home

B&G

  • B&G
  • kinderen
  • kleinkinderen

auto

  • TOY
  • BusCA
  • TOY in 't zand
  • toyota hzj78
  • hzj extreem
  • ons bussie
  • keuze toyota

voorbereiding

  • website
  • kamperen
  • gezondheid
  • documenten
  • proviand
  • gereedschap
  • kaarten en boeken
  • apparatuur
  • gps

FAQ

  • algemeen
  • tips
  • bandenspanning
  • afrika
  • rusland/mongoliĆ«
  • australiĆ«

reizen

gastenboek

  • lezen
  • toevoegen
East Mediterranean 2009
::
syria
  • algemeen
  • europe 1
  • turkey
  • syria
  • europe 2
::
reisverslag
East Mediterranean 2009 :: syria :: reisverslag

Maandag, 19 oktober 2009 – Stinkende mannen, zwarte vrouwen en zorg om Zoë


Het welkom aan de poort is hartelijk. Of we een visum hebben. Nee dus. En hebben jullie wel toestemming? Ook nee dus. We weten niet goed wat we ermee aan moeten. Vriendelijk en positief blijven. In ieder geval. Met een uitgestreken snuit vertelt ie dat we toch echt eerst toestemming uit Damascus moeten afwachten. Dat kan tot acht uur duren. Uhhhmmmm, slikken we, en waar kunnen we zolang staan? Een grapje dus. Hij wijst ons in ieder geval wel het eerste loket. Dan begint het hele gedoe.
Ook hier moeten we ons ruige naar sigaretten stinkende vrachtwagenmannen van het lijf zien te houden. En bezorgd bekijken we hoe onze paspoorten ergens op een bureau in een stapel verdwijnen. Opgelucht snellen we toe, als er Hollandi Hollandi geroepen wordt. Beduusd horen we de norse, dikke rap Arabisch rebbelende beambte aan. Het gaat wel over het visum, zoveel is duidelijk.  Formuliertje invullen (gelukkig met Franse vertaling!!), terug naar ‘t loket en weer voordringende mannen afweren. Met stempel op het blauwe papiertje naar het bankgebouwtje aan de overkant. Geld wisselen voor het visum. Weer drukte en gedrang. Terug naar andere lokaal. Weer wachten, ondertussen gezellig contact met een Deens gezin en dan, eindelijk, visum staat in paspoort.
Op naar de douane. Met auto? Zonder auto? Met maar. Maar niet te ver doorrijden. Gezellige beambte, lekker relaxt buiten op stoeltje, heet ons 10 minuten welkom en wat er verder nog moet. Dat is: nog eens naar de bank en weer geld wisselen. Voor de dieseltax, WA-verzekering, invoeren van de auto en wegenbelasting. Bij de bank weer gedoe. Deze keer krijgen we het geld wél mee. Verzekeringshokje: geregeld. Terug naar bank: verder afrekenen, geld terug. Pfffft.
Nu de autopapieren nog. Loketje verderop. We drukken ons vanuit twee posities in de berg (nog steeds) stinkende mannen. Ik gooi mijn hele breedte in de strijd. Er zijn mannen, die aan komen rennen en over drie vier mensen heen hun papieren het loket in willen duwen. Wij beiden zeggen in duidelijk Nederlands dat ze ff moeten wachten. Ze beginnen het door te krijgen. Er is er zelfs een, die ons voor laat gaan. Zijn ze van die lastpakken af. Nog een stempeltje en nog een. Als Gerard de auto dichterbij haalt, wordt ik door een beambte naar binnen gewenkt. Lekker puh, denk ik naar de dringende mannen. Zo haal je nog een voordeel uit je vrouwzijn. Stempeltje binnen. Ergens om de hoek moet er nog iets gebeuren. Buiten dit keer. Nog één stempeltje en we mogen verder. Jammer, dat een auto ons de weg verspert. Wachten op de controle van de TOY. Ik doe de achterklep vast open en ga breed achterin zitten. De controle: man kijkt naar binnen en ik kijk stralend terug. Het werkt. Paraafje … en Syrië ligt voor ons open.
En al die tijd, dat we bezig zijn, lopen er vrouwen in een pinguïnachtige optocht van top tot teen in het zwart gehuld vanuit Turkije richting Syrië en omgekeerd. Bij loketten zien we er niet een. Wonderlijk. En dan was er die ene vrouw met een doorzichtige djellaba, zodat haar kokette mantelpakje eronder gezien kon worden.
Het is inmiddels half zeven en vrijwel donker. We ordenen de paperassen en het geld voor we richting Aleppo rijden. Een dorp of wat verder slaan we af op een kleinere weg, en nog eens en nog eens tot we op een onverhard weggetje belanden. Midden in een olijfgaard vinden we de bivakplek voor onze eerste Syrië-nacht.
We bellen met Dolf&Sharon hoe het met Zoë is en horen tot onze schrik, dat ze in het ziekenhuis ligt, aan het infuus met antibioticum.  Het ziet ernaar uit, dat ze er drie dagen zal moeten blijven.
Het is aardedonker, er zijn sterren, krekels en de temperatuur is aangenaam. We beperken het licht, zodat we niet gezien worden, eten soep met brood en liggen om tien uur in bed. Ook de krekels zijn inmiddels stilgevallen. 


Dinsdag, 20 oktober 2009 – Van olijfgaard via olijfzeep naar overlandgezelschap


Oh, wat is dat lekker wakker worden. In de verte horen we tractoren, die het land bewerken. Wij doen onze cruesli-opstart in een graadje of 28 en om half tien toeren we de weg terug naar de asfaltweg naar Aleppo. Het is warm, stoffig en rommelig. In de stad is de weg naar de citadel bewegwijzerd. Jammer alleen, dat er ook bordjes verwijzen naar straten, waar we niet in mogen. We bereiken hartje stad. Dan nog parkeren. Een agentachtig typje wijst: niet hier, is voor de “bussie”. Dat zien wij ook, maar ja je weet maar nooit!. Hij wuift ergens heen. Hij zal het niet zo bedoeld hebben, maar op een stoep naast de ingang van de (toeristen)soek heeft TOY een prima dagverblijf. Wij strijken eerst maar eens neer op een terras met direct uitzicht op de citadel. Imponerend plaatje, Tjonge.
Hebben we onze gidsen toch wéér! niet goed genoeg gelezen: dinsdag is de citadel gesloten. Een NL-echtpaar met dochter (weekje vakantie) staat er ook voor noppes. En zelfs een grote Belgische groep! Foutje van de lokale gids! We zijn dus in goed gezelschap.
Gelukkig is er genoeg te zien. Zoals de beroemde eeuwenoude soek. De oudste delen dateren uit de 13e eeuw, de jongste uit de 16e. Het is er goed wandelen. De bogen, de klinkers, de winkeltjes vol met waren, alles ademt de sfeer van “duizend-en-een-nacht”. De temperatuur is er aangenaam en de verkopers doen erg hun best zonder al te opdringerig te worden. Ook hier herkennen ze ons als Nederlanders en krijgen we het gewone ritueeltje. Van “Amsterredamm”, “Ajax”, “tot allemachtigggg prrrachtigggg”. Het in Marokko alom tegenwoordige “kijken, kijken en niet kopen” is hier kennelijk (nog) niet doorgedrongen.
Bij een van de zeepwinkeltjes gaan we overstag. Gezellig kletsen, kopje koffie, fotootje … We slaan de nodige stukken wereldberoemde Aleppo-zeep in. Puur natuur, gemaakt van olijfolie (2e persing) met lavendel. En hoe ouder, hoe beter. Afdingen, handje schudden, in een zakje en klaar. Het ritueel is minstens zo belangrijk als de koop zelf. Heerlijk.
De totale soek is 17 kilometer, wij belopen er een paar. Ieder zaakje heeft zijn specialiteit. De piepkleine winkeltjes hebben een kleine, maar ozo volgestapelde, toonbank. Erboven hangt een touw met knoop en de man slingert als een ware Tarzan zijn zaakje binnen. Ik zie het gebeuren en ben diep onder de indruk.

 

 
Tijd voor de lunch. We komen terecht op een dakterras, dat uitkijkt op het voorplein van de grote Moskee met erachter de citadel. ’t Kan slechter, nietwaar?
En jawel, bij het bezoek aan die moskee, ga ook ik in de mantel. Bijzonder is vooral de eeuwenoude minaret. De moskee is een lange rechthoekige ruimte. En vrouwen mogen naar binnen. Zelfs terwijl er mannen in diep gebed zijn, dan wel de koran lezen, of gewoon een tukkie doen.
We zitten op een bankje en Gerard ziet een kastje met mooie boeken. De koran natuurlijk. Effe inkijken, denkt hij. Maar een godsvruchtige man, begint heftig te seinen, dat het helemaal fout is. G. zet als een haas het boek weer terug en verontschuldigt zich bij de gelovige en kan hem geruststellen: zijn handen waren schoon, onder het motto: een beetje jokken, doet soms veel goed!
Na nog wat straat, beetje soek, is het tijd om TOY op te zoeken.
We hebben het waypoint van een camping (van O&I). In Aleppo, dachten we, maar we moeten zo’n 30 km de stad uit. Geen nood. Tenminste… Om te beginnen lopen we letterlijk vast. Met moeite lukt het om weer uit het labyrint van de oude stad te komen. Maar niet zonder nogal tegen het verkeer in te rijden in de smalle straatjes, waardoor de miniwagentjes achteruit moeten om ons door te laten. Via vele vele eenrichtingsstraten zoeken we onze weg de stad uit. En er komen aardig wat kronkels in ons track.
Om vijf uur zijn we op de camping. Christel (Belgische, getrouwd met Mohammed) verwelkomt ons met zoontje Zacharia op de arm. Er staan twee Duitse overlandauto’s, die samen reizen en een Duits en Italiaans stel met campers. Even later rijden ook nog een overlandtruck en een Nissan met camperunit het ommuurde terreintje op. Christel weet niet hoe ze het heeft met zoveel volk ineens.
Wij genieten van een hete douche en hebben de tijd om te lezen. Er wordt uitgewisseld en van de Duitse Nachbarn (Gerhard & Ingeborg) krijgen we de Reise Know How kaart van Jordanië. De bloemkoolsoep en de temperatuur zijn heerlijk. We zitten tot laat buiten.
Gelukkig lijkt het iets beter te gaan met Zoë. We voelen ons wel heel ver weg nu.


Woensdag, 21 oktober 2009 – Zoek in de soek 


Half acht op, crackerontbijtje en voor de (alle!) Duitsers uit zijn we op pad. We nemen TOY en alles mee. Dan hebben we alle opties open. D.w.z. teruggaan naar de camping of verder reizen oostwaarts. We zijn er nog niet uit.
Zonder mankeren bereiken we de Citadel. Pal ervoor is zowaar een parkeerplek vrij. Mooier uitzicht kan TOY zich niet wensen. Sapje op het terras en dan  is het zover: wij gaan de vesting nemen. Alles is imposant. Om te beginnen de entree, die behoorlijk vijandproof is. Dat geldt voor de gehele citadel. Hoog op een berg ligt ie, slotgracht er omheen, ophaalbrug, neppoort, zigzaggen na de poort, enz. Naast al die verdedigingswerken ligt er binnen de muren een ware stad. Er zijn flink wat delen in tact of gerestaureerd. Prachtig is de kroningszaal met de vloermozaïeken, ingenieus bewerkt hout en de lichtinval… De hamam (badhuis) leuk en een paar moskeeën goed intact. Vanaf de wallen heb je aan alle kanten goed zicht op de stad. Vanaf dit hoge punt is de vervuiling nog beter te zien. De grauwe vuile woonblokken en vooral de grauwe koepel van luchtvervuiling.

 

 
Via de soek, altijd leuk, gaan we op zoek naar de caravanserail. Helaas is daar niet veel van te zien. Het is ten prooi gevallen aan de handelsgeest van de mensen hier. De groothandelaren in textiel hebben er hun winkels en opslag. Soek en caravanserail gaan naadloos in elkaar over. Op ons favoriete dakterras lunchen we voordat we de zoektocht naar internetmogelijkheden aanvangen. Na verschillende verwijzingen belanden we in een hotel. Bijzonder is het om vanuit de lawaaiige en vieze straat zomaar te belanden in een super sjiek en schone omgeving. Van de manager krijgen we een laptop en toegang tot het internet ter beschikking. Geweldig natuurlijk, maar minder fijn is het, dat we niet kunnen komen waar we willen zijn. Namelijk, bij de e-mail en website. We geven het op en gaan verder met mensen aanschieten. We worden steeds verder (van huis) gestuurd. En maar sjokken in de warme drukte en straten oversteken, wat een avontuur op zich is. We geven het op en gaan op weg naar TOY. In de soek schiet ik nog eenmaal een jongeman aan. En jawel, hij heeft (of zijn  familie) een winkel, welzeker in tapijten en sieraden en sjaals, maar ook met internet. In de winkel is het lekker koel en als het inbellen eenmaal gelukt is, kunnen we mail lezen.
We moeten er lang op wachten, maar uiteindelijk is een foto van Zoë zichtbaar. Het ontroert ons, dat kleine meissie met haar lachende bekkie te zien. Rechterarm helemaal in het verband net als haar linkerbeentje…
We hebben alleen nog maar zin om naar de camping te gaan. Om vier uur gaan we daar onderuit. Er is niemand en Gerard speelt het klaar om zijn hangmat in stelling te brengen.



Later is Christel met Zacharia er en horen we hoe het leven hier in Syrië is. Een vleugje wind brengt afkoeling en we genieten nog van het rustige campingleven. De nasi met gebakken ei en partysticks gaan erin als … eh … nasi-met-gebakken-ei-en-partysticks! Heerlijk dus.
De Duitse buren druppelen binnen alsook het Italiaanse stel. Die twee verstaan onder kamperen: blijf in je camper! Alleen om hun paleisje te poetsen, komen ze naar buiten. En dat doen ze, hij dus, fanatiek en vergaand. Zelfs de banden worden met een doekje afgenomen. Met ons boek op schoot bij het licht van een flinke campinglamp zien we dit alles aan. Totdat het bedtijd is…


Donderdag, 22 oktober 2009 – Annalies


Half negen. Aan de koffie met crackers in het zonnetje. De telefoon gaat. Schoonzus Annalies is afgelopen nacht plotseling overleden. We zijn geschokt en kunnen dit niet zomaar bevatten. Een week geleden begonnen aan de eerste chemokuur met het vooruitzicht van een aantal zware maanden. Maar ook met de verwachting, haar eerste kleinkind volgend jaar te kunnen verwelkomen in de wereld. (…)
We proberen uit de eerste verbijstering te komen. We willen zo snel mogelijk gaan rijden, in ieder geval eerst Syrië uit. In Turkije zijn een aantal dingen makkelijker te regelen en we krijgen even adempauze voor verdere stappen.
De drie Duitse stellen leven mee en zwaaien ons uit als we om half tien wegrijden.