home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
Australia 2012
::
north. territory
  • algemeen
  • victoria
  • new s. wales 1
  • new s. wales 2
  • queensland
  • north. territory
  • kimberley wa
  • deserts 1
  • deserts 2
::
reisverslag
Australia 2012 :: north. territory :: reisverslag

 

Route (3.792 km): Borroloola - Billengarrah (stn) - Roper Bar - Mataranka - Katherine - Pine Creek - Darwin - Lee Point - Borroboree Park Inn - (Old Jim Jim road, Red Lily Track) - Jabiru - Ubirr - Oenpelli - Cobourg Peninsula - Ubirr - Jabiru - (the falls) - Cooinda - Pine Creek - Katherine - (Gregory NP) - Timber Creek - (Keep River NP) - Zebra Rock Mine - grens Western Australia

 

 

Zaterdag, 7 juli 2012 - Dirt Road Rij Dag (vervolg) en Alcohol & Porno

 

Na de gridgrensovergang om twee uur rijden we verder op de rode dirtroad in de NT. We houden het tempo hoog, want naar Darwin zijn er nog heel wat k’s te gaan over wegen waarvan we geen idee hebben in welke toestand ze zijn.
Zo rond het middaguur valt de natuur stil. Sinds het Roadhouse zien we geen koeien meer, geen kangoeroes (dead nor alive), geen vogels! Niks, nie, niente.
Meestal is de weg goed berijdbaar. Meestal dus, want er zitten gruwelijke wasbordstukken bij. En er zijn dips natuurlijk en dips die uitlopen op creek-(=beek)-crossings, waaronder een paar hele mooie. En daar staan dan ook de vrije-kampeerders. Veel medeweggebruikers zijn er niet, in totaal krijgen we vijf tegenliggers te verwerken. Maar dat doet wel heel wat stof opwaaien. 

De savannen maken plaats voor bos, voor dun open bos zogezegd (savannah woodlands). Langs de weg staan met grote regelmaat mooie paarsbloemige struiken en soms een met geeloranje bloemen.

 

We vermaken ons. En als de zon lager staat en wij duffer worden, draait de i-Pod op volle toeren. Ook deze dagrit eist zijn tol. Ineens bengelt de lamp van de richtingaanwijzer buiten zijn holletje. Na de tectyleerbehandeling issie kennelijk niet op de goeie (offroad-proof-) manier vast gezet. Dat maakt G natuurlijk helemaal goed.

Na ruim 400 k’s bereiken we eind van de middag Borroloola dat midden in het Narwinbi Aboriginal Land Trust ligt. Dergelijke gebieden zijn er (behalve in het oosten) veel in Australië. Langs de weg staan borden die waarschuwen, dat alcohol ten strengste verboden is. Hier geldt dat ook voor porno. Gelukkig was TOY al voorzien van de G.B.A.V.W  (Geheime Bergvakken voor Arabisch Verboden Waar). Vervang Arabisch voor Aboriginal en de wijn is onvindbaar… En de porno natuurlijk ook!

 

Bij Borroloola treft ons het straatbeeld. In groepjes zitten mensen op het kruispunt of in de berm bij elkaar op de grond. Er gaan mensen te voet langs de weg. Ongekend. De Import (Europese) Ozzies zie je dat echt niet doen.
In de Super(Kleine)markt kopen we eieren en boter. Het Caravan Park van Borroloola biedt ons een echte grasmat. Fijn na al het stof! Naast ons huist een extended Aboriginal familie die een weekend uit is. Van een van de Aboriginal Land Trust gebieden richting Stategrens komen ze.

Oma komt al gauw informeren hoe dat met ons zit. In haar kielzog volgt de hele familie. Oma wil alles weten van TOY en van ons. Ze laat zich alles tot in de puntjes uitleggen. Maar, een foto mogen we pas maken nadat we onze blonde kleinkinderen (ja, ja, we buiten ze uit) op de i-Bet hebben laten zien. Verfrissend! 

 

 

We eten in de buurhotelbar heel behoorlijk. Vooral G’s local Barra (mundi) is prima. Wijn kunnen we krijgen maar pas nadat we een armbandje hebben om gekregen. De fles moeten we achterlaten, no matter... Tjaaa, dus drinken we hem maar helemaal leeg.
Later ontdekken we meer over het strikte NT-beleid t.a.v. alcohol. Drank kopen (in een zgn. bottleshop) kan tot een beperkte hoeveelheid per persoon (bv. twee flessen wijn), met paspoort-identificatie en alleen op bepaalde uren. Dat laatste verschilt van plaats tot plaats. Voor ons dus de kunst om de kooptijden uit te vogelen. 

 

De camping is, om half negen als we er terug zijn, in een middernachtelijke rust gedompeld. Alleen de coverband (hoe kan het dat die overal ter wereld hetzelfde klinken en hetzelfde repertoire spelen?) die in de buurt een feest opfleurt, laat nog een poosje van zich horen. Onze nacht mag beginnen. En dat vindt G helemaal niet erg.

 

Zondag, 8 juli 2012 - Een Schildpad op en Brand aan de Savannah Way

 

Om half tien beginnen we aan een nieuwe Savannah Way (route van Cairns naar Broome) dag. In de eerste kilometers asfalt na het dorp ontwijken we een G-voet-grote kleine schildpad.

 

 

Tijdens de fotoshoot stopt er een auto met een Aboriginal familie. Ze willen de kleine. Waarvoor dan wel, vraagt G, die nog even aan een huisdier voor de kids denkt. Een wereld van volkomen onbegrip klinkt uit de mond van mama, als ze zegt: TO EAT IT! Ons pleidooi voor het leven van dit lieve wezentje leidt tot niets. Kordaat pakt ze het op en weg zijn ze met hun delicatesse. Oeps, we troosten ons met de gedachte, dat het beest ook dood gereden had kunnen worden. Nu heeft zijn leventje nog zin gehad. 

 

De dag gaat heerlijk heen met een kleine 400 kilometer fantastische aarden weg. De afwisseling vandaag is weer groot. Zowel in de weg, die smal, breed, recht, glad, stenig, wasbord, gravel, zand, gaten, puf (meelachtig stof), wit, rood, grijs is…
Op de gravel (grind) delen gaat G helemaal los en half (of helemaal!) driftend schuift TOY door de bocht. En dat niet altijd tot mijn grote vreugde. Soms husselen we met 20 km dan weer schieten we op met 70 km per uur. Creekcrossingen zijn er volop en een enkele rivier steken we over via een betonnen doorgang (causeway).

In het begin van de dag hebben we een paar langzaam rijdende auto’s voor ons. Een hels karwei is het om er voorbij te komen. Zorgen dat we gezien worden in de stofwolken. Lichten aan dus. Dan stopt men in de berm en kunnen we. Drie keer passeren we een auto met aanhanger en/of een boot op het dak met lekke band. Duimpie omhoog, want ze hebben geen hulp nodig.

Het landschap is heuvelachtig en er zijn bergruggen van rotsen. De begroeiing is nog steeds schriel met hier en daar een stevige gumtree. 


Er zijn verschillende bushfires gaande. Roofvogels cirkelen rond in afwachting van lekkere hapjes die voor de brand op de loop gaan. Wij volgen de loop van de Roper River (grens met Arnhem Land) later in de middag. Langs de oever zijn enkele vrije kampeerplekken. Het staat er stampvol. Niet ons idee van “vrij kamperen”. Op een van die plekken brandt het hevig. Maar het is onder controle van de brandweer. Ze verbranden het gele gortdroge gras nadat het gisteren bijna mis ging en kampeerders ternauwernood konden ontsnappen aan de vlammen.

We genieten van de blauw en geelbloemige struiken die we ook vandaag weer zien en in de loop van de middag van bijzondere wolkenformaties. De temperatuur komt tot de 30 graden, maar daar hebben we niet zo’n weet van met de fantastisch werkende airco. 

In de verte zit een kangoeroemama met haar Joey midden op de weg. Ze bekijken ons een poosje voordat ze weg hoppen. Een gansachtige vogel weet zich juist voor TOY de lucht in te wieken. En wat te denken van de roofvogel die met zijn prooi, een zwarte slang, pal voor de voorruit wegscheert… 

 

Om vijf uur bereiken we de campground van “Roper Bar". Dit is de naam op de kaart en het is wat het zegt, hoewel er ook een winkel gerund wordt. We gaan de betonnen oversteek van de Roper River over naar de overkant en weer terug. Een prachtige brede snel stromende rivier is het. En een leuk idee, dat we er toch al even waren. In Arnhem Land dus.

In Roper Bar (de échte Crocodile Dundee hing hier ook een poos rond) een paar kilometer verderop, of eigenlijk terug, betalen we voor de camping en kopen een paar dingen. Op de campground zijn er burenbabbels en vriendelijke adviezen voor onze verdere trip. Nieuwe dingen horen we niet vaak meer. Behalve vandaag. Een meneer wijst ons op het Cobourg Schiereiland. Permits schijnen makkelijk te krijgen. Misschien een goed alternatief voor de trip door Arnhem Land naar Nhulunbuy,  een kleine 700 km over dirtroad die je binnen 24 uur moet rijden. We’ll see... 

 

En na het eten wordt onze rust verstoord als een buurman, met volop licht aan, zijn ouderwetse en dus hardklinkende (en stinkende) aggregaat aan zet. Gelukkig doet hij hem een uur later uit. Wat een rotdingen zijn dat. Op de meeste campings zijn er uithoeken waar mensen met hun aggregaat moeten staan of ze mogen alleen op beperkte tijd aan. Prima regeling.
Dan is het hoog tijd voor de douche. Genieten! En het koelt wat af gelukkig. Men vindt het hier nog steeds koud. Normaal is het een graad of tien warmer. Hebben wij even geluk! Lekker slapen. Geen aggregaat meer te horen, geen krekel, geen water … niets.

 

Maandag, 9 juli 2012 - Gestrande Aboriginal en Hai Stuart High Way

 

Voor negen`uur rijden we. De weg is inmiddels breed en goed. In de eerste kilometers is in de berm te zien, dat alcoholische drank aan de andere kant van de Roper River ten strengste verboden is. Overal bierblikken en flessen. Na 50 kilometer is de weg voorzien van een smalle strook asfalt. Nog steeds is het landschap heuvelachtig en mooi. 

 

Op een picknickplek stoppen we voor de koffie. Een Toyota Camry staat op drie wielen, de vierde is aan flarden zogezegd. Helaas pindakaas, het reservewiel past niet. Onder het afdak zit moeder op de picknicktafel, zoontje loopt rond en pa probeert wanhopig met zijn mobieltje in de lucht het gsm-signaal binnen bereik te halen. G checkt of we van dienst kunnen zijn. Nee dus. We bieden een lift aan om elders hulptroepen te mobiliseren. Ook niet nodig. Het laatste wat we zien is Ma die op een rots klimt. Mobieltje in de lucht, zoontje en Pa er achteraan. 

 

En dan is daar de Stuart HWY, de 1, de noord-zuid-weg die het continent a.h.w. in tweeën deelt. Wat een drukte is het vergeleken met 13 jaar geleden. Volop glanzende auto’s die campertrailers of caravans voortslepen. Sinds Sydney kregen we niet meer zoveel verkeer te verwerken. FF wenne dus. Verkeer en natuur! Gaat niet zo goed samen. Er liggen veel dode dieren langs de weg. 

 

Bij Mataranka duiken we, ik dus, in de thermale pool bij wijze van “sentimental journey” en in het restaurant van de Mataranka Caravan Park eten we een heel behoorlijke lunch.

Vanaf dan houden we de kilometerteller goed in de gaten. Precies op 250.000 k’s stoppen we en doen een rondedansje.

 

 

De roadtrains imponeren. Aan nederige verkeer hebben ze geen boodschap.  Ze gaan en wij passen aan en op!
In Pine Creek vindt TOY een mooi plaatsje onder een palmboom en wij in de schaduw. He, he, uitpuffen van het temporijden vandaag. Borreltijd en avondeten in het campingresto doen we met Eddy (Piek, geëmigreerd als 29-jarige) en zijn vrouw (Ella, sinds haar 6e in Aus). Dan is de toestand zowel in Aus als in NL weer voldoende doorgepraat en ook de belangrijkste dingen van onze levens.
Vanuit ons TOY-bed horen we zo nu en dan een passant op de S.H. (Stuart HWY). Gelukkig is het na de 33 graden vandaag wat afgekoeld.

 

Dinsdag, 10 juli 2012 - Darwin, TOY Weer Wit, Enzo

 

Onder een heel stevige straal douchewater begint de dag goed. Eddy en Ella zwaaien ons uit. De 230 km ("klm" op de borden) naar Darwin zoeven we over goed asfalt.
Lang leve alle navigatiemogelijkheden! Regelrecht rijden we naar DHL. En een paar blokken ervoor is er zowaar een TOY-passende carwash. Gesopt, geboend, gewaxt raakt TOY zijn rode kleurtje kwijt en staat stralend wit te wezen. Via DHL rijden we naar (Bridge) Toyota, dat vlakbij het centrum aan het begin van de S.H. zit. Een groot bedrijf is het en G spreekt Ernie, met wie we een nuttige telefonische en email-relatie hebben opgebouwd. 

 

In de “city” van Darwin herkennen we niks, behalve het interieur van het Novotel Atrium aan de Esplanade. We eten heerlijk bij de Thai en blijken genoeg over te hebben voor een take-away. Paar boodschapjes bij Coles en dan zetten we koers naar de (aanbevolen) camping Lee Point. Boordevol is het er, met grijze nomaden natuurlijk. Gelukkig vinden wij een plek in wat meer openheid en ruimte onder lieve boompjes met een lekker verkoelend zeebriesje. Alleen geen stroom!
Kuieren, lezen, zwemmen, e-mailen, wijntje, (kliekje) eten, naar de sterren staren en dat was weer een mooie Ozzie-dag.

 

Woensdag, 11 juli 2012 - Darwin Difflock Day 

 

Half zeven loopt de wekker af. Vijf over zeven zijn we de derde auto bij Bridge Toyota. Niet veel later komt een gestroomlijnde organisatie tot leven en de Toyota’s in maten en soorten blijven binnen stromen. Een heleboel Esthers, Marinussen, Nieken en Rienen hier. We nemen plaats met onze laptops en doen ons ding in afwachting… En gelukkig hebben ze koffie. Hele goeie ook nog! 

Even na twaalven is de proefrit gedaan, heeft G geïnspecteerd en betaald. En wij? Wij hebben weer een TOY met een werkend lock op het middendifferentieel. Taaarááááá!
Ook deze monteur-van-TOY-dienst denkt dat de oorzaak leeftijd en intensief gebruik is. Vooral diepe waterdoorwadingen (en die hadden we, in Mali en Mongolië!) en dus grote snelle tempverschillen kunnen een rol spelen. “No worries”, vindt hij, TOY kan zo weer tien jaar vooruit. 

Doug met wie we de wachtochtend doorbrachten (de meeste klanten laten zich door de courtesybus naar het centrum of elders brengen), moet natuurlijk nog even onder de motorkap kijken. Hij heeft ook een 100 en alle ervaringen zijn tot in detail uitgewisseld. 

 

We lunchen bij onze favoriete Thai, doen boodschappen, worden door Tourist Info naar de Northern Council gestuurd voor de benodigde permits (door Arnhem Aboriginal gebied). En weer terug naar Tourist Info waar we vervolgens met nieuwe namen en adressen vandaan komen… We geven het op. Voor nu. 

Van onder de bomen aanschouwen we het kampeerverkeer. En we drinken, zwemmen, lezen, luieren en wandelen. G’s Opa-hart krijgt weer even lucht. Twee lieve buur-luier-mannetjes zijn blij met ballonnen.
Ook vandaag is het Thais Kliekjes Dag. Gelukkig blijft het helder, zodat het minder sweaty is. Met de nodige muggenbeten vleien we ons onder het laken.

 

Donderdag, 12 juli 2012 - Campingdag 1

 

Rustig ontbijt (broodjes parmaham!), was draaien, internet, belasting betalen, poetsen, ruimen, websitewerk, zwemmen, drankie… Een gewone campingdag dus.

 

Vrijdag, 13 juli 2012 - En nog zo een… Campingdag 2

 

 

G brengt de meeste tijd door in de beschaduwde kampkeuken, waar de wind doorheen trekt. Hij krijgt gezelschap van twee jongens met laptops en andere digi-apparatuur. De ene, de nerd, helpt het laptop probleem oplossen. En ze praten heel wat af. Ik schrijf ongestoord door in de schaduw van TOY en voor de afkoeling duik ik in het zwembad. We bellen met Zoë (“Hoe is Australië?”) en sturen over en weer foto’s.

Eind van de middag zien we de moeder met twee dochters en babyzoontje voor de derde keer op de camping komen. Bijzonder. Ze reizen zonder eindtijd. Moeder doet homeschool en voor dag en dauw breken ze op voor een dagexcursie (vandaag oorlogsmuseum). Om half acht is de hele familie in de (Maggiolina-)daktent verdwenen. Met de kids is contact te maken, met moeder amper.
Met nog meer muggen- en midge- (vert. dwergmug; bijna onzichtbare gemeenbijtende beessies)-beten duiken we in het schoon gewassen bed.

 

Zaterdag, 14 juli 2012 - Campingdag 3

 

Tot half vijf gaat het op ongeveer dezelfde voet verder. De buren met-vijf-zoons zien een gele boomslang (niet erg giftig) en wij dus ook. 
In het dichtstbijzijnde shoppingmall (Casuarina Centre) constateren we dat er een uur gratis wifi is en voor het uploaden redelijk snel werkt. We worden aangesproken door Erik (NL-nummerbord-herkenning!), die heimwee heeft naar NL. 


Aan de jachthaven (Cullen Bay) waar je volgens Erik heel best kunt eten, zien we nog net de zon in zee zakken. En dan kleurt de horizon rondom in mooie lila tinten. Heerlijk is het bij de Griek met wit tafellaken, attente bediening, heerlijke wijn en eten. We toasten op Ada, die vandaag 65 wordt. Koffietje toe bij de Italiaan en terug naar de camping.

We hebben Franse buren gekregen, die een auto hebben gehuurd en een tent. Maar een zonder tentbaleinen. Met onze waslijn hebben ze voor de drie kids een nachtonderkomen gecreëerd.
Na een verfrissende douche duiken we onder het dons, nou ja, het laken. Tevreden slapen we in, de update is bijna klaar!

 

Zondag, 15 juli 2012 - Campingdag 4

 

 

Na broeierige nacht volgt een even broeierige dag. Onder het keukenafdak en met het zwembad bijdehand, is het goed uit te houden. Queensland is klaar. Morgen uploaden en hopen dat de verbindingen in de Casuarina Shopping Mall een beetje willen meewerken. Onze benen zijn een mess. Midges hebben er een zootje van gemaakt. En jeuken dat het doet!

 

Maandag, 16 juli 2012 -  Terug naar de Camping, Rooinek & Hairyback

 

Bij het vertrekklaar maken geef de koelkast “error” in de display, hij doet niets meer. Licht in TOY doet het nog wel. Camperaccu heeft stroom, ergo koelkast kapot. Na tien lange jaren dienst, is dat niet gek. Nog een geluk dat we in Darwin zijn.
Waeco-adressen gezocht en via de Casuarina Mall komen we bij een bedrijf, waar na doormeten wordt geconstateerd, dat ie prima in orde is. Blijkt, dat ie kapte door te lage spanning van de camperaccu..uh..uh.. We namen aan dat alles (licht, waterpompje, koelkast) pas stopt als de camperaccu leeg is. Nee dus… 

 

Okee, we zijn nu toch in de richting, dus gaan we door naar Palmerston, waar het NLC zetelt. Kunnen we de permit voor Cobourg Peninsula regelen (na eerder e-mail contact). Janet maakt alles in orde terwijl we (goeie salades) lunchen. Blij rijden we terug naar Darwin met de permit (voor het NP en de passage door Aboriginal Arnhem Land) op zak.
Terug in Casuarina benutten we het gratis uur wifi. De voortgang op de wereldwijde digiverbindingsweg varieert van wasborddirtroad-slakkengang tot snelweg-snelheid. Dat gedoe is niks voor G. Hij besluit dan ook zich een 4G-dongel aan te schaffen…! De oplossing! Nou ja…! vooralsnog is het een en al gemier. Het werkt niet en dat kost nog meer gedoe, irritatie en tijd. Want beloven is één, waarmaken een totaal andere werkelijkheid voor de leverancier. Wordt vervolgd morgen… Net als het uploaden trouwens! 

 

Op de camping hangen we TOY aan de stroom, eten een danig gekruide soep en hebben een gezellig uurtje met een Zuid Afrikaans ouder echtpaar. Sinds 9 jaar zijn ze bezig zich hier te vestigen. Als ze heel veel geld neertellen, is het zo gepiept. Maar dat weigeren ze.
Ze zijn drie van hun vier kinderen gevolgd. Natuurlijk gaat het over de (in hun ogen) verslechterende situatie in Z.A., over apartheid, over Mandela, politiek… Hoe ze zich bedreigd voelden, over de scheidslijnen die door de maatschappij en tot in hun familie lopen. Zij is van Engelse (Rooinek) hij van Afrikaander (Hairyback) komaf. Ze vertellen over de achtergrond en anekdotisch over zijn oudoom Jacobus Daniel Opperman naar wie hij genoemd is en die een hoge generaal was ten tijde van de Boerenoorlog.
Terug in TOY googelen we en jawel daar is ome Jacob die stierf door een (Engelse Rooinek-) kogel in de kop bij “Onverwachts”. En dat kun je wel zeggen.

 

Dinsdag, 17 juli 2012 - Casuarina-Day en Cullen Bay Evening

 

Inpakken, weg en aan de gang in Casuarina. De Telstrashop heeft geen helpende technici voorhanden. G kan via het wifi van de verkopende zaak het internet op. Ik doe dat via het gratis uurtje van de Mall.
Rond de middag is de klus dan eindelijk geklaard. He, he! Lunch, boodschappen, tanken.
Op een terras aan de Cullen Bay met uitzicht op waanzinnige jachten en paleisjes aan de overkant van de jachthaven schrijven we kaarten, drinken een glaasje en eten we.

 

G vindt op het internet de oplossing voor het dongelprobleem (bij een niet-Engelse Windows versie moet er een Workgroup “Users” worden aangemaakt). Kan ie morgen de deskundigen een beetje helpen.
We doen een cooldown onder de douche en in de stille avond. Morgenmiddag naar Kakadu. Mét difflock. Het wordt tijd.

 

Woensdag, 18 juli 2012 - Van Nails Paradise naar Johnnie Cash

 

Om negen uur zitten we met de voetjes in een bubbelbad. Onderwijl bewerkt de massagestoel onze ruggen en frutst een Vietnamese dame aan G ‘s en een Indiase aan mijn voeten. Ook nog nooit in het “Nails Paradise” in Casuarina Shopping Centre geweest? Wij ook nu pas! Een uur later zijn onze handen en voeten weer helemaal klaar voor de bush.
Dan Darwiniaanse zaken afhandelen. Dat is, Telstra-date (het dongelgedoe wordt dus opgelost! dankjewel G!), shoppen (o.a. waterketeltje, koekenpannetje), inslaan fruit, wijn, diesel en bij Toll Marine Logistics informatie halen (over verschepen naar Indonesië) en 'n aanwipje bij Bridge Toyota. 

 

Het is 'n uur of drie als we over de Stuart HWY zuidoostelijk rijden en afslaan op de Arnhem HWY. We herkennen de afslag naar de Adelaide River waar de krokodillen uit het water opspringen voor een snack en zien weer waarom dit de Wetlands zijn. Corroboree Caravan & Camping Park is vandaag de eindbestemming. Ze houden er krokodillen en dat is te ruiken. Dierentuinluchtje.

 

 

Van de “grote” stad zitten we totaal-outback hier. Niks geregel. Betalen in de kroeg en gewoon ergens gaan staan op het terrein, inpluggen voor stroom als je wilt. En weer is er een in NL-geboren Ozzie die ons kenteken herkent. We wennen er aan. Hij komt dus voor een praatje.
Spullen ruimen, dongel proberen en naar het roadhouse (de kroeg dus) voor een meal. Het is basic, maar er is leuk volk. Paar kampeerders maar vooral mensen die hun leven langs de (outback-)weg leven. Hier overnachten ze in een van de cabins en drinken hun biertje. De pool(biljart)- en barruimte wordt redelijk gekoeld door fans, maar de ruimte waar je het eten bestelt niet! Mijn hete hemel! Daar staan tientallen frisdrank koelkasten en die geven me een dot warmte af. Heftig.

Dat hebben wij weer… Er speelt een gast in de sfeer van Johnnie Cash, zeg maar. Hij doet het helemaal niet slecht. Zijn vouw, een jongeman en wij zijn zijn publiek. De rest drinkt, poolt, kletst en kijkt de voetbalmatch op t.v. Ruige tiepjes. Aan de buitenkant natuurlijk.
Hoe mooi een avond ook kan zijn. Zo grondig anders dan gisteren op chic aan de jachthaven. Geweldig!

De sterren worden noch door maan noch door wolken in hun stralende aanwezigheid gehinderd. Helder is het en het koelt af tot bijna fris. Dus is het heerlijk om onze fraai gepedicuurde voetjes onder het donsdek te schuiven.

 

Donderdag, 19 juli 2012 - Difflock Day!

 

Yes, vandaag hadden we ‘m nodig en hij deed het! Bijna waren we het misgelopen als we het advies van onze camping-, tavern-, winkel-, bar- en (dus) roadhouseman hadden gevolgd. Wij hadden bedacht de Old Jim Road te nemen vanaf de Arnhem HWY en dan in een boog terug. Niet doen, vond hij, in het tweede deel is niets te beleven. Beter door te gaan naar de Kakadu HWY en lekker kamp te maken op de Sandy Creek Camping Area. Prachtig is het daar! Aldus…
Maar ja… Prima rode dirtroad die Ouwe Jim, maar het hoogtepunt van de (onze!) route zou ‘m zitten in de Alligator (Billabong) crossing. Dus aangekomen bij de splitsing van onze en de roadhousebaas-route volgen we ons eigen instinct.

 

 

En in wat een hoogtepunt belanden we. Het Red Lilly Track leidt door een schitterend deel van de Kakadu Wetlands. Billabongs (kleine meertjes, vijvers) met waterlelies en vogels. Ganzen bijvoorbeeld. Het meeste indruk maakt de Jabiru, een ooievaar. Indrukwekkend groot, als hij opstijgt zie je de enorme spanwijdte van zijn vleugels. Wauw! We doen verschillende pogingen om hem te fotograferen. Het lukt, zij het op afstand, zij het bewogen. En we zien zwarte wilde zwijnen. Veel groter dan op Cape York.

 

 

En dan is er het pad, dat lekker meekronkelt met the South Alligator River. Twee geweldige doorwadingen doen we. En jawel, we hebben de difflock nodig. Halleluja! Overigens, desgevraagd meldt G dat ie er toch wel door was gegaan, maar dan met meer vaart om weer op de andere oever boven te komen. Enzo, voelen we ons helemaal in ons offroad-element. 

 

Het Bowali Visitor Centre aan de Arnhem HWY bij Jabiru (een klein mijnplaatsje, ijzererts) is de volgende stop. De grote parkeerplaats toont de populariteit van dit park. Nu is het er rustig. We bekijken de expositie en komen zo achter de naam van onze ooievaar (Black Necked Stork ofwel de Jabiru). Mooie uitstalling en een prachtig gebouw. Dan rijden we op asfaltsnelheid naar Ubirr (aan de grens met Arnhem Land). Waarbij helaas een witte kaketoe het leven laat tegen TOY’s stevige bumper. Da’s even schrikken. 

 

We vinden een mooie plek op de prachtige natuurcampsite (Merl) van het park. De ranger, leuke jonge meid, komt het geld innen en weet weinig van de weg naar het schiereiland. We hebben er gruwelverhalen over gehoord, van tien uur rijden voor de 200 k’s er naar toe.  

Er is hier een aardige horde nare muggen actief, meldt ze, vanaf zonsondergang tot laat in de ochtend. We versnellen de kook- en eetsessie en hebben het heel knus binnen. Alle begaasde doorlaten zijn open. We voelen een lichte afkoeling en hebben geen last van muggen.

 

Vrijdag, 20 juli 2012 - Arnhem Land & Garig Gunak Barlu NP

 

Om kwart over acht rijden we over de causeway (betonnen wegdam) door de East Alligator River Arnhem Land binnen. Het is een getijdenrivier en we hebben dan ook een lijstje met de laagwater-tijden. Want alleen dan kunnen we de rivier over.

Op het eerste stuk zijn er fris-groene wetlands rondom en voor ons verrijst een steile rotswand. Prachtig! Later rijden we door bossen met geel gras en noordelijker komen er palmbomen bij. Op veel plekken heeft het recent gebrand en smeult het na. 


Een sticker op de voorruit is het teken dat we een permit hebben. Niet dat er iemand naar omkijkt, we zien überhaupt helemaal niemand, maar toch… De voorschriften en restricties zijn velerlei en streng. Zo mogen we bijvoorbeeld niet stoppen. Nooit en nergens! Behalve in noodgevallen natuurlijk! Wij hebben er sowieso al twee. Een om de ramen te poetsen, want met de zon erop is foto’s maken een crime. En nog een keer voor ons koffie-elfuurtje. Pure nood toch?
Je moet compleet jezelf kunnen redden in alle opzichten. Alcohol mag je in je auto hebben (!), maar drinken in Arnhem Land? Ten strengste verboden. Gelukkig wordt over porno niet gerept. Er zijn regels in algemene zin en regels geldend voor Aboriginal land en voor het natuurpark.

260 Kilometer is het tot de campsite door leeg gebied. Naast Oenpellie (niet ver van de oversteek) is er in het noorden nog ‘n nederzetting, samen goed voor 1.500 inwoners. En daar gaan we dan.

De weg is gelukkig niet zo erg, dat je er tien uur over doet. In ieder geval wij niet. Er zijn grove ribbels van de ergste soort. Soms vrees je voor je gebit (bij-wijze-van-spreken). En anders wel dat TOYaan alle kanten onderdelen zal verliezen. Eén andere auto is op weg naar het park en vijf komen vanuit het noorden terug.

 

 

Om een uur of drie parkeren we TOY in bivak-stand. Hehe, da’s wel lekker na 260 dirty kilometers. Naast ruim uitzicht (en wind!), beschikken we over een vuurplaats (hout hebben we onderweg gesprokkeld), een zonnescherm (zeil gespannen tussen vier stevige palen, ook heel geschikt voor G’s hangmat) en een picknicktafel. En dan is het tijd voor lunch, hangmatten, lezen, luieren, eten voorbereiden, genieten van de rust en stilte. De oceaan (100 meter verderop) is vaag hoorbaar.
Eind van de middag is er een grote vogel die zich met het nodige kabaal door het struikgewas beweegt en die we in het invallende duister nog net kunnen fotograferen (Pheasant Coucal, een fazant dus). Zo’n beetje tenminste. En er zijn muggen. Met de nodige stinkmiddelen bespoten, mijden ze ons redelijk en ook het kampvuur helpt. Voor de warmte hoeft het niet.

Ons bivakdiner vanavond is: nasi garni (augurkjes en gebakken ei). En een wijntje! En voor het slapen gaan, douchen we. De zonnepanelen hebben het water lekker warm gestookt. Heerlijk! Dan wandelen we onder de heldere sterrenhemel door regelrecht het bed in. Mmmmmm…

 

Zaterdag,  21 juli 2012 - Ongerept Strand en Smithpoint Sunset

 

Comfortabel is het, om nergens heen te hoeven en niets en niemand om je heen te hebben. Opstaan als het vanzelf gaat, ontbijten zo lang als we willen en dan op pad. Het waait behoorlijk vanmorgen. We wandelen langs het ongerepte strand. Prachtige schelpen, stukjes van het koraal. droogvallende rotsbodem, schoon zand, door de zee ontwortelde en door de zon wit-gebrande boomstammen. Geen teken van menselijke bemoeienis.
De zon is heet en we verbranden. Nee, we komen niet te dicht bij de waterlijn, want ook hier hebben de kroks het voor het zeggen. We speuren, maar zien er geen. Jammer. Ook niet op de krok-oversteekplaats (van zee naar billabong v.v.). Je zal het maar treffen! Koffie, lunch, rangerbezoek (met aandacht en nuttige informatie). 

 

In de casuarina’s rondom ons zitten een drietal Redtailed Black Cockatoos (zwarte kaketoes met rode staarten, bij de jonkies -zie foto- is dat nog geel) de takken kaal te smullen. Schitterend!

 

 

G gaat in de hangmat nadenken over de diepere dingen des levens. En dat doet hij heel grondig en  geconcentreerd en ik maak vast een maaltijdsoep klaar. Makkelijk als we na de sunset op Smith Point (op het westelijke puntje) terug komen.

Om vier uur zitten we aan het winderige sunsetpoint. Prachtig uitzicht naar twee kanten, ongereptheid en rust. Kuieren, hapje, drankje en over zee staren als om half zeven de grote oranje bal achter de horizon verdwijnt. De wolkenloze hemel maakt dat het niet echt spectaculair is. Romantisch des te meer natuurlijk!
Het is maanloos en fris vanavond. Maaltijdsoep, kampvuur, drankje, slapie… Het leven is niet zo ingewikkeld.

 

Zondag, 22 juli 2012 - De Lange Weg terug en Dia’s

 

Tijdens het ontbijt kijkt van enige afstand een Walibi toe. Natuurlijk hupt hij weg als ik het fototoestel pak. Vanmorgen spreken we een paar mensen. De campsite is een mooi stuk natuur met ruim van elkaar liggende plekken die ingericht zijn voor kampeerders. Alleen bij het toiletgebouw tref je elkaar eventueel. Zoals nu. De mannen mopperen. Het schiereiland wordt geroemd vanwege de natuur, de afgelegenheid en de fantastische vismogelijkheden. Maar nu ff niet. Al dagenlang wordt er niets gevangen. En daar rij je dat hele rot end dan voor!
We voelen ons outlaws wat dit betreft. Wij houden niet van vissen (vangen!), terwijl voor de rest het leven van de mensheid hier om VISSEN draait. 

 

We vertrekken via de coastal drive, een 20 km-lang slingerend kustpad. Schitterende uitzichten op de oceaan en de baai, er zijn rotspartijen, knoestige bomen geveld door de zee of orkaan en witte en roodbruine stranden. We zien sporen van… Jammer, maar hier schiet onze (geringe) kennis ernstig te kort. We gokken op leguanen, kroks, dingo’s en klein spul. We genieten van het zand onder de banden, van het bos, de billabongs met witte boomstaken.
En G is vanmorgen wel heel uitgeslapen. In de zee herkent hij (al rijdend!) een krokkop tussen rotsblokken. Knap. En gaaf, hebben we er toch nog een gespot!

 

 

We steken over naar Cayman’s Point aan de de andere kant van de landtong, een prachtige plek. Drinken er koffie en genieten. 

 

Bij de uitgang van het park lunchen we en dan diep adem halen en gaan! De lange weg terug. We hebben de banden nog verder af laten lopen en dat lijkt ietsje meer comfort te bieden. Van de hele route schatten we dat 75% lijdt aan ernstige vormen van ribbels, wasbord, corrugation… Rothobbels dus. Het blijft zoeken naar de beste snelheid en opgelucht ademhalen bij de stukken waar het even weg is.
Acht toeristen op weg naar het NP tellen we. De ranger zei al dat het druk zou worden. Bijzondere ervaring is het, dat je niet mag stoppen en nergens anders heen kan. 

Om half vier staan we voor de causeway. Het is afnemend tij, het water stroomt met behoorlijke snelheid richting zee. Merkwaardig wit van kleur is het. Er staan toeristen op het uitkijkpunt. Ze fotograferen onze heroïsche overtocht terug het Kakadu NP in. 

 

In de borderstore (Ubirr) leggen we een boottocht vast en kopen een take-away maaltijd. Dan uitrusten op de Merl campsite tussen kleine campertjes. Opvallend veel zijn het er. Twintig meter verderop zijn Nederlanders. Gettetter, ruzie, veel geluid. Niet iets om trots op te zijn. G gaat zich als Medelander bekend maken. Weten ze dat ze gehoord worden. Het werkt.
Wijntje, Border House Hap en om acht uur zitten we bij het toiletgebouw met twintig anderen klaar voor een diavoorstelling over de AockArt, de bijzondere Aboriginal rotsschilderingen in dit gebied. 

Sommige zijn ouder dan 50.000 jaar, maar ook zijn er recente afbeeldingen van een “vliegende kangoeroe“ (d.i. een vliegtuig t.t.v. de WWII). In een samenleving, waar het geschreven woord niet bestond, was dit de manier om informatie door te geven. Over wetten en tradities, over gezondheid, het vinden en klaarmaken van voedsel, over de schepping (dreamtime). Vooral de manier waarop de inheemse mens omging, omgaat, met de natuur, de wereld, is indrukwekend. De Aboriginal-cultuur gaat uit van samenleven mét de aarde vanuit respect en vertrouwen. En niet leven ván de wereld (d.i. als economische grootheid), zoals wij dat doen. 

 

Op de campsites is het stil en donker op een enkel kampvuurtje na. We zitten nog even en kijken op naar de sterren. Ergens tussen de bomen zien we het begin van een nieuwe maan. Over het stikdonkere prachtig tropische bospad wandelen we naar de douche. En dan lekker slapen.

 

Maandag, 23 juli 2012 - Aboriginal RockArt, Speerwerpen, Kroks en Piepje

 

Ik vergis me een uur en tegen achten al zijn we klaar voor vertrek. In plaats van een snelle long black (mok koffie) hebben we dus tijd voor een ontbijt in de Border Store, onze favoriete en het enig aanwezige etablissement in de verre verre omtrek.
Om negen uur begint de eerste rangertalk. Sara en Markus vewoorden de verhalen die rotsschilderingen te vertellen hebben.

 

 

Rockart, Markus, Opa Big Bill Neidjie en Kakadu NP

 

We staan in een grot bij een reeks schilderingen, die uitleggen hoe je dieren (vissen, schildpadden) vangt, verwerkt en welke delen het lekkerst zijn. Of wanneer je vis kunt eten, hoe je krokodillen te slim af kunt zijn... Leuk zijn de zogenoemde “contactschilderingen”. Een wit mannetje op de rotswand vertelt over de ontmoeting met een blanke. (Overigens, de Aboriginal naam voor blanke is Balanda, wat een afleiding is van “Hollander”. Via Oost Timor en het voormalige Batavia, waar de Nederlanders al langer voet aan de grond hadden, bereikte het fenomeen “blanke” dit gebied.) 
Erg belangrijk zijn de tekeningen van de Mimi-spirits. Geesten dus. Ze zijn altijd om je heen. Nu ook, vertelt Markus, een Aboriginal ranger. Ze zien en weten alles, ze zijn sterk en heel lang. Ze halen het plafond (van de grot) naar beneden, schilderen hun afbeelding en doen het plafond weer terug. En er zijn schilderingen van de dreamtime, de scheppingsverhalen.
Markus. Markus is de kleinzoon van een beroemd man. Big Bill Neidjie heeft ervoor gezorgd dat de verhalen, de geschiedenis, de wetten, de tradities, de liefde en verantwoordelijkheid voor de wereld en de spiritualiteit werden opgetekend. Ongekend in de Aboriginal wereld, waar dit alles alleen aan ingewijde wijzen mondeling mag worden doorgegeven. Maar Bill voorzag de teloorgang van de eindeloos oude tradities en cultuur van zijn volk, de Gagudju en van de natuurwereld die de hunne was. Tot de komst van de blanken een ruime eeuw geleden.
Hij heeft gestreden voor het stukje wereld, dat hij in opdracht van zijn voorvaderen moetst doorgeven. Hij heeft de communicatie tussen de Europese en de Aboriginal wereld op gang gebracht. In 2002 stierf Big Bill, de Kakadu-man, op 90-jarige leeftijd. Markus vertelt over de traditionele begrafenis.
Dankzij hem, en andere wijze mannen als hij, is Kakadu NP wat het nu is.

 

Het is mooi om Markus te horen vertellen. Grootvader vertelde hem de verhalen toen een klein jochie. En, zegt hij met enige verbazing, nu (31 jaar oud) komen ze uit mijn mond. Sara, een jonge wetenschapster, is op een andere manier prachtig. Respectvol en gepassioneerd voor de Aboriginal cultuur.
Op drie plaatsen in de Art Gallery (d.i. een beschermd gebied met rotsschilderingen) vertellen ze. We zijn onder de indruk en kopen later een (van de) boek(en) van Big Bill. 

 

Het allerlaatste stukje maken we niet mee. Ons wacht de cruise op de East Alligator River. Stroomopwaarts varen we. Het is een Cultural Cruise, d.i. van en door Aboriginals. In het eerste half uur al spotten we een stuk of tien krokodillen. In maten en leeftijden varierend. Als ze vanuit zee de rivieren opzwemmen zijn ze lichter van kleur. Dat zijn de salty’s. De zoetwaterkroks zijn een stuk kleiner en hebben een spitse snuit.

 

 

Op een rots aan de Arnhem Land oever demonstreren de jongens hoe je speren werpt en andere jacht- en vistechnieken. Leuk! 

 

Salade in de Border Store en op naar Jabiru (50 km). En jawel het irritante piepje (dat zijn piepjes nu eenmaal) is er nog steeds. Ook op asfalt. Het begon ergens onderweg naar het noorden, op de wasbordribbels dus.
In Jabiru banden opgepompt, boodschappen en door naar Sandy Creek aan de Kakadu HWY. Geen leuke plek, vinden we. Terug naar de campsite van het NP waar we eerder langs kwamen, Muirella Park. Leuk, eenvoudig en gezellig wat medekampeerders. Ook hier horen we Frans, Duits en vandaag ook weer Nederlanders.

We hebben schaduw en … nog steeds die piep. Eigenlijk heeft G geen zin in sleutelen, hangmatten is meer zijn idee om de warme late middaguurtjes te besteden. Maar zijn genen dwingen hem onder en in TOY. En zo kan het gebeuren, dat hij het euvel vindt. Bodemplaten, die op elkaar liggen en hun rubber zijn kwijtgeraakt. Bijkomend voordeel, het verklaart ook het zand en vocht dat we eerder onder de mat vonden. We hebben rubbersiliconenkit aan boord. Helaas iets te weinig, dus gaan we morgen terug naar Jabiru en proberen nog wat van dat spul te vinden. De Jim Jim Falls schuiven een dag op. Maar, who cares!

 

 

Een maansikkeltje, kampvuren, sterren, een koele douche en koele nacht! En dan natuurlijk mooie dromen van verdwijnende piepjes…

 

Dinsdag, 24 juli 2012 - Piepje? Piep! & Vakantie in Jabiru Gagudju Lodge
 
Geen gehaast vanmorgen. Het is dan ook alweer goed warm als G de boel en de bestuurderstoel gaat terug monteren. Oeps, maar wat is dat? Nog steeds een piepje? Samen doen we nog een sessie duwen, trekken, hopsen op de achterbumper (ik!), luisteren hier, kijken daar…

Bij het toiletgebouw ontmoet ik de mensen met het zwaar (geestelijk en lichamelijk) gehandcapte meisje Tracey, die we eerder bij de diapresentatie in Merl (Ubirr) ontmoet hadden. Ze blijken de pleegouders. Tracy kwam bij hen toen ze 7 maanden was. Het kind zou hooguit twee jaar worden. Begin vijftig waren ze toen. Nu zijn zij en hun dochter 13 jaar ouder. Deze vakantie, met campertrailer, is voor haar geweldig. Voor hen is het keihard werken. Hoe het verder moet als ze nog ouder worden, weten ze niet. Moeder heeft artrose en het kind wordt steeds zwaarder. Opgeven zou betekenen, dat Tracy in een huis voor oude mensen zou komen… 

 

Vóór het terugplaatsen van de matten, bedenkt G dat ie meteen even alle nu zichtbare bouten en schroeven kan kontroleren. En awel zulle! Zitten me daar de boutjes van de middenconsole toch een partijtje los te wezen! Aangedraaid en … weg piep! Heeft mijn technische wederhelft me daar even twee problemen de wereld uit geholpen: lek én piep. De moraal: het geluk is dus niet alleen met de domme!!! 

 

Blij rijden we de 30 km naar Jabiru en kopen bij de Bakery mooie Apfelstrudeltjes en in de autoshop van het tankstation siliconenrubber en andere vernuftige reparatiedingen.
Op de luxe camping (zwembad, GSM-signaal, bomen, gras, restaurant, wasmachine, goed sanitair…) doen we een feestelijk koffieuurtje. En terwijl ik aan de rand van het (mooie tropische) zwembad aan het (syberisch) koude water wen, ligt G onder TOY voor de aller aller aller zekerste zekerheid nog wat siliconen aan te brengen.
En dan: luieren, lezen, internetten, samen zwemmen, blij zijn, eten bij de zwembad-Bistro, met zanger en Cathy uit Sydney. Koele muggenloze avond en lekker lang buiten… Blijven nog een dag!

 

Woensdag, 25 juli 2012 - Nog een Dag dus

 

Ontbijt, koffie, wasmachine draaien, koffie met koekje, kuiertje, lezen, schaduw zoeken, mmmm… briesje, zwemmen, drankje, chatten, mailen, fb-en, wf-en, bellen, foto’s kijken en selecteren, luieren, eten bij de poolbistro, wijntje, …

Beeldskypen met Joey en Olivia, die op vakantie gaan (BusCAndinavië). En Joey wil alles weten over de dag daar en nacht hier en over de (kangoeroe-)Joey’s. En hij is geintrigeerd ons niet ondersteboven te zien (uitleg = mooie taak voor de ouders…). Helemaal onze Joey (6 jaar)! En Olivia vraagt zich af of er ook olifantjes zijn in Australië.

 

Donderdag, 26 juli 2012 - Jim Jim

 

Na de ontbijtinpak, vinden we de Bakery terug en de supermarkt. Niet dat het groot is hier, maar wat er in dit dorp is, ligt op parkachtige afstanden van elkaar met een niet al te logische bewegwijzering.
Veertig kilometer later slaan we af van de Kakadu HWY op de 60 km lange dirtroad naar de Jim Jim Falls. De weg is helemaal niet slecht. Het grootste deel rijden we 90 kph. Voorbij de grader (haha) ietsje langzamer, maar nog steeds is het niet zo erg als men ons aankondigde. Vinden wij… 

 

Bij de campsite betalen we het bootje waarmee we de kloof bij de Twin Falls in kunnen en dan slingeren en hupsen we 10 kilometer over een pad met waterdipjes, keien en zand naar de parkeerplaats.
Er leidt een wandelpad door de kloof waar de Jim Jim Creek naar beneden duikelt. Nou ja, wandelpad. Nog geen kilometer lang, maar het is klauteren geblazen over stenen en rotsblokken.

 

 

En dat ook nog in de hitte. Hoe heerlijk is het dan om onder aan de waterval in het koude ("freezing" volgens bibberende Ozzies) water te zwemmen. Zwempak niet mee, dus wordt het een wet-t-shirt duik. Heerlijk. G klautert nog wat verder.
Op de terugweg biedt het natte pak een goeie koeling. Het is kwart over drie als we bij de parkeerplaats zijn. We beslissen niet nu haastig naar de Twin Falls te rijden (6 km verder).
Terughobbelen naar de campsite en installeren, boodschappen ruimen en vliegen wuiven. Net voor het eten klaar is verdwijnen de vliegen en duiken de muggen op. Vuurtje aan, kaarsjes, de koolbrander en repellents op en we eten nog best rustig.

De maan groeit en de contouren van de bergwand steken donker af tegen de bleke nachthemel. G stoot zijn kop aan de bedrand bij het binnenstappen. Tja, dat krijg je als ik het eerst naar bed ga…!!!

 

Vrijdag, 27 juli 2012 - Mooie Twin Falls

 

Half tien beginnen we aan de beklimming van de bergwand naar de bovenkant van de Twin Falls. Zwaar, maar heerlijk. We zijn alleen. De grote hordes zijn al geweest en het is nog net niet te warm.
Boven is het uitzicht prachtig. Op het plateau van glad geslepen roze rotsen waar de Jim Jim vanaf valt, genieten we van adembenemende uitzichten op de kloof en de vlakte erachter. Geweldig. 

Iets verderop vinden we een klein paradijsje. Een mooie waterpoel, wit zand, rotsplaten, palmen. We lunchen, rusten uit en we zwemmen. Jawel, ze zijn er, de krokodilvrije waterpoelen. Je moet er wel flink voor klauteren. En dat doen kroks niet. 

Om een uur varen we met het bootje door de kloof. Mooi zicht op de waterval vanaf beneden. Met plezier rijden we over het kronkelende en heuvelende pad terug. De oversteek van de Jim Jim Creek, a sixty-five volgens Dan de campingmanager, gaat weer vloeiend. Op het deel van het track erna is het een drukte van belang. Voor de passages wachten we regelmatig op uitwijkplekken en als wij iemand voorbij willen (we rijden blijkbaar sneller dan de meeste) gaat onze voorganger aan de kant. 

 

De 60 km lange rode stofweg rijdt snel, om niet te zeggen: fantastisch! Om halfvier melden we ons aan de receptie van Gagudu Cooinda Campsite. Met heel veel andere arrivals. Wat een overgang!. Eenmaal in het gebied voor de unpowered (geen stroom) is het weer rustig en bossig. Mooie plek. Zij het dat we richting schemering belaagd worden door hordes muggen. We zetten ons uitgebreide arsenaal aan bestrijdingsmiddelen in.
Shhhh…. er is toch water onder de mat (aan de bestuurderskant)! Water heeft niet veel ruimte nodig om door te sijpelen. Kortom, dat wordt weer knutselen. Maar niet vanavond. Nu douchen, omkleden en naar het campingresto. Goed eten is er en stroom, zodat we het laatste uurtje van onze dag via het wereldwijdeweb onszelf updaten en dingen kunnen regelen.
De maan is alweer op de helft, het koelt af en de muggen hebben het hazenpad gekozen. Hoe sympatiek!

 

Zaterdag, 28 juli 2012 - Kakadu Uit & Siliconen erIn

 

Ons plekkie is ver buiten zonbereik. Rustig ontbijten dus, hoewel een legertje muggen ons ophaast! Het nabij gelegen Aboriginal Cultureel Centrum is een mooi gebouw met een prachtig ingerichte expositie. Weer komen we (uitspraken van) Big Bill tegen. In de shop komen we een paar kleinigheden en G een t-shirt en dan hebben we 160 asfaltkilometers te gaan. 

 

Rond de middag zijn we op de Lazy Lizard in Pine Creek. Ons oude plekkie onder de bomen is vrij. De warme uurtjes luieren we, maar dan aan de slag! G gaat met de siliconen in de weer en ik ga een halve kool te lijf.
In het restaurant maken we kennis met Debbie (psychiatrisch verpleegkundige) en Steve (onderhoud elektriciteitcentrales), die in april in Las Vegas getrouwd zijn en sindsdien rondreizen. En weer is er een aanbod om op TOY te passen als we naar huis gaan. Maar ja, ze wonen in Victoria… 


Via directe lijntjes met NL worden we getipt voor carrotcake (“…de lekkerste van heel Australië…“) bij de Bakery in Pine Creek. Helaas, research te velde brengt de campingbaas tot de uitspraak, dat er op zijn minst sinds WWII geen bakker meer is. En wat waren we hier aan toe: een koele en muggenvrije nacht. Yes!
 
Zondag, 29 juli 2012 - Lazy Lizard & Luie Wij

 

We luieren nog een dag op de Lazy Lizard. Niet alleen vanwege de naam, ook het siliconenrubber (in de bodemplaatverbindingsnaad) kan dan verder uitharden. En TOY staat zo heerlijk. Het is knap fris vanmorgen. Wat een verschil met de broeierige en vochtige warmte van de laatste tijd en geen mug meer te bekennen. Heerlijk.
‘n Dag op de camping dus. Onderbroken door een kuiertje in historical Pine Creek. Jawel, er staat nog een golfplatengebouwtje uit de begintijd (1870-ies). En (héééééé Ella) dat wás de Bakery (voor de miners t.t.v. de goldrush). 

 

 

Er is markt. Nou ja, markt, meer een marktje, of eigenlijk, … een paar kraampjes zijn het met een Reiki-dame en een dame met tweedehandsspullen voor ‘t goeie doel. Eten in de campingkroeg (bediend door Belgische Joke die haar laatste dagen uitwerkt voor ze haar pack weer op de back pakt) en het reisplan voor de komende dagen gemaakt. 

 

Een typisch Australisch fenomeen: backpackende Euopese jongelui. Voor een deel echter is hun pack niet op de back. Ze werken om weer een poos te kunnen reizen. Op de gekste en meest afgelegen plaatsen komen we ze tegen (hier, maar ook in Roper Bar, of all places). Australië is duur (geworden), niet in de laatste plaats door de gunstige stand van de Ozzie Dollar. De backpackers merken dat ook. Maar ze hebben de mogelijkheid om geld te verdienen, want ze reizen met een (working-holiday-)visum voor een jaar. 

En wij hebben weer een frisse nacht te doorslapen…

 

Maandag, 30 juli 2012 - Aardig Asfalt & Super Stoffen

 

Door allerlei burenbabbels (vogeltjesberoepsfotograaf, Duits koppel) is het na tienen voor we weg rijden. De kleine 100 k’s naar Kaherine rollen soepeltjes onder TOY’s banden door. Het is minder druk, de dode dieren zijn er nog steeds.

Katherine heeft een Woolworth en we waren bijna vergeten hoe verse waar er uit ziet. We bedwingen ons, want over een dag of wat gaan we WA (Western Australia) binnen en fruit, groenten (en nog veel meer) mogen niet mee. Beetje uitkienen dus.

Oeps, zijn we vergeten om wijn in Pine Creek (2-literdozen) te kopen en hier zijn alle bottleshops dicht. Vóór tien uur kun je alcohol kopen en dan is het afgelopen.
Afijn, we halen WA vast wel zonder ontwenningsverschijnselen. Beide tanks vol met diesel en dan kunnen we afslaan naar de Victoria HWY voor nog eens een ruime 200 ks naar het Gregory NP. De koffiepauze doen we (vers broodje met verse ham… jammie!) in een afgesneden bocht van de weg uit de dirttijd.
De asfaltweg is goed en heeft nog net de allure van een oude weg met veel bochten, de heuvels van het terrein volgend. Pachtige bergwanden van rode rots doemen op in het open landschap. Bij het Victoria River Roadhouse met alle (ook de lezer inmiddels) vertrouwde voorzieningen “doen” we een sandwich en informeren we ons over de wegen en campsites van het park. Jammer, een track dat we gepland hadden is (nog) niet open. Gelukkig is er een andere (iets kleinere) loop wel te rijden.
We melden ons routeplan en slaan ruim 60 km verder af op de Buchanan HWY, een schitterende rode stofweg door een even prachtig landschap. Halverwege is er de Jasper Gorge. We stoppen en juist dan  stijgt vanuit het het groen van de oase rondom de beek de majestueuze Jabiru (Black Necked Stork) op met zijn spanwijdte van ruim twee meter. Oef!

Op een rest-area (ook vrije kampeerplaats) treffen we mensen met een drankje. “Is a break” melden ze. We vermoeden, dat het onderzoekers zijn van het verderop gelegen Victoria River Research Centre.

Wij echter zijn op zoek naar een ouderwets eigen “wild camp“. En die vinden we, vele kilometers verder, langs bandensporen naar een hek. Zelfs na de rustige Victoria HWY en de doodstille Buchanan, blijkt het nog stiller te kunnen. Een paar krekels, een kraai in de verte, da’s alles wat we horen, als ook het briesje weg valt. Het is 25 graden en na zonsondergang daalt de temp nog wat. Heerlijk zitten we daar, met ons glaasje wijn (op je 65e Clo!), salade vooraf en een smakelijke aardappel-ui-wortel-vlees-hap (gemaakt op de camping).

En Gerard is zo tevreden! Na aankomst mepte hij de hinderlijke vliegen een voor een naar een andere wereld. Tot zijn hele grote vreugde realiseerde hij zo een vliegvrije plek. En dat in de buurt van vee! Om G’s prestatie goud te omranden, wandelt een grote bull voorbij. Neemt ons een poosje op en ziet dat het goed is! Of zoiets…
Het wordt een vroegertje in de maanverlicht avond met het zuiderkruis als richtingwijzer.
 
Dinsdag, 31 juli 2012 - Natuur, 4WDtracks, Meppen voor Mieren

 

Zalige wildbivak-opstart, genieten van de stilte en ruimte om ons heen. Dan trekken we verder op de Buchanan HWY tot een eindje voor Victoria Downs (station). Rechtsaf gaat het vervolgens, de Humbert Track op. Aanvankelijk is het een behoorlijke dirtroad. We passeren Yarralin, een Aboriginal Community. Aan de grens van het dorp staan borden met giga waarschuwingen voor alcohol. Ten strengste verboden en hoge boetes voor gebruik! En dat nemen de inwoners kennelijk serieus. Vóór het hek en de borden, dus buiten de grens van de community, ligt een zee aan bierblikjes! En wat te denken van de borden over het berijden van de tracks in het Gregory NP!

 

 

Vanaf de Humbert River Station wordt de weg een pad. Het hekken open en dicht doen gaat door tot de grens van het NP. Mooie plek voor koffiepauze en hout verzamelen.
De natuur is prachtig. Het is (laag) bergachtig, er zijn ruige wanden, diepe (droogstaande) creeks en hoog geel gras tussen de bomen. Het pad slingert, daalt, klimt... Nog steeds wordt het niet zodanig, dat we alle waarschuwingen op de brochures, in de reisgidsen en op de borden begrijpen. Lekker paadje, vinden we. Maar ja, de Ozzies overdrijven graag en blazen dingen op. Stoer doen en zijn is een groot goed in dit land waar men de pioniersfase nog maar amper voorbij is. Wij genieten en dat is níet overdreven...

 

 

De lunch gebruiken we op de mooie Top Humbart Yard campsite. G schiet een prachtige toevalstreffer van een heel mooi vogeltje. Net als we een uurtje eerder nog een van de drie valken konden vangen in bits.

Beleid op NP-gebied is een avontuur op zich. Zo kost rijden en kamperen in het Gregory helemaal niets. Vlak na de campsite leidt het track door een creek mét water. Niet veel, maar het is in ieder geval iets na al die droogstaande creekies. Eruit komen is echter spectaculair. Steil en een rotsvloer met gave opstapjes. En jawel, de centredifflock bewijst goeie diensten. Hoewel… In ieder geval, kunnen we in de lage gearing met de lock heel beheerst en zachies naar het track aan de overkant rijden! En daar staat me toch een pracht van een baobab!   
Het pad is ondertussen eindelijk meer 4WD. Nou ja…! Het is scherp-stenig en rotsig nu en dan. G laat TOY lekker rollen. Kan mijn ventje als de beste. Heerlijk.

Om drie uur installeren we ons op de Fig Tree (die nergens te bekennen is) Yard. Een stel uit Darwin wipt even aan voor een snelle boterham. Ze willen naar de campsite waar wij lunchten. Dat is de tweede auto die we zien vandaag. Een campsite hier is een plek die ontdaan is van het hoge gras en een vuur-bbq-kook-plek heeft.

 

 

Na de mooie ervaring van gisteren, begint G opgewekt te vlieg-meppen. Bij 70 houden we op met tellen. Een doorlopende stroom van nieuwe vliegen valt ons lastig. Vliegennetjes om de kop! He, he, dat scheelt! Ondertussen zijn mieren als gekken bezig. Ieder vliegenlijk wordt onmiddellijk als trophee meegesleept naar hun mierendorp.

En wij? Wij wachten getergd de zonsondergang af. Dan kleurt ook de lucht in mooie tinten naar donker en verlicht de bijna volle maan ons bivak. Vlieg- en mugloos warmen we ons bij het vuur, drinken een wijntje, koken, eten en wassen af met water op het houtvuur verwarmd. Net als het  badwater vanavond.

 

Woensdag, 1 augustus 2012 - Van Echt Sturen, Boabs en Volle Maan

 

De zon raakt TOY en ons rond half acht. Geen vleugje wind is er en vogels laten zich amper horen.
Half tien gaan we op track. Op een paar stukjes met stenige bumpies na rijdt het vlot. Bij de Bullita Homestead (woonhuis van de boerderij) doen we koffie. De boerderij dateert van rond 1870. Het diende als outstation (voor een veraf gelegen deel) van het Humbert River Station, die we gisteren zijn gepasseerd. Het woonhuis en een paar andere gebouwen zijn herbouwd in de 70er jaren.
Er is een kleine tentoonstelling over de beginperiode. Na duizenden kilometers trekken, kwamen de pioniers aan met hun koeien. En weer is het schokkend te lezen hoe men domweg de grond in bezit nam en negeerde (of niet besefte) dat hier mensen al sinds mensenheugenis leefden. De inheemse bevolking verzette zich. Ze speerden de koeien die hun (heilige) waterholes gebruikten. Wat de blanken voldoende reden vonden om de dader(s) te doden. Ook hier botsten, en hóe, de twee visies over de omgang met de wereld. 
Op den duur werkten de ("getemde") locals meer en meer als “stockmen” voor de grote boeren. Tot ver na WWII werden ze niet betaald in geld! Ze kregen bewoning, voedsel en “mochten” (als het boerenwerk stil viel) op walkabout in het, hun, gebied.

Het boerenleven op zo’n afgelegen plek was hard. Het bleek er boevendien niet erg geschikt voor veehouderij. Periodes van droogte en van overstromingen wisselden elkaar af. Bovendien zat de vleesverwerkende industrie veel te ver weg. Het vee werd in die tijd via grote routes door veedrijvers naar de slachterijen gebracht. Lange en zware tochten waren dat.

Maar dit alles heeft de huidige 4WD-rijder hele mooie tracks opgeleverd. Vanaf de Bullita Homestead rijden we er zo een, de Bullita Stock Track (utsluitend voor de goed geprepareerde 4WD! Uiteraard…). Eénrichtingsverkeer is het. Niet vanwege tegenliggers, maar omdat er een paar passages in zitten die van de andere kant (te) moeilijk (zouden) zijn.

Het wordt een zalige middag! Het track loopt door ruig gebied. Oude versleten bergruggen, prachtige bomen, waaronder vele fantastische boabs (ons bekend als baobabs). Dat zijn ongelofelijk indrukwekkende bomen. Jong, strak en stralend, of oud verweerd kromgegroeid onder de last van zware takken. Inderdaad, die bomen hebben iets menselijks. Ze ontroeren ons steeds weer.

 

 

Het track vraagt, en krijgt, alle aandacht. Vanwege scherpe stenen, rotsige op- en afstapjes, crossingen door creeks en zijarmen van de East Baines River. Kurkdroog staan die. Maar de River-zelf heeft water (30 cm) en biedt ons een fantastische en complexe crossing. Scherp naar beneden, hoekie om, rotsplateau over, door een bedding met bumps van een meter hoog, nog wat rotsige zigzags, keien, steile zandhelling, tussen dichte begroeiing door. Geweldig!

 

 

Bij de Spring Creek Yard (NP- campsite) zijn we 36 km gevorderd in 2,5 uur. We lunchen en gaan zwemmen in het waterhole (hehe, even geen krokwaarschuwingsborden). Opgefrist gaan we verder op het ruigste spoor dat we in Australië reden. Na uren uitdagend en technisch rijden, wordt het zoetjesaan makkelijker. Na de afslag richting East Baines Gorge kunnen we spreken van een vlotpad.  
Het slingert elf mooie kilometer naar de campsite (Drover Rest), meestal gladjes, door prachtig bos met de stralende gumtrees en boabs. Er schiet zowaar een brumpie (verwilderd paardje) voor ons over het track.

Drover Rest is ook helemaal BG-rest. Een plateautje aan de diepuitgesleten en voornamelijk achter groen en nu geslonken rivier. Krokborden, dus we blijven er uit de buurt. We kijken uit op boom-savannen. En natuurlijk is er een vuurplaats. Oh, en vliegen! Déze echter laten zich niet doodmeppen. Tijd voor de vliegennetjes. Troost: geen muggen! 
We genieten van een glaasje en nasi. Ons paradijsje-voor-een-nacht wordt zilververlicht door de volle maan. En zo kunnen we ook de stiekeme bezoeker betrappen. Een heel groot muisachtig tiepje komt kruimeltjes dieven op de plek waar we aten.

 

 

Bij het kampvuur mijmeren we de dag na. Een cooldown is er ook vanavond en dan is het heerlijk warm onder het dons.

 

Donderdag, 2 augustus 2012 - Van  NP (Gregory) naar NP (Keep River)

 

Oef, het is laat (half negen) als we wakker worden. Tja, dat krijg je als de zon het tentdoek laat raakt. De vliegen dus al volop actief. En dus is het goed, en vooral rustig, ontbijten in TOY.
Het track terug rijden is nog steeds geen straf en dan gaan we verder op het Barrabarrac Track. Leuk, er is zelfs een creek die nog niet al zijn water heeft verloren. Ook krijgen we een paar rotsige bergjes met aardige “opstapjes” voor het rubber. Met lage gearing en middendifflock is het een feestje. Koel, beheerst, bijna stappend brengt TOY ons verder. 

30 Kilometer verder bereiken we de Humbart Track weer, die hier een heel fatsoenlijke dirtroad is. Een half uur later zoeven we de 30 asfalt-kilometers naar Timber Creek weg.  Daar is een camping en een roadhouse. Even binnen kijken, doet ons snel beslissen onze eigen lunch te verzorgen. Na een TOY-toer voor een oprecht geinteresseerde Ozzie lunchen we in de schaduw van een enorme boom.

Bij het Rangers station treffen we geen ranger, maar wel een kleine expositie over de bewoning en geschiedenis van het gebied. Weer treft ons het gemak en de arrogantie waarmee de blanke Europeaan bezit nam van het land en de inheemse bevolking knechtte. En erger! Zelfs tot in de jaren zestig werden de mensen op de veebedrijven uitgebuit.

Dan onderuit voor een kleine 200 kilometer over de Victoria HWY naar het Keep River NP aan de grens met Western Australia (WA). Vlak ervoor treffen we het gezin van de TOY-belangstellende Oz. Hij inspecteert zijn auto en campertrailer voor de 80 k‘s naar vrienden op een afgelegen station (Waterloo).
Wij gaan het Park in en settelen ons in de Gurrandalng Camping Area. Rondom een mooie bruine rotsboulder liggen tien beboomde sites. Met eigen vuurplaats natuurlijk. Ons dagen geleden gesprokkelde hout komt nu goed van pas. En anders hadden we het strenge directief op een bord aan het begin van het park moeten volgen: “collect firewood now”! Prachtig is de wandeling door bruinoranje rotspartijen, steile ruige wanden en mooie begroeiing. We wandelen als de zon lager staat en de kleuren opvlammen en zich verdiepen.

 

 

Als we in het donker met het eten bezig zijn, struint iemand op ons af. Helma is het, die met Frits onze auto als NL herkende. Nederlanders (Limburgers!) dus, ze wonen en werken in Darwin. Na het eten zoeken we hen op bij het kampvuur. We hebben een genoeglijke avond met echte Goudakaas (voor de kenners: MET KORSTJES!) . Jonge vijftigers zijn ze en ze hebben al heel wat afgereisd vanaf hun 20e. Helma is sociaal werkster op het gebied van alcohol en drugsverslaving. Bijzonder om zoveel te horen over dit probleemgebied. Met name over de situatie van de inheemse bevolking en het beleid van de overheid.

De (net-niet-meer-)volle maan verlicht de stille campsite. Het is weer een heerlijk frisse slaapnacht! 

 

Vrijdag, 3 augustus 2012 - Toch anders… nog maar een dag!

 

Als er al lang weer nieuw kampeermaterieel de campsite is binnen gerold, zijn wij nog aan de klets met Helma en Frits. Heerlijke treuzelochtend dus. Om twaalf uur rijden we weg. Na de enthousiaste aanbeveling van een buurvrouw (met aggregaat!) laten we het noordelijk deel van het park schieten en rijden op de Victoria HWY terug naar de afslag. Daar staan de borden die verwijzen naar ”Zebra Rock Mine, Gallery and  Campground“. De relaxte camping, maar vooral de boottocht op Lake Argyle (aan de andere kant van de grens) is wat ons trekt.

De sfeer spreekt ons direct aan. Ruth is een stralende jonge vrouw, die met aandacht en enthousiasme haar gasten verwelkomt. Ruth doet een "rocktour", ze vertelt over de stenen die er op het terrein gedolven worden. Unieke stenen zijn het en de enige plek in de wereld waar ze gevonden worden is hier. We doen een unieke aankoop voor een unieke gelegenheid en uniek persoontje…!
Er is gratis koffie en thee beschikbaar en ook nog eens scones.
Consternatie. Een oude heer is buiten kennis geraakt. Iedereen verleent hulp en draaft rond tot er onder de gasten een verpleegkundige is gevonden. Met veel geduld blijft ze de hele middag bij hem. Uitdroging, is haar diagnose. Het komt goed uiteindelijk en na inname van drie liter water. Iedereen weet het weer: water drinken dus.

Om vier uur stappen we met tien stellen in de offroad bus die ons naar het (stuw)meer (Argyle) brengt. Het worden ge-wel-di-ge uren. Om allerlei redenen. Een boot die kan fluisteren en stuiteren met Kim aan het roer en het lieve meisje uit Hongkong als gastvrouw. Het gezelschap. Maar vooral het meer, de vogels (pelikanen, ooievaars, kleine watervogels, zeearenden, …) en de (zoetwater)kroks.
Halverwege is er een stop op een eilandje met een drankje en een hapje en gelegenheid voor ontmoeten. En dan ook de zon nog onder zien gaan in deze magische omgeving... Onvergetelijk mooi!

 


Het maakt zoveel indruk, dat we meteen maar besluiten een dag langer te blijven en de cruise nog eens te maken. Kunnen we ook wat langer van de kampeerplek genieten.

 

Zaterdag, 4 augustus 2012 - Koffie & Scones van Ruth & Kim

 

Aan echt ontbijten komen we niet toe. Gelukkig wel aan koffie zetten. En drinken dus. Sue en Paul laten hun Kimberley (uitschuifcaravan) zien (een Kimmy, Fred en Magda). Van het een komt het ander en zo zitten we in groter gezelschap aan de koffie en de scones. Een Ozzie-NL-mevrouw vertelt over de ingewikkeldheden van haar leven. De sfeer van de campground van Ruth & Kim brengt mensen op een makkelijke manier met elkaar in contact. Voor we het weten is het dik lunchtijd en resten ons niet al te veel keutel- en klustijd. Om vier uur verzamelt het bootcruisegezelschap zich.

En ook vandaag is het samengevat: weer groots! We beleven een uniek moment als de zeearend net voor de krokodillenneus een vis wegkaapt. De sunset is beeldschoon en heeft een extra randje door een paar wolkenflarden. Het Hongkongse meisje schenkt ons extra champagne en terug op de campsite geniet iedereen de ervaring na en eet Fish-and-Chips, We praten Duits, ff wennen, met een Duits stel dat een jaar over de wereld reist.
Als we ons bed in kruipen, kruipt de maan tevoorschijn van achter de horizon, recht voor ons gaasdriehoekje. Wat een dag en nacht!

 

Zondag, 5 augustus 2012 - Afscheid 

 

Ook vanmorgen is er aanloop, wordt er gedold, gebabbeld, geadviseerd, TOY-rondjes gedaan en bezoekjes afgelegd. Dan melden we ons bij Ruth. Een heel mooi zebrasteentje wordt nog tot hanger verwerkt voor ons. We wachten in de prettig beschaduwde ruimte onder het genot van koffie en scones en een gesprek met een voormalig zuivelboer-echtpaar. Ja, in dit land lijkt iedereen rond te reizen. Niet alleen de grey nomads dus, want dezer dagen treffen we verschillende families met kids (bv onze “Giekse“ buurman). Vrij krijgen van school is hier eenvoudig te regelen. De kids moeten wel schoolwerk doen. En dat gebeurt via homeschool (ouders geven les) of via radio-school, maar die is saai, aldus Ruth. Zij gaat dan ook haar aanstaande kindje zelf les geven. Door de enorme afstanden is dit al een lang gebezigde manier van les geven. Dan is het voor de reizenden dus ook binnen bereik.

Afijn, eind van het liedje, het steentje is te zwaar voor het zilveren hangwerkje. Als Kim er was, zou hij er een puntgaaf gaatje in boren. Nu geeft Ruth ons advies om bij een juwelier aan te kloppen en ook wat die dan moet doen.

Het afscheid is hartelijk van bijzondere mensen en een heerlijke plek. Over de slingerende weg van het veegebied rijden we, hekken open en dicht, terug naar de stofweg en naar de Victoria HWY.

 

 

Niet veel later doemt het Quarantine Checkpoint voor ons op. Daar is Western Australia!
Een serieuze jonge beambte duikt in TOY en is tevreden als hij geen spoor van groenten, fruit en honing aantreft. We mogen! Op nu naar Kununurra, waar we een paar dagen gaan nemen om de schitterende routes, de landschappen en ontmoetingen in de Northern Territory te laten bezinken, te verwerken en te bewerken voor de website.