voor deze streek typerende rotstekeningen. Er zijn meerdere stijlen. De belangrijkste zijn de frêle Bradshaw- en de dramatisch ogende Wandjina-figuren. Bijzonder is het steeds weer om ergens in de natuur dit soort berichten uit een eeuwenoude samenleving aan te treffen.

Bij een uitkijkpunt over de King Edward River staart Clarry een tijdje met een droefgeestige blik over de blinkende rivier. "This is our river", zegt hij dan.

 

 

Hij wijst naar de overkant. Daar, zegt hij met triomf in zijn stem, daar zijn de heiligdommen. En die zijn gebleven, onaangetast. Ondanks de missionering van de paters. 

Het pomphuis aan de rivier zien we. Langs de lage oevers bij een paar grote mangobomen resten nog een paar kleine huisjes uit de begintijd van de missiepost. We staan stil bij de plek, waar de mensen tot in de tachtiger jaren in een rij door een soort kooi moesten lopen. Drie keer per dag kregen ze een boterham met een soep of pap. "Lining up here, like in prison", de vernedering is voor hem nog steeds voelbaar. Zijn ogen vullen zich met tranen.

 

Zijn vader werkte in de Bakery van de missiepost. Hij bakte en sneed het brood en deelde het uit. We nemen er een kijkje. We zijn dan weer op de missiepost. In het kerkje zijn een paar schitterende (Aboriginal) schilderingen. Tot slot zijn we in het museum (Father McGill museum), waar de geschiedenis van de "wild bushmen", de komst en de bemoeienis van de Benedictijner paters, de gebeurtenissen uit de tweede wereldoorlog en "overname" van de missiepost door de regering in beeld zijn gebracht. Hier wordt het Father McPhee-verhaal tasbaar gemaakt.

We brengen Clarry naar het huis van zijn zus. De huizen met grote veranda's, die de regering heeft neergezet. Buiten zitten twee mensen van de missiepost met een groepje familieleden te praten.

 

We overpeinzen de rondleiding en alles wat Clarry vertelde over de tijd van de missionarissen. Heel veel ervan komt uit de eerste hand van zijn vader.

Een eeuw geleden leefde de inheemsen, de bushmen, de wildemannen, nog in het stenen tijdperk. Ze werden door de "bezielde" paters uit de bush gelokt en "getemd" met suiker, meel en tabak. Door verslaving werden ze afhankelijk. Vervolgens bepaalden de missionarissen het leven van de mensen. De regering dwong de missiepost een einde aan dit slavenbestaan te maken in de tachtiger jaren. De "onafhankelijkheid" is dan een feit. Hoewel...

 

Clarry zag er diep geraakt uit, toen hij vaststelde dat de paters hun cultuur hebben afgenomen. Ze mochten niet meer naar de heilige plekken voor de traditionele rituelen. Een foto in het museum staat ons erg bij. In een kring zitten de naakte bushmen op de grond. Een missionaris in wit habijt oefent met hen het maken van het kruisteken.

En de jongeren nu? Die hebben niets te doen en worden door allerlei slechte dingen van buitenaf beïnvloed. Drugs, alcohol en rap, somt Clarry op. De meeste mensen hebben een uitkering. Werk is hier nauwelijks en functioneren in de wereld buiten Kalumburu, buiten de Kimberley... Da's heel moeilijk. Een vreemde en voor hen onbekende wereld is dat. Bovendien hebben de meeste mensen bijna geen opleiding. Clarry zucht.

Of er ook iets goeds is voortgekomen uit die missiegeschiedenis, vragen we. Even denkt hij diep na. En jawel, de moord-en-doodslag tussen de stammen in het Kimberley-gebied kwam ten einde. De Benedictijnen brachten de stammen nader tot elkaart.

De geschiedenis van Kalumburu begint zich voor ons af te tekenen. Juist door het verschil van de McPhee-video (Benedictijner pater) en het verhaal van (Aboriginal) Clarry.

 

Het derde verhaal in deze drieluik tekenen we later op uit de mond van de beheerder, een buitenstaander, van de McGowans Island Campsite. Zeven jaar zit hij op de camping die eigendom is van een Aboriginal familie. Hij geeft behoorlijk af op de Benedictijnem.

Niks afgelopen met de slavernij, stelt hij, de mensen in het dorp zijn nog steeds afhankelijk. De paters houden de brandstofprijs een halve dollar hoger dan hij (20 km ten noorden van de community), de mensen moeten zondags naar de kerk komen en hun (overgebleven) geld in de collectebus doen, ze verdienen goud met de winkel en de brandstofverkoop en al het werk wordt gedaan door vrijwilligers...

En het verhaal van Clarry, dat het verzorgingshuis voor ouderen gebouwd wordt op een plek, die onder water komt te staan tijdens de wet... De schuld van de missie, die hebben de hoger gelegen grond in handen en willen niet dat daar gebouwd wordt. Z.i. handelt de regering opzettelijk zo in de hoop, dat de mensen in opstand komen tegen de paters.

 

(Nu we dit schrijven voor de website, hebben we ons door boeken en het internet verder verdiept in de geschiedenis van Kalumburu. Het meest opvallende feit is, dat de paters er een imperium hadden opgebouwd. Misschien was dat mogelijk door de afgelegenheid en het isolement van Kalumburu. De helft van het jaar is, was het onbereikbaar over de weg. Een rijk, dat ze zich niet zomaar lieten afnemen. De regering probeerde en probeert die macht op verschillende manieren te doorbreken en de positie van de bewoners te verbeteren.)

 

Oef, indringend is dit alles. Na de toer met Clarry rijden we naar het noorden. Pago is de plek, waar de missie begon. Het ligt aan een mooie baai, Mission Cove, waar in 1908 de missiemannen aan land kwamen. Via een geweldig pad met veel zand en een mooie doorwading komen we aan bij de resten van een kerkje. En bij de boab, waar de allereerste mis gelezen werd door de eerste (Spaanse) Benedictijners.

 

Om drie uur genieten we de lunch onder palmbomen aan een witzand-schelpenstrand en hebben we de tijd om alles te laten bezinken. We zijn op de McGowans Island Campsite. G gaat met de (geleende) vetspuit nog een goed tekeer onder TOY.

En we hebben een buurvrouw die ons even laat denken dat het in NL een chaos is. Ze zegt dat ze de "chaos" zo prachtig vond toen ze er was. Uhh, chaos in NL, in ons geordende en (over-) georganiseerde landje? Het duurt even, maar dan blijkt, dat ze de koeien bedoelt. De "cows" en zoals zij dat uitsprak (behoorlijk plat dus) klonk als: (fonetisch) "Keeaajos". Misverstand opgehelderd!

Na een prachtige zonsondergang met een glaasje wijn (proost Jootje) en een eenvoudige pastahap, is het beltijd. Via de satelliet-internet-verbinding van de beheerder komen we niet verder dan een horten-en-stoten skype-contact met onze jarige. De telefoonkaart kunnen we via een ander toestel gelukkig ook inzetten. En jawel, prima lijntje. Jovita googelt ons ter plekke op. Leuk!

Net als het op de rug liggende maansikkeltje leggen we ons neer en de zee klotst ons in slaap.

 

 

Donderdag, 23 augustus 2012 - Op Weg

 

We hebben er zin in. Weer op (ver) weg! Er schuilen toch nomaden in ons... Maar eerst ontbijten en van het prachtige uitzicht genieten. G heeft een interessante Nissan ontdekt (jaaaa, dat kan!) en wisselt uit. Trots als een pouw meldt hij, dat hier wéér iemand is, die onze TOY-motor het beste noemt, wat Toyota ooit maakte. Zoooooo.....!!!

Honeymoon Beach blijkt een hillbilly-achtig sfeertje en heeft niets van de paradijselijke McGowans. Het pad er naar toe (en terug) is helemaal ons ding. In het dorp doen we boodschappen en lukt het ons (eindelijk) om een paar van de dames te fotograferen. Dankjewel, lieve kleine babytweeling, want zij vormden de sleutel.

 

 

Op de missiepost toiletteren we en bekijken nog eens de schilderingen in het kerkje. De missiepost bestaat uit het kerkje, museum, voormalige ziekenhuis, tehuis voor de halfbloedmeisjes (zie ook: Stolen Generation, waartoe Clarry's vrouw behoort, ze groeide op in dit tehuis), bakkerij, woonverblijven, de camping, cabins, pompstation, werkplaatsen en tuinen met enorme mangobomen. En in het midden ligt een fris groen grasveldje met een schaduwrijke boom.

Als we het dorp uitrijden, treffen we Clarry die wandelt met zijn oude vader in 'n rolstoel. Djee, wat een prachtige koppen. En yes, we mogen foto's maken! 

 

We zien af van de uitstap naar een watervalletje met pool dat ergens ten zuiden van het dorp zou liggen en ook van een campement bij het Drysdale River NP. We hebben zin om gewoon weer ff kilometers te maken. Stoffige, gladde, hobbelige en geribbelde kilometers met stevige dipjes. Lekker heet is het.

Om drie uur (na 260 km) rijden we rond op de dorre, droge en schaduwarme campgrouns van de Drysdale Station ("closed in wet season"). Nee, niet de Home Valley-soort. Maar wel een gewone echte boerderijcamping.

Met Nettie&Gerard (idd dat scheelt maar één letter) drinken we een koud biertje in de schaduw. Fietsers zijn het en nu op weg door dit deel van Australië. Ze aarzelen over de Mitchel Falls! Voor hun (huur-) AppolloCamper zal de weg lastig zijn. Dat wel, maar... eind van het liedje is, ze gaan!

Wij eten van de homestead. Een heerlijk buffet met fantastische (Waldorf, Griekse, Rodekool) salades. En vlees natuurlijk, met wijn uit echte wijnglazen! In de koele nacht gaat bij ons om half tien het lichtje uit... 

 

Vrijdag 24 augustus 2012 - Elizabeth Station en het Verhaal

 

Om half elf rijden we weg van de Homestead. Laat, maar we hebben niet stil gezeten. Nettie&Gerard zijn uitgezwaaid, de was is gedaan (half uur koud water wasmachine), gedroogd (zon en wind), gevouwen (gerold), ontbijt (uitsmijter) genoten, jerrycans gevuld, diesel getankt, vuilnis gedumpt, weer een 2e generatie NL-emi ontmoet (uit Friesland (die ons ook al gespot had bij de Daintree River maanden eerder!), kleitechnisch onderhoud (G) gepleegd, TOY-huis gepoetst (= gangpad dweilen) (B)...

Hek open en dicht en binnen de kortste keren zijn we 60 km verder bij de Gibb. Bij de afslag is het een komen van reizigers. Het wordt een gezellige boel met Nissan (Jamie!)- en Toyota-gedoetjes en grappen.

 

 

 

We lunchen langs de weg bij het hek van de Gibb River Station. Ook weer een legendarische naam van een voormalige missiepost in dit gebied, dat tot 100 jaar geleden enkel paden en veeroutes kende. Nu is er de Gibb. Gelukkig voor ons. Een prima weg, bij tijd en wijle prachtig diep rood net als de begroeiing ernaast. Bestoft door passerende auto's. 

Halverwege de middag staan we op de droge stoffige grond tussen de witte stammen van de ghostgums.

 

 

Dit is de campground op de Mount Elzabeth Homestead. Op het privépad (de Munja Track) van de boerderij gaan we de komende dagen naar de Walcott Inlet avonturen. De buren zijn twee Ozziestellen (met caravan en tent) uit de Gold Coast. Vanavond nadere (kampvuur-) kennismakingen, zo is de afspraak.

Later op de middag komt er nog een caravan binnen gerold. Deze mensen herkennen ons van de Bungles. Voor de ...tigste keer wordt het gevraagd en vertellen we... From the Netherlands, shipped the car, custombuilt, Melbourne, took us a week before, only 5.000 Dollar, 6 monthsvisa, home nov, back again, as long as it takes....

 

Aan de leestafel vermaken we ons. Het boek over het pionierswerk van Frank Lacy, vader en schoonvader van de huidige eigenaren (Peter&Pat) van de Mt Elizabeth Station, boeit ons zeer. We kopen het. Heerlijk is het om op de "plaats van handeling" een verhaal als dit te lezen. En een bijzonder verhaal is het!

Douchen en dan (heerlijk) eten-wat-de-pot-schaft (o.a. pumpkinspinazie-ovenschotel), BYO-wijn drinken in de goeie atmosfeer van kokkie en Leonie. Een Zwitsers stel is het (enige) tafelgezelschap. Ze doen een fligh-drive toer.

De avond eindigt aan het kampvuur van de Ozzies (autohandelaar en zijn boekhouder). Naast veel pret passeren er serieuze onderwerpen. Heerlijk avondje.

Dan dromen... Dromen over de komende dagen. Maakt dit Munja-pad zijn belofte van ruigheid waar? Onze verwachtingen zijn hoog gespannen door de verhalen uit eerste hand en meldingen over spannende documentaires...

 

Zaterdag, 25 augustus 2012 - Ochtendbezoek en het Munja Track

 

Een hele lieve Joey probeert dingen van onze ontbijttafel te pikken. Net als de pauw die niet weg te slaan is en zich behoorlijk opdringt. Achter de fence zijn steeds meer ochtendbadende Walibi's te zien. Maar die ene, dat is ons lefgozertje. Die eet als het ware uit je hand.

 

 

Om acht uur worden we gebrieft over het track. Op een papier krijgen we de nodige informatie en  waarschuwingen mee met kreten als: steep, sandy, very rough, extreme care, caution, rocky crossing, beware of salt water crocodiles, very boggy, enzo. We gaan het meemaken.

Om te beginnen is het pad een vlotte goed glad geschoven weg. Hekken open en dicht om het vee op de juiste yard te houden en door.

Tegen de tijd dat we de Magpie jump up (passage door een rotsketen) naderen, heeft de grader het, geheel tot ons genoegen, opgegeven. Een pad, een spoor, meegaand met het landschap, slingerend, duikjes door creekies en rivieren (o.a. de Hann en de Drysdale). Soms is de bedding zanderig en dan weer hobbelen we over een een vloer van rotsen. Heuvels, rotsige ketens, rotswanden, prachtige bossen met gumtrees, palmen soms, droog en dor. De temperatuur loopt op tot 36 graden. Ge-wel-dig!

 

Bij een jump up is de uitdaging er doorheen te komen zonder schade. Een kunst, die G en TOY goed verstaan. Scherpe stenen vermijden, af- en opstapjes van 20, 30 cm langzaam overwaggelen, over losse keien... Dit is eindelijk echt "off road"! In één laag, gelockt middendiff gaan we beheerst de jump ups over.  Mijn G wordt hier wel heel erg blij van. De enige "schade" die we constateren is een kras en deuk in de tweede brandstoftank.

 

Aan het eind van de Magpie treffen we Mike. Mike keert terug uit de bush waar hij drie maanden heeft rondgezworden en gebivakkeerd. In zijn uppie en basic. Voorraden voor al die tijd, water uit de beken en lopend gaat hij op zoek naar Rock art. Meer dan 1.000 plekken heeft hij al aangetroffen en vastgelegd. Alleen voor zichzelf, voor zijn plezier.

Mike helpt Jane Ann (dochter van Frank, zus van Peter) & Rick van de Bachsten Campsite na de regentijd bij het berijdbaar maken van het track. Een helse klus na alle waterschade en in de afgelegenheid.

Dit gebied wordt gezien als een van de laatste echte wilderness-areas. Er woont niemand en het gebied is (nog) geen Aboriginal Land. Het is gewoon van ons allemaal, zoals later Murray en zijn Vader Bob het zullen zeggen. We ontmoeten ze bij de Pearson Creek, waar gekampeerd kan worden.

Twee uur is het en heet. Een lichte bries maakt het dragelijk. Alle tijd hebben we om de prachtige rit door de schitterende natuur door ons heen te laten gaan. En het pad, dat voldoende off-road-fähig is. Hoe bijzonder de Rock art is, die we onderweg zagen. Nagenieten dus.

De middag gaat snel voorbij met lunchen, hangmatten, eten voorbereiden, TOY inspecteren, van de omgeving genieten en proberen die prachtige kleine maar ozo beweeglijke vogeltjes te fotograferen.

Vlak voor de zon ondergaat badderen we in het heldere water van de beek. Heerlijk opgefrist drinken we een glaasje en eten we pasta. Met Bob (75, overgrootvader, voormalig technisch researcher) en zijn zoon Murray (afgekeurd wegens gezondheidsproblemen, geofysicus) hebben we boeiende gesprekken. Over dit gebied, dat Murray al dertig jaar doorkruist, het enorme getijdenverschil (10 meter bij de Walcott Inlet), over de Aborigines, hun kunst, de problemen en de aanpak door de politiek.

'n Heerlijk avondje en de maan schijnt door de bomen. 50 Meter verderop staat TOY ongeduldig op zijn beslapers te wachten.

 

Zondag, 26 augustus 2012 - Prachtig Pad

 

Wegens ernstige vliegenoverlast ontbijten we binnen. Geen doen, ze kruipen in je oren, je ogen, neus... Probeer dan maar eens van je kopje koffie te genieten!

Een uur gaat heen met TOY-technische uitwisselingen onder de motorkap, foto's maken, uitleggen en de befaamde TOY-toer met vader Bob en zoon Murray. Ze zijn danig onder de indruk van de efficiëntie, het materiaal, de indeling,... van alles eigenlijk. Hoewel, de meeste "awesome's" vallen toch weer de kledingzakken ten deel.

Op pad, het geweldige Munja Pad. Om rustig op te starten volgen eerst een aantal makkelijke slingerkilometers door het prachtige bos. Bij de koffiepauze laat G toch de banden nog wat meer aflopen. Altijd een lastige afweging. Want alles draait erom de auto en vooral de banden heel te houden. De Bachsten Jump up van een paar kilometer ligt voor ons. En de Bachsten vraag alle aandacht, hier en daar wegwerk doen. Dat is, grote of scherpe stenen weghalen, een gat opvullen... Het is zo fantastisch om op en hoge afstapjes af te gaan, schuin te hangen waar delen van het pad zijn weggespoeld.. Lage gearing en difflock en het gaat ongelooflijk beheerst. Gecontroleerd waggelend omhoog en omlaag.

Daarna volgen we een riviertje dat omzoomd is door doorleefde hoge gumtrees en er is het bos met ghosttrees, palmen en hoog geel gras.

 

Als we rond 'n uur of een de Bachsten Creek Campsite oprijden en kennismaken met Peter & Janet (beheerders) is het helemaal compleet. We zijn de enige gasten op deze mooie plek bij bijzondere mensen. Ze hebben een kleine 20 jaar ervaring in de woestijn. Vijf keer per jaar reden ze er rond met klanten. In de schaduw drinken we thee met zalige homemade cake. We hebben bergen ("heaps of") vragen. 

Maar eerst gaan we lunchen, lezen (boek over Frank Lacy, de pionier in dit gebied), luieren, zwemmen in de rivier en douchen. Eind van de middag zitten we bij Janet en Peter aan het zelfgebrouwen bier met een dipje (yammie!) en praten over hoe het is om hier vanaf juni te zitten. En vooral over de woestijnen en hun lievelingsplekken. We worden weer heel veel wijzer.

Janet vertelt over de dieren in dit (en andere) gebied, over de vogels en zien de schitterende iPadApp hiervoor. Die gaan we aanschaffen!

Ondertussen zijn er een paar vaste zeldzame bezoekers. De Quoll, een ratachtig dier met stippels, een Monjon en een kleine Walibi-soort mét Joey. En dat alles verlicht door de halve maan.

 

 

Het loopt tegen achten als we op onze kampeerplek een pastaatje eten, fruit-uit-blik toe. Negen uur is de afwas gedaan, zijn de tanden gepoetst en trekt G het dons over zich heen. Ik rits het tasje van mijn laptoppie open. Weer een geweldige dag om te beschrijven...

 

Maandag, 27 augustus 2012 - Walcott Inlet

 

Vóór het eerste licht ben ik wakker. De beloning is groot. Een schitterende symphonie van een vrolijk vogelorkest. Adembenemend! Op onze beschaduwde plek met zachte bries kunnen we rustig ontbijten. Zelfs de vliegen laten ons redelijk met rust. Janet & Peter zwaaien ons uit en zowel zij als wij verheugen ons op het weerzien over een paar dagen.

Nu op voor de laatste 75 kilometer naar de Walcott Inlet. Vijf uur rijden, volgens Peter, een heftig stuk zit erin en de rest is okee. "Track is difficult to follow", zegt de Hema-kaart. Ons maakt het niet uit. We genieten. Van zowel het pad als de natuur.

Dipjes, beekjes, zand, stenen, rots en er is een behoorlijk heftige Jump up. Je kunt die nog het beste zien als de passage van een geweldige hoop grote rotsen en keien. Dus is er weer wegwerk aan de winkel. G heeft een paar handschoenen opgedoken en wel zo prettig. Na keiensjouwerij duurt het even voor hij weer op temp is. Het is 40 graden op de meter!

Oh ja, ook vandaag tellen we onze zegeningen. Airco, difflock, hoogtemeter... alles doet het en dat is maar goed ook in deze omstandigheden. Bij Wrens Gorge halverwege een forse Jump up parkeren we TOY. Op instructie van Janet en Peter banen we ons 500 meter een weg door de bush om bij een ydillische pool en waterval te komen. Een droom is dit, weer even een paradijsje. We zwemmen, drinken koffie en voelen ons Adam en Eva.

Maar toch! Weer op weg. Er is meer dat lokt. Zuidwestelijk rijdend komen we op een plateau dat omringd wordt door ketens van tafelbergen. We lunchen lekker, maar niet al te lang. In 40 graden zonder wind ga je vanzelf naar het koele rijden verlangen. Bijna op het eind is er nóg een Jump up, de  Brockman, die we op de inmiddels vertrouwde waggelmanier over komen.

 

Om drie uur (na 4,5 rij-uren, 15 kph gemiddeld) zijn we bij de Inlet. Het is laag water. In de brede rivier zijn watergeulen en zandbanken zichtbaar. In de verte rekt een Brolga (ooievaarsoort) zich en een zee-arend scheert voor ons langs op zoek naar een lekker hapje. We rijden zo ver als het pad voert en kiezen onze kampeerplek uit.

Prachtig uitzicht hebben we op de rivier en de ruimte erachter. Een zacht windje verlicht de hitte en TOY en een boom bieden schaduw. Wat mooi is dit. Hier, zo afgelegen en zo helemaal alleen te zijn na een uitdagende en schitterende tocht.

 

Ondergaande zon, wijntje, hapje, eten en gewoon zitten en genieten. We zijn in afwachting van de vloed. We hebben een beetje pech. Nog maar een kleine week geleden was er een tijverschil van 10 meter. In twee uur tijd stroomt een enorme massa water door een smalle opening de Inlet binnen en via een breder deel naar deze smalte. De enorme stroming en stuwing gaat gepaard met een donderend geraas. Vandaag echter zal de stijging "maar" vier meter zijn. Nog wel heel wat, maar veel minder spectaculair.

Om kwart over acht horen we geklots en in het (halve-) maanlicht zien we hoe het water snel binnen stroomt. Morgenochtend hopen we het bij daglicht te zien.

Ons bioritme dicteert ons om half tien naar de TOY-sleep-Inn. En dan kun je maar beter gehoorzaam zijn. Toch?

 

Dinsdag, 28 augustus 2012 - En Weer Terug Genieten

 

Drukkend warm is het. Om half acht begint het water binnen te stromen. Rustig eerst en steeds sneller. Voor een deel volgen we de rivier-in-beweging vanachter het TOY-gaas. Vanwege de vliegen. Later volgen we buiten, mét vliegennet en vleugje wind, in de zon die gaten in het wolkendek heeft weten te vinden, hoe de sterke stroming een baan van schuim trekt. Dan begint ergens in het midden van de rivier het eerste water zachtjes terug te stromen. En vijf minuten later is ineens, als bij toverslag, over de volle breedte de stroom omgekeerd, terug richting zee.

Tussendoor zorgt G, mijn eigenste handyman, dat een lade weer soepeltjes loopt. We ruimen rotzooi van voorgaande kampeerders op en verbranden afval. Half een rijden we weg van dit plekkie aan "het eind van de wereld" dat even ons rijkje was.

 

Voorbij de landingstrip toeren we over bandsporen verder het schiereiland op. Over drooggevallen en door de zon gekrakeleerde kleipannen en over pollen hobbelend. Tot het niet meer gaat, dan keren we terug naar het Munja Track. Het licht is anders, onze uitkijk ook. We herkennen dingen in het landschap en op het pad en hebben ook nieuwe uitkijkjes.

G raakt bijna buiten zichzelf als hij zomaar voor TOY, onderin de creek die we willen crossen een heusche luierende krok voor de wielen heeft. Ook krokkie zal moeten bijkomen van de adrenalinestoot die hem van de steen af in het riet in zwiept. Op de foto is nog net het puntje van zijn staart te zien.

Om vijf uur melden we ons weer bij Peter & Janet. Peter zet de donkey aan (drum met water, vuurtje eronder). Heerlijk is het om met warm water al het zweet en stof af te spoelen.

Na een gezamenlijk biertje eten we om half negen, dik nachttijd hier, in het licht van de maan een smakelijke pasta. Okee, die paar muggen en muggenbeten nemen we voor lief. Ze horen bij de bush net als de bushgeluiden, waarop het goed inslapen is. 

 

Woensdag, 29 augustus 2012 - Thuisdag en Adam&Eva

 

De zon staat al een aardig eindje boven de bomen als ik opsta. En wat is het een gemak om een eigen gootsteen bijdehand te hebben.

 

 

"Thuis"-blijfdag. We genieten van het bushcamp met de luxe van schaduw , de eerder genoemde gootsteen en grote tafel. Lekker lezen, schrijven, track van de Garmin naar de laptop, staat van de voorraden vaststellen... Janet en Peter komen langs om TOY in bivakstand te bekijken.

 

Het rauwe "ge-aarhkk" van kraaien is ons inmiddels vertrouwd. De hele trip door Australië zijn zij ons vaste gezelschap. Nu echter horen we een heel ander geluid. In de boom naast ons zit een kraaienpaartje. Hij maakt haar het hof . Dat klinkt zo lieflijk, zo zacht, zo teder, dat wij ons niet kunnen voorstellen dat de dame niet zal bezwijken.

Later vindt G zijn sokken naast zijn wandelschoenen en de sporen van de dader. Een kraai! Slimme dieren, opportunisten ook. Immers, overal kan voedsel verstopt zitten

 

Om half vier wandelen we naar de Bachsten Gorge. Janet tekent de route, die ge-"ribboniseerd" is. Aan takken zijn roze lintjes (ribbbons) geknoopt en die volgen we. Langs de rivier, over een rotsplateautje, door het hoge gele gras, langs de heuvel, klauteren naar een uitzichtpunt. Ineens kijken we in de diepte van een schitterende kloof met een waterval die stapsgewijs van de rotsen af klatert. Geslonken nu na het droge seizoen, maar nog seeds adembenemend.

We klauteren een rotsig pad af naar beneden. En weer zwemmen we als Adam en Eva in het paradijs. Met ons tweetjes, helder water, rotswanden, grassen, bomen, prachtig belicht door de lager kruipende zon. Hier worden we zo gelukkig van.

De lintjes leiden naar de rotswand. Te steil. Voor mij in ieder geval. Ik ben op sandalen en in een jurk. Niet echt handig op gladde rotsen (toch Bevas?). We lopen dezelfde weg terug. 

(Bij het werken aan de update ontdekken we, dat alle foto's van de wandeling en van de gorge, op onnaspeurbare wijze verdwenen zijn. Misschien werd het een bitje te veel!)

 

Bij Janet & Peter drinken we het bijna traditionele biertje en eten mee van hun tortilla. Janet laat schitterende foto's van de Ozzie woestijnen zien.

Fantastisch om te bedenken, dat we na "Broome" (updaten website) via de kust zuidelijker trekken en dan hoppa het zand in te gaan. J&P hebben zoveel jaren ervaring (30x de Canning bv.) op allerlei tracks, kennen de mooiste plekken en weten er zoveel over te vertellen. Maar goed, dat we hier blijven rondreizen zolang als we willen.

Na een TOY-hapje duiken we bijna regelrecht ons bedje in. In de verte jankt een dingo tegen de bijna volle maan en verder is het blad- en muisstil.

 

Donderdag, 30 augustus 2012 - Van Bachsten naar Elizabeth

 

Vroeg op vandaag. G zet moertjes vast (van de achterbumper) en vervangt de rubbers van de tankophanging. Alles wat maar een ietsepietsie los zit, gaat op paden als de Munja en op wasbordwegen onherroepelijk los of breekt af.

Douchen, ontbijten en afscheid van Janet & Peter. Zij krijgen onze amandelen en wij een stapeltje post. Dat geven we af op het Mt Elizabeth Stn, waar morgen het wekelijkse vliegtuigje komt om post op te halen en te bezorgen.

 

Om half tien rijden we. Lichte bewolking, graadje of 35 en nog steeds het heerlijke track. Vlotjes de Bachsten Jump up over, hobbelen hier, waggelen daar, creekje, riviertje, ...  We genieten en TOY kan het allemaal aan. Bij de steile opgang van de enorm rotsige Magpie Jump up slaat de motor af. Jammer, minpuntje voor G. Zien deze keer wel de rotstekeningen, die we op de heenweg gemist hadden.

"Hilluk, hilluk" (= uitdrukking van groot genoegen, ontstaan in de Sahara waar Nadjem, Toeareg, ons "heerlijk, heerlijk" overnam.), klinkt het regelmatig naast me. We ontwaren nu ook de Jameson Arch in een rotswand.

Ach, en wat zijn ze mooi, al die bomen. De melkwitte stammen van de forse ghosttrees, de vervellende hoge slanke eucalypten langs de beken en de palmbomen met hun wonderlijke ananasachtige vruchten.

Op het plateau lopen de schichtige verwilderde koeien, soms met kalveren, en de vervaarlijk ogende stieren. Een paar kangoeroes hopsen weg, een wolk van groen gekleurde piepkleine volgeltjes dartelt rond, een meute witte kaketoes en zowaar ook een groepje zwarte roodstaartkaketoes.

Stops voor foto's, bekijken van de te rijden koers over de rotsopstapjes en keien, wat wegwerkzaamheden en verder rolt het prachtige landschap om ons heen.

 

Kwart voor vijf maken we kennis met Pat en haar man Peter (lacy. Ze zijn de eigenaren van de Mt Elizabeth Station en natuurlijk signeren ze het boek van hun vader.

Met Richard (mijningenieur) en Diana (gepensioneerd lerares) uit Perth maken we nader kennis tijdens het avondeten. Ze zijn 30 jaar geleden vertrokken uit Zimbabwe, een jaar of wat na de machtsovername van Mugabe. Richard voorziet, dat het in Zuid Afrika net zo zal gaan als in Zimbabwe. Het zal alleen wat langer duren. Ook Zuid Afrika zal uiteindelijk een zwart Afrikaans land worden met nepotisme en stammenproblemen, verwachten ze.

En we hebben het over de mijnindustrie in Australië. Leuk om van een echte insider hierover te horen, want overal zoemt het begrip "mining" en de rijkdom in de Ozzie-bodem rond. 

Om negen uur is het tanden poetsen geblazen in de maneschijn. Dan ook kan eindelijk G's moede hoofd op het kussen worden gevleid. Hij blijft lang genoeg wakker om de dagtrip te herbeleven. Ik doe dat ook, maar dan anders.  

 

Vrijdag, 31 augustus 2012 - Mailday, Rode Dirtroads en Oude Bekenden

 

Vanuit bed zien we volop kangoeroes rondhopsen en grazen. Naast de aanloop van onze ouwe trouwe pauw komen Rchard en Diane aan. Tuurlijk volgt een TOY-toer.

 

Het is vrijdag. Ergens tussen tien en elf komt het postvliegtuig, de mailplane (uitspr.: maailplaain) om post te halen en te brengen. Dat willen we meemaken. Weten we ook zeker dat de brieven van Janet op weg zijn naar de diverse bestemmingen. Hoezo internet?

In de boerderij wachten we. We zullen het horen, is ons verzekerd, als het vliegtuigje over vliegt. En dan is het zover. Hup in TOY en vlakbij de airstrip zien we nog net hoe in een wolk van stof het toestel op de gravelbaan landt.

 

 

De "meisjes" van het station komen aangereden. De piloot is een dame (was een heer) en het wordt heel gezellig. Voor 110 dollar zou je mee kunnen vliegen (in 1,5 uur via twee andere stations) naar Mornington. Dat is ook ons doel-van-de-dag, maar wij doen er een uur of wat langer over.

Dit toestel vliegt vanuit Derby langs zes stations in de West Kimberley en is in de eerste plaats bedoeld voor passagiers. Vracht en post kunnen ook mee. Nu is er alleen post uit te wisselen.

Op de weg naast de baan doen wij even een wedstrijdje. Zij wint en wij toeren verder naar de Gibb.

 

Rond de middag doen we het Mt Barnett Roadhouse aan. Hamburger, diesel, basisinkopen en verder gaan we. Ook van deze snelle kilometers langs eindeloos durende bergketens kunnen we genieten.  

Dan is er de afslag in zuidoostelijke richting. Een bord maant, dat we ons moeten melden via de radioverbinding met het Mornington Wilderness Camp, 90 kilometer verderop. Er is een  mobilofoon met afdak en instructies. Het werkt feilloos. We kunnen terecht en we hebben de reservering voor het restaurant ook binnen.

Het landschap verandert dramatisch. Dit hier is het overgangsgebied naar de zuidelijker gelegen Great Sandy Desert. De savannen. Ten noorden van de Gibb River Road zijn er louter woodlands, bossen. Hier echter is de begroeiing schaars en bestaat voornamelijk uit spinifex gras (pollen scherp gras) en struiken. Het uitzicht is weids in de ruimte die doorsneden wordt door reeksen tafelbergen.

Vijf kwartier later (i.p.v. de aangekondigde twee uur) melden we ons bij het office, annex restaurant, annex expositieruimte, annex bar.

 

We zijn in een Sanctuary. Een particuliere organisatie spant zich in om de natuur te beschermen. Op het voormalige veeboerderij (in 2003 "de-stocked", ontdaan van vee) krijgt de natuur de kans zich te herstellen in de oorspronkelijke glorie. Een aanpalend gebied van Aborigines is onderdeel van dit beleid. De mensen, die er wonen, houden zeggenschap en krijgen werk in het project. 

De kampeerplekken zijn ruim en liggen verspreid. We installeren ons tussen bomen aan de Annie Creek. Heerlijk, we hebben tijd voor bezinking en lezen. De afgelopen dagen hebben we verschillende boeken over de Kimberley en de Aborigines aangeschaft.

Iets verderop blijken oude bekenden te kamperen. Het al jaren reizende gezin (Jamie & Karen), met hun kids (Cooper 3 jr, baby Jesse 4 mnd).

Bij het centrale gebouw is een telefoon (met Telstra-kaart en telefooncentrale). We bellen en krijgen even de schrik van ons leven als we menen te begrijpen dat er iets ernstig mis is met een van de kleinkids. Godzijdank misverstand. We moeten er wel flink van bijkomen. 

In het licht van de volle maan wandelen we terug naar ons plekkie aan de beek. Na een goede fles wijn en goed eten. Windstil is het en dat bevalt de krekels wel. Ze roeren zich flink, wij niet meer.

 

Zaterdag, 1 september 2012 - De Gorges van Mornington 

 

De eerste uren van de dag blijven we even zitten waar we zitten. Pas als het ons te warm wordt, gaan we op weg. Eerst naar de Dimond Gorge. Het Sanctuary heeft voor de route stopmomenten met veel informatie. Het savannelandschap wordt omringd door ranges (reeksen bergkammen en tafelbergen). De zon staat te hoog voor een mooie belichting. Desalniettemin...

Rond de middag lunchen we op de parkeerplek met heerlijk uitzicht en dan lopen we door zand en klauteren we over rotsblokken naar de kloof. Heerlijke plek. En, er kan weer gezwommen worden.

Opgefrist rijden we (terug) naar de Sir John Gorge. Ook weer een lekker pad naar een mooie plek. En weer zwemmen natuurlijk.

Op de campsite is er tijd voor burenbabbels. Zo weten we, dat we morgen beter naar Bell Gorge in de Leopold Ranges kunnen gaan dan naar Windjana Gorge. We passen de plannen aan. G begint gorge-moe te worden. Bovendien hebben we inmiddels een flink opgelopen behoefte aan contact met de kids en kleinkids. Dan kunnen we na de Bell in een keer doorstomen naar Derby.

 

Een mooie dag met een mooie afsluiting in het resto. We eten een goeie (zoutwater!) barramundi en schaffen ons een extra fles wijn aan. Daarna zien we een mooi gepresenteerde en interessante voordracht over wat het AWC (Australian Wildlife Conservancy) doet om zoveel mogelijk natuur te herstellen en diersoorten van uitsterven te behoeden. Mooi!

En ook heel mooi is het, dat G het antwoord op een kwellende vraag krijgt. Gisteravond ging hij plassen. Hij baalde, omdat iemand de wc vuil had achtergelaten. Totdat "het vuil" begon te bewegen. Het bleek een kikker die verblijfplaats in de pot had gezocht. De waarschuwingen kennen we: deksel sluiten, anders komen kikkers en vervolgens slangen. Maar hoe komen die makkers in die hoge pot?

Ziehier het antwoord.

Ook vanavond gaat G plassen en jawel, daar is ie weer. Of nog. Een kikker! Langs de wand kruipt ie slinks omhoog tot pothoogte. Zijn jump weet G nog net te voorkomen. Jammer voor Kermit en feest voor G. Hij heeft gewonnen en is weer wat wijzer!

Het is vochtig warm. Een wolkendek verhindert ieder greintje uitstraling. Ons donsdek gaat naar het voeteneind en wij bedekken ons met het laken. Met ónze uitstraling zit het wel goed. 

 

Zondag, 2 september - Drie Keer is Scheepsrecht: Cooper & Jesse

 

Een speciale dag. We herdenken Frank.

 

Om half tien rijden we weer op de dirtroad. Dit landschap kwam tot stand in biljoenen jaren aarde-arbeid. Zeëen, die sedimenten afzetten, lava na vulkanische uitbarstingen, aardbevingen die alles door elkaar gooiden en water- en winderosie. Het mag even geduurd hebben, het resultaat mag er zijn.

Gedurende de laatste 100 jaar werd veel schade toegebracht aan flora en fauna door begrazing van enorme kuddes vee. Het AWC probeert het landschap in de oude glorie te herstellen.

Koffie drinken we op een prachtige plek langs de weg. Een reeks van tafelbergen mooi belicht door de zon, verspreid staande boompjes die het aan te zien is dat overleven hier een harde strijd is, spinifex graspollen en een enkel kapokboompje met wat gele bloemen aan de kale takken.

De hel blauwe lucht met prachtige wolkenformaties alsook de drukkende en vochtige warmte (met 33 graden zijn wij al heel blij) kondigen de aanstaande natte periode aan.

Op de Gibb tanken en bevoorraden we in de piepkleine Imintji Store. We ontmoeten er een gezin, dat ons herkent van het Cobourg Peninsula, een week of zes geleden (in de NT).

 

Rond lunchtijd staat TOY beschaduwd en wel op de Campsite Silent Gove van het King Leopold  Ranges Conservation Park (idd, de Belgische koning die genereus allerlei exploraties in dit gebied financierde). 10 Kilometer dieper het NP in ligt de Bell Gorge. 

Voorlopig lunchen we lekker en rustig. Nou ja, rustig! Cooper, is er. Voor de derde keer komen we het gezin tegen. En Cooper begint zijn verlegenheid kwijt te raken. Hij adopteert ons als opa en oma en wij hem als Ozzie-kleinzoon. Met "onze acht" hebben we wel geleerd wanneer je streng en volhardend moet zijn. En Cooper heeft deze ervaring hard nodig. Hij is een scheetje met zijn lange roodblonde haar en blauwe ogen. Voor een driejarige praat hij erg slecht. Hij drukt zich niet uit in zinnen, maar in een of twee woorden. En luisteren doet hij ook niet al te goed.

We genieten van hem en van zijn babybroertje Jesse, die hier even onze Lois is. Ze schelen maar een paar dagen.

 

 

G is even  kompleet "out", als hij zomaar oog in oogjes staat met de Purple-crowned Fairy-wren, een piepklein vogeltje dat met uitsterven wordt bedreigd. Wachten op een fototoestel is er niet bij. Dus onderstaand plaatsen we een foto uit de brochure van Mornington. 

 

 

We lezen, borrelen, eten, douchen en in de donkere avond genieten we van een live-accordeon. Een medekampeerder speelt lieflijke zachte melodietjes. En wat komt de maan prachtig op tussen zilveromlijnde wolkjes. Het is nog steeds vrij warm (vinden wij, iemand zei dat het gelukkig niet meer zo koud is 's nachts...!). En wat zijn we weer blij met het muskietengaas rondom ons bedje. 

 

Maandag, 3 september 2012 - Bell Gorge en Geluk in Derby

 

Het zijn de vogels, die ons wekken. Vanaf ons hoge bed zien we hoe de zon gouden randjes langs de wolkjes kleurt.

Magneten zijn we voor Cooper. Hoe vaak zijn vader hem ook komt halen... Het maakt niet uit, hij loopt gewoon een keer meer dan papa.

Om half tien wandelen we (vanaf de parkeerplaats 10 km noordelijk) naar de Bell Gorge. Het is al warm, maar nog niet te heet. En maar goed ook. Want via flinke keien gaat het over een heuvel en dan langs de rotswand naar de kloof met 'n breed uitgewaaierde waterval in vijf trappen.

We komen aan op een plateau waar twinkelende poelen hun overtollige heldere water naar de waterval laten stromen. Vanaf deze hoogte kijken we naar beneden waar een grote pool tussen de steile wanden lokt. Prachtig.

Jamie, Karen, Cooper en baby Jesse gaan niet verder. En dat is niet onverstandig, merken we, als we langs de rotswand de kloof in klauteren. De beloning is groot. Helder water, heerlijk om zo naar de waterval te zwemmen.

Een leguaan luiert op een rots tot de zon zijn plekkie bereikt. Foto's maken? Prima, maar niet te dichtbij komen a.u.b., want dan krijg je een tik met de staart.

 

Eind van de ochtend rijden we er weg, op naar Derby. Daar is internet en de mogelijkheid om de excursie naar de Horizontal Falls te regelen. Nu is het tij hoog, heel hoog (de eerste dagen na volle maan) en het seizoen loopt af.

Veertig kilometer naar de Gibb en dan 230 kilometer naar Derby. Een prachtig slingerdeel door de Leopold Ranges en vervolgens een vlak en recht doorknalstuk. Daar hebben zowel TOY als wij geen enkele moeite mee. Onderbreking voor een snelle lunch. Een héle snelle, want we worden ernstig belaagd door vliegen. 

 

In het Caravan Park in Derby kunnen we boeken voor de Horizontal Falls. En wat een geluk. Alleen morgen is er nog plaats voor de trip met overnachting. Met van alles drop en dran. Morgen dus! Nu eerst naar de pier. Daar kunnen we al iets zien van het beroemde tij. Het water is bijna op het hoogste punt.

Djee, we treffen er vader Bob en zoon Murray, net terug uit de bush. Bijkletsen natuurlijk. Inkopen bij Woolworth en dan is het internettijd! Veel te lezen. Blij, dat we weer bij zijn.

We genieten van een heerlijke maaltijd uit eigen keuken en van de afwezigheid van vliegen en muggen. Bijna vergeten hoe dat was.

Wij gaan naar hoger sferen boven in TOY. Een blaffende hond, de aggregaat aan de overkant van de weg knort voort en zo nu en dan passeert een auto. Behoorlijk anders dan in de bush.

 

Dinsdag, 4 september 2012 - Horizontaal Vallend Water en een Verhaal

 

Keutel-campingochtend. Om kwart over twee worden we met zes kamperende medemensen opgepikt en op het vliegveldje even buiten Derby afgeleverd. Zwemvesten en gordels om... Het is een behoorlijk geprop voor we in een ietwat comfortabele positie zitten. De (twee) dikkerds van het gezelschap zitten ruim. Want voor de stabiliteit moet het gewicht goed verdeeld worden. De lichtsten (w.o. wij !!!) zitten op kleinste stoelen voorin. 

Het toestel stijgt snel naar 1.000 meter hoogte. Het is prachtig om te zien, hoe de getijden met verschillen tot twaalf meter het landschap getekend hebben. Schitterende kunstwerken...

 

 

Bossavannen, bergketens, rivieren, kloven, een enkel track. Alles zien we nu vanuit een volkomen ander perspectief. Ruig is het, dat is ook van deze afstand te zien. Bij het naderen van de inhammen met de smalle doorgangen, dalen we tot een hoogte vanwaar we de stroming goed kunnen zien. Dan landen we op de inham waar het platform met de hotelboot is. Mooie waterlanding!

Ontvangst, schoenen uit, kamers toewijzen en een drankje. Na de briefing is het sharktijd. Ze komen af op de vissnoeperijtjes die een medewerkers hen voorhoudt. De bullshark laat het vandaag echter afweten.

 

En dan gaat het echt gebeuren. In een supersnelle boot met twee (x300 pk) krachtige motoren gaan we eerst richting creek landinwaarts. Zelfs dan is het al flink ploegen door de harde stroming. Leuk om te zien, waar de man die deze onderneming opzette en uitbouwde ooit begonnen is. Een soort hippieplatform met hangmat, oude leunstoel en tentje.

Terug en richting de eerste, bredere opening gaat het. Heftig! Geweldig! Het gevoel, het gebrul van de motoren, het kolkende water... En we zijn er door, en nog eens terug en nog eens. Door de smalle opening doen we alles dunnetjes over. Nog harder en heftiger. Schuimende draaikolken, gillende mensen. We zijn met zijn achten en de kapitein. Maar alles valt even weg, er is alleen nog dat gevoel, het bonken, het spatten, de snoeiharde vaarwind.

Onze kappie weet precies wat hij doet, hoe hij het gat moet insturen om zoveel mogelijk water op te laten spatten. Wij, voorin zittend, zijn drijfnat op het laatst. Maar vooral, weet hij hoe hij boot en mensen veilig terug kan brengen. Twee andere ondernemingen hebben het hier ook geprobeerd. Maar die zijn ter ziele nadat ze hun boten verloren door net iets teveel te lang te willen.

Met een drankje puffen we uit en hijgen we na. Iedereen is nog steeds opgewonden. Gezellig samenzijn, sunset en barra-met-toebehoren.

 

Een man vertelt een verhaal. Kort geleden overleed zijn oma op bijna 100-jarige leeftijd. In een kastje vond de familie een kistje met onverwachte informatie over haar leven. Tot dan toe dacht men, dat zij van Italiaanse afkomst was. Vanwege haar baardgroei, zegt hij. Ze vinden papieren, rapporten, verslagen, die duidelijk maken dat ze een van de kinderen van de "Stolen Generation" is.

Zijn vrouw is er lacherig over. Het verklaart, zegt ze, zijn onrust en moeite om langer op een plek te blijven. En hij haalt zijn schouders op. Het is te lang geleden. Familieleden die zijn oma gekend hebben leven niet meer. Dan heeft teruggaan en land claimen ook geen zin meer, vindt hij.

Maar, hoe ze het beleven, ervaren? Die vraag krijgen we niet beantwoord.

 

Stolen Generation: Halfbloed Aboriginal kinderen werden door de overheid weggehaald bij hun ouders en hun gemeenschap. Ver weg groeiden ze -"blank"- op in weeshuizen of blanke pleegzinnen. Netjes en  christelijk, zogezegd. Een wet hiervoor "ter bescherming van het Aboriginal ras" werd aangenomen in 1920 en de praktijk duurde tot begin zeventiger jaren. Het is een trauma in de Australische samenleving, dat nog steeds niet geheeld is, zoveel is duidelijk.

 

W slapen heerlijk in een fantastisch gekoelde kamer in de mooie baai. Weer eens wat anders dan een TOY-bed.

 

Woensdag, 5 september 2012 - Van Sunrise in de Baai naar Sunset in Broome

 

Half zes staan we naast (dat kan weer eens!) ons bed. De zon komt niet veel later op boven de bergkam. Ontbijtje en dan hoppa, weer de speedboot in. Het is opkomend tij. En hoe. Meters water persen zich door de nauwe opening. De breedste van de twee openingen. De boot klapt op de bulten schuim en in de kolken. Met 20 knopen, de stroomsnelheid van het water, houdt onze skipper de boot op dezelfde plaats.

Vanmorgen gaan we niet door de smalle doorgang. Te heftig, te veel risico. Er zit een glijbaan van drie meter in met eronder een (te) diepe kolk. Wat een natuurgeweld is dit. En wat fantastisch om dit mee te maken.

Even bijkomen op de hotelboot en dan zien we in de verte het vliegtuigje aankomen. Nieuwe mensen komen en wij gaan. We vliegen op een paar honderd meter hoogte over de kustlijn. Prachtig! Over Cone Bay met een Pearl Farm en over de barramundi boerderij in Cascade Bay.

Om kwart over acht landen we en stapt een volgende groep in voor hun Horizontal Falls ervaring.

 

De buschauffeur van vandaag weet tijdens de halfuur durende rit aan berg informatie over ons heen te gieten. Zo komen we aan de weet, dat het grote vliegveld ten zuiden van Derby als Space Shuttle achterwacht dienst deed. De langste baan ter wereld is er en zodanig verstevigd dat het gewicht van de shuttle geen enkel probleem zou geven. Bij iedere terugkomst van de Shuttle werd alles in gereedheid gebracht voor een landing. Jammer genoeg is het er nooit van gekomen, zucht onze chauffeurgids.

 

Op de camping pakken we TOY en doen een bakkie-plus voor we de 230 asfaltkilometers naar Broome gaan rijden. Even buiten Derby is de Prisoners Boab. Plekken als deze waren pleisterplaatsen op de lange voettochten die Aboriginal gevangenen, geketend en wel, maakten op weg naar de gevangenis.

De giga dikke knoestige boom draagt letterlijk de littekens van een beladen verleden. Hoe lang hebben mensen hun boodschappen en initialen al in de stam gekrast! En zowaar, ze hebben zichzelf toch nog even aandacht in de toekomst weten te verwerven.

Ook hier worden we weer gepakt door de geschiedenis van de oorspronkelijke bewoners. Zo'n honderd jaar geleden werden jonge mannen ontvoerd, in de ketenen geslagen en in boten mee genomen om naar parels te duiken. Het verzet werd op bloedige wijze de kop in gedrukt.

 

De weg naar Broome is een nette asfaltweg door vertrouwde bossavannen. Mooi op lunchtijd zijn we in Cable Beach. Ingecheckt in het Caravan Park en dan om de hoek naar een van de twee befaamde tentjes (Zanders en Sunset Bar & Grill) . Uitzicht op zee en een goeie kaart.

En wie treffen we in de schaduw van een palmboom, onderuit in hun stoeltjes, lekker lezend? Vader Bob en zoon Murray!

Na de heerlijke spinaziesalade en nog zo wat lekkers, gaan we op zoek naar een paar voorzieningen. We vinden wat we zoeken. Een (voor G zeer aantrekkelijk bedrijventerrein) en vanaf morgen een ruime koele kamer in de Broome-Time Lodge. Kunnen we lekker chillen en aan 't werk. De voortdurende warmte, het stof, de vliegen, de muggen... We zijn het even zat!

De aftersunset beleven we ten volle onder het genot van een koel biertje en fantastisch eten met een heerlijk glas wijn. Via de grote tropische tuin van het aanpalende resort wandelen we terug naar de, nog steeds onrustige, camping. Met onze goeie vooruitzichten slapen we toch maar zoetjes in.

 

Donderdag, 6 september 2012 - Verhuizen

 

Half elf checken we in bij de Broome-Time Lodge, strategisch gelegen in de driehoek vliegveld, Cable Beach en het stadje. Kunnen we alle kanten op en dat is precies wat we van plan zijn.

Mooie studio (badkamer en keuken), ruim en koel, wasmachine, parkeerplaats voor TOY, zwembad in tropische tuin en aardige mensen. Hier houden we het wel even uit

Internetwerk, foto's bekijken en selecteren, schrijven en een vlotte lunch. G gaat met TOY op stap voor allerlei. Eind van de middag is er veel contact-geupdated, beddengoed en TOY stralend schoon. G zijn missie ten dele geslaagd.

Thuisdiner-voor-twee, regelwerk (internet) en we zien weer eens tv. Toch wel comfortabel, een eigen badkamer binnen direct bereik en een keuken op stahoogte. Ook over het bed mogen we niet klagen.

 

Vrijdag, 7 september 2012 - Broome Time-Out: one

 

Knus ontbijtje aan een heusch tafeltje met stoeltjes. G gaat op technische stap voor de long-range tank: op zoek naar nieuwe en betere steunen (liefst met veren) en een beschermplaat. Want het Munja Track heeft forse sporen achtergelaten en dat moet niet erger worden. Ik laptop enzo.

Uitsmijterlunch. mailen, internetresearch, bellen, schrijven... Halverwege de middag rijden we naar 'n stickerbedrijfje en dan de genieten we de sunset en goed eten aan Cable Beach.

 

Zaterdag, 8 september 2012 - Broome Time-Out: two

 

Niet goed geslapen na een slecht-nieuws-mailtje...

 

G werkt samen met Craig Jones (van de Broome Auto Excellence) aan de jankende stuurbekrachtiging. Nieuwe olie erin, oliekoelertje erbij en TOY is ouderwets fluisterstil. Goeie diagnose Craig! En dan ook nog motorolie verversen, nieuwe remblokken voorwielen en doorsmeren.

De smid snijdt een alubeschermplaat op maat en G plakt die later in de middag bij huize Broome-Time onder de long-range tank. Zo, kom maar op rotsblokken en keien! 

Ondertussen doe ik updatewerk, socialize via het internet en volg met een half oog het nieuws op ABC.

De BreukDag werpt koortsachtige schaduwen vooruit. Tja, en met reden, want het zijn de "zussen", die de organisatie van de verrassingsdag in handen hebben!

Als ontspanning, en nog voor G de beschermplaat gaan lijmen, shoppen we in het nabijgelegen winkelcentrum. Twee dagen gaan we zonder uitstap aan de gang, want zolang moet de lijm drogen.

 

Zondag, 9 september 2012 - Broome Time-Out: three

 

Een FantastischeFamilieReisdag is het. (Bijna) tropische temperaturen worden gemeten daar in Zeist. Via FaceBook/BreukBook en skypebeelden krijgen we een inkijkje. Leuk!

Ondertussen gaan we door met wat gedaan moet worden. Kijken naar de film "the Rabbitproof Fence" (over de Stolen Generation). En we vallen in slaap in afwachting van een tweede beeldskype-sessie met de Zeister woodlands. Oeps!

Bellen met N is een nachtelijke bezigheid met horten en stoten. Pas met de muntentelefoon in de lodgeburelen lukt het uiteindelijk. Heel even.

 

Maandag, 10 september 2012 - Broome-Time-Out: four 

 

Ons dagritme is verschoven. Oorzaak? Kunstlicht, ge-aircode kamer en communicatie met UpThere! Dus staan we ook later op. Paar dagen bijgeboekt, laptoppen en baantje trekken in het zwembad.

Na de middag gaat G weer naar de "Light Industrial Zone", dat hij al bijna kent als zijn broekzak. Helemaal blij komt hij terug. Nog meer puntjes op TOYse i-tjes gezet. Bijvoorbeeld, de smid heeft een mooi aluplaatje gemaakt voor een nieuwe en stevige led-achteruitrijlamp (welke samen met de mistlamp op een van de ribbelwegen van Cape York verloren ging). En nog wat olietjes, vetjes, sleutels 13...

Dan spoeden we ons naar het terras van een visrestaurant aan het zuidelijke puntje van het schiereiland bij pier en haventje. Vis dus met een lekker glaasje wit en veel te bespreken. Broome-thuis kunnen we ook nog ff een verkiezingsdebatje terugzien.

 

Dinsdag, 11 september 2012 - Broome Time-Out: five

 

Hele dag samen en goed bezig. Het vordert. Tussendoor zwemmen, eten koken, internetten.

 

Woensdag, 12 september 2012 - Broome Time-Out: six

 

Verkiezingen in NL. We zijn benieuwd, maar we lopen zes uur voor. Geduld dus. Eten bij Zanders aan Cable Beach. Later op de avond staan de foto's voor een deel op de site. We zijn heel tevreden over de dongel-uploadsnelheid. De stand van de exit-polls: een nek-aan-nek-race PvdA en VVD.

 

Donderdag, 13 september 2012 - Broome Time-Out: seven

 

G gaat naar Craig om het achterdifflock te checken. Zit ook water in. Laten we voor nu even voor wat het is. Beugels longrange tank vernieuwd en de stickers opgehaald. Luid en duidelijk komt op TOY te staan, dat we uit "Europa - Nederland" komen.

Nog eens de sunset zien en lekker eten bij Zanders. Laatste loodjes en de Kimberley-update is eruit. Het is nacht.

Tevreden vallen we in slaap. Morgen weer op weg naar nieuwe einders en verse avonturen.